De tweede FAR dient dan binnen de 6 à 8 dagen toegepast te worden. Op veel percelen worden dan ook belangrijke opkomsten van melganzevoet gezien. Daarnaast kiemen er door de warmte onkruiden van alle slag zoals bingelkruid, herik, zwarte nachtschade,… Op sommige velden kan men ook heel wat kiemende mosterd zien nadat de groenbemester in bloei kwam. Indien het kiemlobstadium van de onkruiden overschreden is dient de FAR dosis aangepast te worden.
Adviezen in dit verband zijn beschreven in de FAR Memo 2018.