Voor het eerst kunnen we de hitteproblematiek gedetailleerd in beeld brengen, dankzij modelberekeningen die VITO uitvoerde in opdracht van de VMM. De nieuwe reeks kaarten laat toe tot op straatniveau in te zoomen en lokale hotspots te identificeren. Zo kunnen we niet alleen de huidige situatie analyseren, maar ook vooruit kijken tot 2100 voor verschillende mogelijk scenario’s.
- In steden krijgen we nu gemiddeld bijna dubbel zo vaak te maken met hittestress als in meer landelijke regio’s. Hoe groter de stad, hoe hoger het hitte-effect. Ook de afstand tot de kust en de bodemsamenstelling spelen een duidelijke rol: door gebrek aan verkoelende zeelucht lopen de temperaturen boven de zandige bodem in Limburg hoger op dan in West-Vlaanderen.
- Bepaalde hitteniveaus komen nu enkel in de centra van grote steden voor tijdens een uitzonderlijk warme zomer. Die niveaus zullen in de toekomst op meer plaatsen bijna jaarlijks voorkomen.
- Het aantal hittegolfdagen per jaar zal toenemen. In het geval van een laag-klimaatscenario : van 4 nu naar 7 in 2100. Bij een hoog-klimaatscenario, dat niet langer uit te sluiten is: 11 in 2030, 18 in 2050 en 50 in 2100.
Wat te doen bij hittestress?
Vooral jongere kinderen tot 4 jaar en 65-plussers zijn gevoelig voor hittestress. Zorg voor voldoende luchtcirculatie, voorzie schaduwrijke plekken en voldoende drinkwater, … Het zijn enkele maatregelen die nodig zijn om de gezondheidsimpact van hittegolven binnen de perken te proberen houden.
Bekijk de hittekaarten op klimaat.vmm.be
Lees het volledige MIRA onderzoeksrapport
