Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 21 feb 2018 12:51 

Het omkeren van de toegankelijkheidsregeling voor openbare bossen


Vraag om uitleg over het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) met betrekking tot het omkeren van de toegankelijkheidsregeling voor openbare bossen van Wilfried Vandaele aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Minister, ik wil een vraag stellen in verband met een ontwerp van decreet dat op 22 december 2017 werd goedgekeurd. Het gaat erover dat we de zienswijze en regelgeving zouden omkeren dat publieke bossen vandaag in principe niet toegankelijk zijn, tenzij anders vermeld staat. Dat zou willen zeggen dat publieke bossen in de regel wel toegankelijk zijn, tenzij uitdrukkelijk en goed overwogen is dat ze niet toegankelijk zijn.

Minister, u nam dit initiatief onder andere omdat het uw overtuiging is dat natuur en bos meer toegankelijk moeten zijn, en dat dit ook het draagvlak ten aanzien van natuur en bos zou versterken. Deze vraag ligt ook bij de jeugdsector al langer op de tafel.

Minister, nadat de eerste keer adviezen werden uitgebracht vanuit een aantal raden over dit ontwerp van decreet, werden vragen en bezorgdheden geuit vanuit verschillende hoeken. Ik heb ook het gevoel dat wat men kent, men duidelijk kan inschatten en dat men tegenover wat men minder kent, wat argwanend staat. Wij hebben in het verleden in de discussies reeds duidelijk aangegeven dat duidelijke communicatie in dezen een heel belangrijke rol speelt. Ik denk dat we er alle baat bij hebben dat iedereen duidelijk is in zijn of haar communicatie om effectief op het terrein het gewenste resultaat te bereiken.

Minister, de afgelopen weken is er enige communicatie met pro’s en contra’s geweest. Daarom en gezien de adviezen die u hebt ontvangen, wil ik u vragen of u bij uw standpunt blijft in de uitrol van dit decreet. De adviezen omtrent dit ontwerp van decreet zijn nogal uiteenlopend. Kunt u tegemoetkomen aan de bezorgdheden die worden geuit? Hoe kunt u uw beleidslijn, die in het regeerakkoord staat en die vanuit de verschillende meerderheidspartijen mee is gevraagd, effectief invulling geven?

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Voorzitter, minister, na de Inspectie van Financiën (IF) is ook de Minaraad niet overtuigd van de omgekeerde toegankelijkheid van bossen zoals u die wilt invoeren. De milieuorganisaties lieten al eerder weten dat zij een te hoge druk op de natuur vrezen. De Minaraad stelt dat de huidige basisregel, namelijk op de paden hetzij anders aangegeven, perfect toelaat om bossen ruimer toegankelijk te maken. Ook natuurbeheerplannen besteden vandaag al aandacht aan openstelling.

De Minaraad wijst onder meer op de verwarring die ontstaat. Het zijn immers enkel de bossen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), de openbare bossen, waar men straks zomaar in kan rondhuppelen, niet de privébossen. Maar wandelaars of jeugdbewegingen die door de bossen stappen, zien het verschil niet tussen stukken die eigendom zijn van de overheid, en stukken die in privé-eigendom zijn.

De privé-eigenaars zijn dan ook terecht bezorgd. De Minaraad vindt het wel belangrijk dat er meer ruimte komt om te spelen in bos en natuur. Daar kunnen we in komen. Maar dat kan vandaag ook als het ANB er sneller werk van zou maken om zones ter beschikking te stellen, trouwens liefst bij de stads- of dorpskernen waar die kinderen wonen. Voor de Minaraad worden speelgroen en speelbos om in te ravotten het best aangeboden op die plaatsen waar er vraag naar is. Uw voorstel, minister, maakt vandaag geen onderscheid tussen bossen dicht bij woonkernen en verafgelegen bossen.

Minister, bent u van plan om in dezen rekening te houden met de opmerkingen van de Minaraad? Kunt u inkomen in de visie dat het bestaand instrumentarium rond toegankelijkheidsregelingen al tal van mogelijkheden biedt om meer speel- en recreatiegroen te creëren? Is er al overleg geweest met de privé-eigenaars van bossen en met organisaties zoals Natuurpunt en Bos+? Hoe kijken zij aan tegen uw plannen? Kunt u mij een overzicht geven van de betreffende domeinen en aangeven in welke mate zij ontsloten zijn met openbaar vervoer, uitgerust zijn met een parking, reeds over speelzones beschikken en op welke afstand zij van een woonkern liggen? Is daar al wat inventariserend werk gebeurd door uw diensten of is dat nog koffiedik kijken? Heeft uw administratie ANB al aangegeven welke investering er bij haar mee gemoeid is, ook wat mankracht betreft, om de nieuwe toegankelijkheidsregeling in te voeren? Zij zullen die zones die zij niet betreden willen zien, immers extra moeten aanduiden met borden en omheiningen. Dat zal zeker een investering vergen van mankracht en waarschijnlijk ook van middelen. Is er al een beeld over van wat dat allemaal zal meebrengen?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Er wordt selectief geciteerd uit de adviezen. Het gaat over een ontwerp van decreet dat de eerste keer is goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Er zijn twee adviezen uitgebracht, niet alleen door de Minaraad maar ook door de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV). Geen van beide adviezen was een unaniem advies. Het advies van de SALV was gunstig. Het advies van de Minaraad bevatte inderdaad een aantal opmerkingen over zowel de toegankelijkheid als de subsidies.

De opmerkingen zijn niet van dien aard dat ze verhinderen om door te gaan met het ontwerp van decreet zoals het de eerste keer is goedgekeurd door de regering. De adviezen worden momenteel door het ANB zorgvuldig doorgenomen en verwerkt in functie van de agendering op de Vlaamse Regering voor een tweede principiële goedkeuring. Daarbij zal uiteraard ook aandacht worden besteed aan de opmerkingen, en er zal daar ook een antwoord op worden geformuleerd.

Wat er vandaag bestaat aan instrumentarium rond toegankelijkheid, staat in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2008. Dat is al negen jaar van kracht. Het heeft in de praktijk geleid tot een heel beperkt aantal toegankelijkheidsregelingen, en nog minder tot vrij toegankelijke zones in natuurdomeinen, het terreintype waarop gedoeld wordt met de aanpassing van de voorliggende regeling. Het is dus geen succes. Dat knelpunt wordt ook benoemd in het Masterplan Bivakplaatsen dat op vraag van de jeugdsector werd opgesteld. Samen met mijn collega’s Ben Weyts en Sven Gatz zijn we het engagement aangegaan om dat uit te werken. In dat plan werd als actie aangegeven dat het ANB zal onderzoeken hoe de regelgeving vereenvoudigd kan worden, om zo de noodzaak tot machtigingen te verminderen. Terzelfder tijd zal de nieuwe regeling een stimulans zijn om de toegankelijkheid van de lokale natuurdomeinen te regelen volgens de nieuwe regelgeving rond het opstellen van beheerplannen en bijhorende toegankelijkheid in overleg met de lokale actoren, waarbij de sociale functie van het bos als volwaardig wordt meegenomen.

De vraag naar een ruimere toegankelijkheid van de bossen is niet nieuw. Hij staat ook in het regeerakkoord. In het verleden is er uiteraard overleg geweest. Recent werden er gesprekken gevoerd. Daaruit zijn onder andere de vroegere initiatieven voor de speelzones en de bivakzones gegroeid. Het huidige regime zorgde na negen jaar werking nog steeds voor wrevel bij de jeugdbewegingen vanwege de administratieve overlast. Het huidige initiatief gaat verder op de ingeslagen weg en wil die wrevel wegnemen.

De jeugdsector is bij monde van de Vlaamse Jeugdraad al jaren vragende partij voor meer toegankelijkheid. Daarom werd in het Vlaams Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan 2015-2019 opgenomen dat meer bossen vrij toegankelijk moeten worden. Ik nam het engagement om in iedere gemeente minstens één speelzone af te bakenen, waar het nodig en nuttig is. Dat zou of zal ook dit jaar het geval zijn. Ondanks deze inspanningen blijft de oppervlakte vrij toegankelijke zones in onze bossen en natuurgebieden beperkt.

Mijnheer Vandaele, hoe de door u genoemde sectoren – Natuurpunt, BOS+ en de private eigenaars – aankijken tegen het voorstel, is mij uiteraard voldoende bekend. Dit werd ook al besproken en is terug te vinden in de verschillende adviezen. Een overzicht van de domeinen van het ANB vindt u op de website www.natuurenbos.be/toegankelijkheidsregeling. Ook wat betreft speelzones en andere accommodatie aanwezig in ANB-domeinen kunt u op die website terecht. Het door u gevraagde gedetailleerde overzicht per natuurdomein heb ik nog niet. Mijn diensten konden dat in het korte tijdsbestek waarbinnen dit antwoord moest worden geformuleerd, niet aanleveren. Ze zijn ermee bezig. Als het klaar is, zal ik het graag overhandigen aan het secretariaat.

Aangezien omgekeerde toegankelijkheid betrekking heeft op natuurdomeinen, zijn sowieso alle natuurdomeinen het onderwerp van de omgekeerde toegankelijkheid, ongeacht of ze momenteel goed of slecht ontsloten zijn, over een parking beschikken, of ver of dicht bij een woonkern liggen. Bijgevolg zijn de natuurdomeinen allemaal inbegrepen en zullen vooral deze die dicht bij kernen liggen, worden gebruikt.

Zoals aangegeven in de nota aan de Vlaamse Regering bij de eerste goedkeuring op 22 december 2017 heeft het ontwerp van decreet geen weerslag op het personeelsbestand of de personeelsbudgetten van de Vlaamse Gemeenschap. Ook inzake investeringen om de toegankelijkheid op het terrein aan te duiden, wijzigt er niets, aangezien de wijze waarop de toegankelijkheid wordt aangeduid op het terrein ook niet wijzigt. Een versnelde opmaak van toegankelijkheidsregelingen kan leiden tot versnelling of vervroeging van de investeringen die hoe dan ook moeten gebeuren. Het is uiteraard altijd de bedoeling geweest om een toegankelijkheidsregeling op te maken. Maar we merken dat men daar nogal met de voeten sleept. Door de toegankelijkheid om te keren, is dat juist een stimulans om sneller werk te maken van een goed beheerplan en een duidelijke toegankelijkheidsregeling. Dat betekent ook dat alle actoren betrokken worden op het terrein en dat er op die manier ook goed overleg is. Het gaat hier, voor alle duidelijkheid, over terreinen die gekocht zijn met overheidsmiddelen.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u de adviezen hierover zeer volledig leest. Er zijn verschillende aandachtspunten, maar in dezen is er alleszins geen volledige eensgezindheid. Als we echt de sprong naar toegankelijkheid willen maken, ben ik ervan overtuigd dat wij de cultuur, de mentaliteit en de denkwijze moeten omkeren. U zegt het zelf met betrekking tot speelbossen en de vereenvoudiging van de toegankelijkheidsregeling: het resultaat op het terrein blijft beperkt. Een mentale switch zou tot een grote sprong kunnen leiden in het denken: we gaan uit van toegankelijkheid, maar waar zones extra bescherming nodig hebben, zullen we in beperkingen voorzien.

Collega’s, de kwestie van het in nieuwe ruimte voorzien is een ander debat. Ik meng dat niet graag omdat ik het gevoel heb dat we daarmee vooral dit debat uit de weg gaan. Als er groen en bossen zijn, moeten we erover nadenken hoe we die maximaal toegankelijk kunnen maken. Sommigen zeggen dat het streven naar een toegankelijk bos vooral een lokaal vraagstuk is. Ik schrik daarvan. Ik heb de indruk dat de wind soms van de ene kant en, afhankelijk van het onderwerp van het debat, een andere keer van de andere kant waait. Het is correct dat het lokaal ook belangrijk is, maar ik ben er niet van overtuigd dat de vraag naar toegankelijk bos enkel een lokale vraag is.

Minister, de communicatie is inderdaad een belangrijk punt. We moeten dat zichtbaar maken. Ik ben het ermee eens dat we niet oneindig veel borden moeten plaatsen. Dan gaan we er a priori van uit dat er meer niet toegankelijk zal zijn dan wel toegankelijk. Ik ben daar echt niet van overtuigd. Als we maximale toegankelijkheid kunnen nastreven, zouden het respect en het draagvlak daarvoor enorm kunnen groeien. Collega’s, daarover hebben we in deze en in andere commissies ook al vaak gesproken. We zijn ervan overtuigd dat het kunnen genieten van een bos voor mensen een enorme positieve meerwaarde heeft. Minister, ik steun u volledig wat betreft de omgekeerde toegankelijkheidsregeling. En uiteraard volgen we graag samen met u de communicatie hierover en de uitrol ervan op, opdat dit op een goede manier kan gebeuren.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Minister, ik vroeg wat dat met zich zal meebrengen op het vlak van extra investeringen, middelen en mankracht. U zegt dat dit daar geen gevolgen zal hebben. Als dit zo is, dan maak ik me nog meer zorgen over de vraag wat met die privé-eigenaars. Als we geen extra inspanningen doen om effectief aan te geven op het terrein – ik ga niet zeggen boom per boom, maar het zou bijna zo moeten – waar het om een toegankelijk ANB-bos gaat en waar het om een privébos gaat, dan zou ik niet graag privé-eigenaar van een bos zijn, want als ik niet wil dat mijn bos t’allen kante vrolijk betreden wordt, moet ik zelf bekijken wat ik daarmee doe, of ik ga omheinen of bordjes plaatsen of weet ik wat. Wat je ook doet, zodra het om een beetje oppervlakte gaat, zijn dat gigantische investeringen. Dat weet u ook. Als u zegt dat dat financieel en qua mankracht geen gevolgen heeft, ben ik helemaal niet gerustgesteld wat betreft de positie van de privé-eigenaars.

We blijven ook zitten met dat negatieve advies van de Inspectie van Financiën maar ook van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). Ik zou het toch een beetje vreemd vinden indien we daar niet op de een of andere manier rekening mee zouden houden.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (sp·a)

Met die laatste twee opmerkingen van de heer Vandaele ben ik het natuurlijk eens. Minister, ik heb het advies van de Minaraad en van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) gelezen. Laat ons eerlijk zijn, het ene ging over de bezorgdheid inzake toegankelijkheid, en het andere was positief over het subsidiëringsmechanisme. Het SALV-advies zegt zo goed als niets over de toegankelijkheid. Laat ons een kat een kat noemen.

Minister, ik vind het dan ook zeer eigenaardig dat u het op de adviesraad, die een hoop grondige en allemaal negatieve opmerkingen heeft gemaakt over uw initiatief inzake toegankelijkheid, niet de moeite vindt om daar zelfs maar een antwoord op te formuleren. U zegt gewoon dat u het zich niet aantrekt, en u doet gewoon voort. Als de Vlaamse Regering het nodig vindt dat er adviesorganen en middenveldorganisaties zijn die daar tijd in steken om advies te leveren, zou u minstens de ernst moeten hebben en – al was het maar dat – de beleefdheid om grondig in te gaan op de opmerkingen die worden gemaakt. Dat doet u niet. U doet niets met de opmerking over het feit dat er überhaupt te weinig oppervlakte is, en dat de discussie er inderdaad een is over nabijheid. Een toegankelijk bos in het oosten van Limburg, daar heeft een West-Vlaamse scoutsvereniging bijzonder weinig aan. Tenzij misschien één keer per jaar voor een bivakweekend. Misschien is dat zeer leuk, maar dat zullen ze in de Ardennen doen, en daar hebt u helemaal niets te zeggen. Misschien is het daardoor dat er daar nog bossen zijn.

En dan is er de bezorgdheid over de biodiversiteit. Het heeft niet veel zin om het alsmaar krimpende bosareaal nu met een grote geste open te stellen en te doen alsof dat geen enkel gevolg heeft. Minister, ik vind dat u daar op een bijzonder grove manier het hele middenveld bij elkaar veegt en zegt dat u het zich niet aantrekt omdat u een leuk initiatief te nemen hebt waarmee u punten gaat scoren. Hoopt u.

Iedereen is voor toegankelijkheid. Hoe meer mensen er naar het bos gaan, hoe meer vraag er zal zijn naar meer bossen. Daar zijn we alleen maar blij om. De enige die zich dan nog zorgen moet maken, bent u. Maar zou het niet veel nuttiger zijn – en zo lees ik voor een groot deel toch ook het advies van de MINA-raad – om het effectief ook regionaal te bekijken en een grondige studie te maken van waar dit nu echt nut heeft, waar er een tekort is en waar er meer dan genoeg aanbod is. Ik heb in m’n eigen regio, het Leuvense, bijzonder weinig klachten over toegankelijkheid, wetende dat de scouts in het Meerdaalwoud met De Kluis een bijzonder groot domein hebben. Ik hoor andere dingen uit bijvoorbeeld Oost- en West-Vlaanderen.

Ik deel de verbazing van de heer Vandaele over uw uitspraak dat we aan bewegwijzering en borden helemaal niets zullen doen en dat het dus helemaal niets zal kosten. In de gebieden die ik ken, zijn er vandaag effectief delen afgebakend waar men wel in mag, en delen waar men niet in mag. Die borden staan daar wel degelijk. Ze worden onderhouden, vervangen en geëvalueerd. Indien u het allemaal wilt omkeren, verandert er ofwel helemaal niets, ofwel moet u toch het een en ander veranderen aan een hoop signalisatie in bossen van het ANB. U zegt dat dat niets kost. Ook daar weer: u borstelt dat weg, alsof dat een onnozele vraag is. Ik denk dat dat een zeer terechte vraag is, en u schiet schromelijk tekort in het antwoorden erop.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, ik ben zelf twaalf jaar schepen van Jeugd geweest en weet dus hoe moeilijk het is om in elke gemeente geschikte speelzones en dergelijke te vinden. Ik ben er dus een zeer grote voorstander van om in elke gemeente een speelzone of een speelbos te hebben. Ik heb destijds een geschikte locatie gevonden in de gemeente, maar ik weet maar al te goed dat dat niet evident is. Ik vind dat dus een zeer goede zaak.

Wat betreft de toegankelijkheid, herhaal ik wat ik ook in de plenaire vergadering heb gezegd. Voor mijn partij is het van heel groot belang dat er meer toegankelijkheid is. Minister, daarin steunen wij u volledig.

Maar voor ons is het eigendomsrecht ook heel belangrijk. U hebt in de plenaire vergadering heel duidelijk gesteld dat het enkel over de openbare bossen gaat en niet over de privébossen. Dat neemt niet weg dat er inderdaad bij de private eigenaars ongerustheid is. Eigendomsrecht is voor ons van heel groot belang. Minister, welke stappen gaat u nog nemen? Gaat u nog overleggen met de privé-eigenaars en met de verenigingen die hen ondersteunen? Gaat u daar nog duidelijkheid brengen? Gaat u daartoe nog acties ondernemen?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Collega’s, ik denk dat men niet goed naar mijn antwoord heeft geluisterd. Ik zal nog eens letterlijk herhalen wat ik daarnet heb gezegd. We zullen uiteraard ook aandacht besteden aan de opmerkingen die de raden hebben geformuleerd. Hier wordt gezegd dat ik dat in de prullenmand zou gooien, dat ik dat onder de mat veeg. Ik denk niet dat ik dat heb gezegd. Maar, mijnheer Tobback, wellicht hebt u al uw reactie op voorhand voorbereid, voor ik mijn antwoord heb gegeven, en zat u al klaar om dat toch maar te antwoorden op wat ik zou zeggen.

Mijnheer Tobback, mijn klomp breekt wanneer ik u hoor pleiten om het regionaal te bekijken. De bedoeling van die omgekeerde toegankelijkheid is nu net dat er een verplichting zou zijn, dat er met alle actoren, regionaal en lokaal, wordt bekeken hoe we die toegankelijkheidsregeling zullen uitwerken. Er wordt al jarenlang heel mooi in de regelgeving gevraagd om vanaf 2018 te werken aan een toegankelijkheidsregeling. Er is geen enkele stok achter de deur. Geen enkel element op het terrein zet ertoe aan om dat te doen. Ik zie dat een aantal mensen die tegen de toegankelijkheid van natuur en bos zijn met de voeten slepen en geen enkele initiatief nemen om iedereen rond de tafel te brengen en te werken aan een toegankelijkheidsregeling. De beste manier om dat wel te doen is om dat om te draaien en om ervoor te zorgen dat alles toegankelijk is, tenzij er een toegankelijkheidsregeling is en iedereen op dezelfde lijn zit en iedereen rond de tafel zit. Dat is de beste manier.

Zeggen dat dat een gigantische investering zal vragen in bordjes of infrastructuur… Collega’s, ik kom heel veel in het bos, u kent allemaal de bordjes van het ANB. Dat zijn groene bordjes met een hand op. Die zeggen waar je niet in mag. Die bordjes staan daar vandaag. Als ik dan met mijn mountainbike in het bos rijdt, kom ik vaak een prikkeldraad tegen: privaat bos waar je niet door mag. Ook dat zal niet nieuw zijn, veronderstel ik. Dat ligt er vandaag al allemaal bij die private bossen. Kom mij nu dus eens vertellen waar het grote knelpunt zit voor die omgekeerde toegankelijkheid. Collega’s, ik geef u op papier dat het veel beter zal zijn uitgewerkt. Er zal een verplichting zijn, ook voor de lokale boswachters en voor het ANB en voor Natuurpunt en voor de lokale besturen, over welke delen we gaan beschermen, over hoe de biodiversiteit moet worden beschermd, hoe we daarover zullen nadenken en hoe we daarover kunnen communiceren. Ik ben er echt van overtuigd dat dat een veel beter systeem is en dat dit op het terrein veel meer zal opleveren.

Als het vandaag dan toch allemaal zo perfect is, en als het vandaag allemaal zo goed is, vraag ik mij af waarom de jeugdsector al jaren vraagt om daar iets aan te doen. Wij verstikken in de aanvragen om in het bos te mogen. Wij verstikken in de papiermolen. Het is op dit moment zo moeilijk om het bos te betreden. Ik vind, collega’s, conform het regeerakkoord, dat het logisch is om dat om te draaien. Er zijn inderdaad een aantal opmerkingen geformuleerd in het niet-unanieme advies van de Minaraad. Uiteraard zullen wij dat aan de regering voorleggen, om daarop ook een antwoord te formuleren.

Collega’s, dat is de stand van zaken. Uiteraard zullen wij op basis van wat is geformuleerd een tweede keer naar de regering gaan en bekijken wat daar het resultaat zal zijn.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (CD&V)

Minister, dank u voor het bijkomende antwoord. Ik zei daarnet al dat ik heel graag uw aanpak steun omdat ik er echt van overtuigd ben dat een mentale switch de mensen ertoe zal aanzetten om de oefening te maken en bewust de keuze te maken die nu misschien wat onbewust wordt gemaakt. Dit wordt gesteund door de overheid. Het is heel duidelijk dat we vanuit de overheid niet het signaal willen geven dat als we niets doen het niet toegankelijk moet zijn. Als men niets doet, dan is het toegankelijk. Met andere woorden, we maken een bewuste keuze daar waar het eventueel niet toegankelijk is om heel bewuste en duidelijk aanwijsbare redenen. Dat is een heel belangrijke stap. Ik hoop dat we echt die sprong kunnen maken naar meer toegankelijk bos.

Collega’s, ik wil jullie vragen om de discussie over meer bos niet te blijven mengen in deze discussie, want dat is naar mijn aanvoelen kat en muis spelen. U kunt pleiten voor meer bos, maar meer bos dat niet toegankelijk is, zal ons geen stap verder helpen.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

Minister, u zegt dat er al lang een pleidooi was vanuit de jeugdsector voor meer toegankelijk bos. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat binnen de bestaande regelgeving het ANB dat had gekund. U verwijst naar de regeling van 2008. Binnen de regels die er vandaag zijn, waren of zijn er toch mogelijkheden om extra ruimte te creëren zonder die toegankelijkheid om te keren. Dat is mijn aanvoelen.

U zegt dat u, wanneer u met uw mountainbike of quad – ik weet niet meer wat u zei – door het bos rijdt, altijd wel ergens prikkeldraad tegenkomt waar u niet door kunt, en dat is dan een privaat bos. Ik denk niet dat alle private bossen omheind zijn met prikkeldraad. Ik hoop in elk geval dat dat niet zo is. Dat zou ik jammer vinden. Dat is dus een beetje kort door de bocht.

Wat ik u dan wel hoor zeggen – als ik u tenminste goed begrepen heb, en wat ik wel positief vind – is dat in eerste instantie de bordjes er staan, enzovoort, en dat we daar niets aan gaan doen. We zullen daar dan ook geen extra middelen insteken. Ik vraag mij af of dat kan. Dan zegt u dat we niet meteen iets gaan veranderen, dat we rond de tafel gaan zitten met de betrokkenen, en dan bekijken waar we wat zullen doen. Dat wordt dus een soort maatwerk, gebiedsgericht. Als dat zo is, dan kan ik natuurlijk wel een eind met u meegaan. De theorie is dat we de toegankelijkheid omkeren. In de praktijk gaan we dan bekijken of en waar we dit zullen toepassen. Dan kan ik er wel mee leven. Maar misschien heb ik dat niet goed begrepen.

De voorzitter

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Open Food Conference Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Koningin Mathilde stelt onrechtvaardige cacaoprijzen aan de kaak Lees meer
 
 
Doelgerichtere veredeling naar inuline-rijkere cichorei door CRISPR/Cas Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Ontwerpprogramma 2023-2027 van het Federaal Reductieplan voor GewasbeschermingsmiddelenLees meer
 
 
Afschaffen constructie ‘samengestelde landbouwer’: overgangsregeling Lees meer
 
 
Preventieve maatregelen tegen uitbraak bacterievuur bij fruit- en bomenkweekLees meer
 
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer