Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 24 okt 2019 17:03 

Strijd tegen voedselverlies


Vraag om uitleg over de strijd tegen voedselverlies van Tom Ongena aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

De heer Ongena heeft het woord.

Tom Ongena (Open Vld)

Blijkens een nieuw rapport van de Wereldvoedselorganisatie raakt zowat 14 procent van de wereldwijde voedselproductie verloren nog voor het voedsel in de winkels terechtkomt. Daarbij maakt men wel een onderscheid tussen het verlies van voedsel, wat verloren gaat na de oogst of tijdens het transport, enerzijds, en afval, de pure voedselverspilling anderzijds. Ik beperk mij hier tot het probleem van het voedselverlies.

In 2011 schatte de Wereldvoedselorganisatie nog dat ongeveer een derde van het wereldwijde voedsel verloren geraakt of weggegooid wordt. Maar dat cijfer heeft men ondertussen in recente publicaties wat genuanceerd.

Volgens de organisatie zijn de slechtste leerlingen van de klas Zuid-Azië, Noord-Amerika, maar ook Europa. Wel is er een onderscheid naargelang het gaat om kwetsbaar voedsel en fruit of niet. Groenten en fruit gaan uiteraard vaker verloren dan langer houdbare producten zoals granen. Maar de grootste verliezen worden sowieso genoteerd bij producenten waar oogsten en slachten plaatsvindt. Dat heeft vaak te maken met slechte stockage-infrastructuur.

Het rapport van de Wereldvoedselorganisatie heeft betrekking op mondiale ontwikkelingen en hoeft niet per se representatief te zijn voor de situatie in Vlaanderen. We hebben immers niet stilgezeten in de strijd tegen voedselverliezen. Sinds 2015 worden via de ketenroadmap Voedselverlies cijfers bijgehouden als middel om het doel te realiseren, namelijk een reductie met 15 procent tegen 2020. Tijdens de vorige legislatuur werd daarover ook een resolutie goedgekeurd.

Minister, die roadmap is er. Hebt u al zicht op de aanpak van voedselverliezen sinds 2015 in Vlaanderen? Hoe is dat geëvolueerd? Worden er nog regelmatig problemen vastgesteld bij landbouwbedrijven? Zijn er specifiek in de slachthuizen of in andere slachtinrichtingen nog werkpunten om eventuele voedselverliezen verder te beperken?

Uit de cijfers van 2017 bleek dat voedselverlies in Vlaanderen ten opzichte van de totale productie weliswaar vrij beperkt bleef, mede dankzij initiatieven van veilingen en supermarkten die hun overschotten wegschenken aan minderbedeelden. Hebt u zicht op de verdere evolutie tijdens de laatste twee jaar, sinds 2017?

Welke impact hebben het teruggooiverbod en de aanlandingsplicht in de visserij op het vlak van die voedselverliezen? Slagen ook onze visveilingen erin om die voedselverliezen te beperken?

Het actieplan, dat een reductie van 15 procent voorziet, loopt volgend jaar af. Het is nog vroeg. Ik pols enkel naar uw intentie. Ik verwacht absoluut nog geen afgewerkt plan. Maar hebt u al enige ambitie om naar een nieuw actieplan over te gaan?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Tja, collega’s, op dit ogenblik zitten we een beetje in de twilightzone. Ambities te over, maar er moet nog veel worden geconcretiseerd. Maar dat zal nog gebeuren in de komende periode.

Mijnheer Ongena, u weet dat er een ketenroadmap Voedselverlies bestaat. Daarin zetten de overheid en de sector samen in op het reduceren van voedselverliezen om zo kosten te besparen en milieuwinsten te realiseren.

Het rapport van de Food and Agriculture Organisation, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, heeft betrekking op mondiale ontwikkelingen. In opkomende economieën is er nog een groot potentieel om de technieken en praktijken op het vlak van oogst, opslag, transport en verwerking te verbeteren.

West-Europa staat op technisch vlak al een heel stuk verder. De verliezen in het begin van de keten hebben bij ons, naast de schommelende natuurlijke omstandigheden waarin de landbouw opereert, veeleer te maken met knelpunten zoals vraag en aanbod die niet optimaal op elkaar afgestemd zijn. Het opleggen van hoge cosmetische kwaliteitseisen kan ook ongewild tot voedselverliezen leiden. Soms worden reststromen ook onvoldoende gevaloriseerd.

Hier zetten we met de Ketenroadmap dan ook op in. Het Innovatiesteunpunt en Flanders DC gaan via het Interregproject Food Heroes ondernemers uit de landbouw en voedingsindustrie samenbrengen met de creatieve sector om nieuwe producten te ontwikkelen uit overschotten en reststromen en om deze succesvol in de markt te zetten. Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) heeft in het ‘Fresh Food Logistics’-project producenten van verse voeding, de retailsector en logistieke bedrijven samen rond de tafel gebracht om de logistieke keten, het voorraadbeheer en de voorspelling van de toekomstige vraag te verbeteren. Als je beter kunt voorspellen, kun je er ook beter op inspelen.

Het Departement Landbouw en Visserij heeft in een casestudie van 2017 het voedselverlies ten gevolge van het hanteren van cosmetische kwaliteitseisen in de sector groenten en fruit in kaart gebracht. Dat vind ik persoonlijk een vervelende kwestie, want hoe hoger de eisen, des te meer producten uit de boot vallen. De vraag is dus hoe wij daarnaar kijken.

Wat de slachthuizen betreft, geldt dezelfde redenering. De Vlaamse slachthuizen zijn ondernemingen die streven naar een zo hoog mogelijke optimalisatie van het slachtproces. Daarbij wordt de verwerking van het karkas zo efficiënt mogelijk georganiseerd. Er wordt daarbij ook actief ingezet op afzetkanalen voor restproducten van het slachtproces. De laatste jaren hebben slachthuizen flink geïnvesteerd in moderne, ruime en zeer efficiënt werkende koelruimtes. Hierdoor worden de karkassen en andere delen zeer snel gekoeld om vochtverliezen te vermijden en sneller op transport te kunnen. Men vertelt mij dat de op dit moment beschikbare stockageruimte binnen de Vlaamse slachthuizen ruim voldoende is om aan de stockagevraag tegemoet te komen.

Wat uw vraag over de nulmeting betreft: die nulmeting is gebaseerd op cijfergegevens van 2015. Het nieuwe monitoringsrapport dat eerder dit jaar gepubliceerd werd en waarnaar u verwijst, toont de resultaten van een vervolgmeting op basis van cijfergegevens voor het jaar 2017 voor de schakels visserij, veilingen, voedingsindustrie, retail en huishoudens. Voor de schakels landbouw, horeca en catering zijn er geen tussentijdse data beschikbaar. In 2020, het laatste werkingsjaar van de Ketenroadmap Voedselverlies, zal een eindmeting worden uitgevoerd. Er komt dus nog een vervolgmeting.

Hoewel er geen volledig ketenbeeld beschikbaar is, zien we toch wel positieve signalen en ik geef ze u mee.

Ten eerste blijft het voedselverlies ten opzichte van de totale productie en consumptie beperkt en hebben we winsten geboekt ten opzichte van de nulmeting voor zo goed als alle schakels. Het relatieve verlies in de visserij bedraagt nu 6 procent. In de retail gaat het om 2,6 procent, in de voedingsindustrie gaat het om 1,3 procent. Bij de veilingen komen we aan een relatief verlies van 0,9 procent. Bij de huishoudens bedraagt het relatieve verlies van voedsel en dranken ten opzichte van de aankopen toch 8 procent.

Het schenken van voedseloverschotten zit in de lift, onder meer bij de veilingen en de retail.

De omvang van voedselreststromen en voedselverliezen neemt af in de visserij en de veilingen. De lichte stijging in de retail is vermoedelijk in hoofdzaak te wijten aan een accuratere meting. De meest recente cijfers van Comeos, de cijfers voor 2018, wijzen op een daling.

Dan zijn er ook de cascade-indexscores, een index om de valorisatie-inspanningen van een sector uit te drukken. Die scores blijven op een gelijk niveau of nemen toe. Dat betekent dat de beschouwde sectoren dus naar boven klimmen op de cascade van waardebehoud door hun voedselreststromen hoogwaardiger te valoriseren. Als je dus meer kunt valoriseren, stijgt je score.

Uw laatste vraag gaat over de visserij. De laatste hervorming van het Europese gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), die in 2014 plaatsvond, voerde een aantal belangrijke wijzigingen door de aanpak van de visserijen in. Een daarvan was de zogenaamde aanlandingsverplichting, die sinds 1 januari 2019 volledig van kracht is. Alle vangsten van quotasoorten, ongeacht of het al dan niet om ondermaatse vis gaat, worden sindsdien aangeland, op enkele uitzonderingen na, bijvoorbeeld voor beschermde soorten die onmiddellijk moeten worden teruggezet of voor soorten met hoge overlevingskans.

Het is verboden om de aangevoerde ondermaatse vis te verkopen voor rechtstreekse menselijke consumptie. De aanlandplicht is ingevoerd om iets te doen aan het overboord gooien van een deel van de vangst. Ondermaatse of boven het quotum gevangen vis mag niet meer teruggegooid worden. Verplicht aanlanden mag natuurlijk geen doel op zich zijn.

Ik vind dat in de eerste plaats de focus moet liggen op het selectief vissen en het vermijden van ongewenste vangsten. Dat is niet eenvoudig omdat onze Vlaamse visserij een gemengde visserij is. Toch gebeurt dit reeds op heel onderscheiden manieren, bijvoorbeeld door aanpassingen aan het vistuig. Dat werd door voormalig minister Schauvliege al verplicht gesteld, waardoor ondermaatse tong beter kan ontsnappen.

Er wordt onderzoek gedaan naar het verhogen van de overlevingskansen van schol. Als er te veel ongewenste vangst is, dan moet het vaartuig onmiddellijk een aantal mijl opschuiven. Als de quotarechten van een bepaalde soort volledig opgebruikt zijn, verbieden we onze Vlaamse vissers om verder te gaan vissen in dit zeegebied. Dat is ook allemaal zeer complex, maar ik heb tot mijn verrassing vastgesteld dat, ook al is het moeilijk, men echt probeert om daar positieve actie in te ondernemen.

Het kwantitatieve effect van de volledige aanlandingsplicht sinds 1 januari 2019 is nog niet gekend, maar de sector zet wel in op selectiever vissen. Daardoor zien we een dalende trend in het voedselverlies.

De afgelopen jaren zijn er relatief positieve resultaten neergezet door de Vlaamse overheid en de diverse schakels in de keten. Elk jaar hebben we daarover ook gerapporteerd. Ik wil zeker doorgaan op dit pad van samenwerking met de keten. Er zijn positieve signalen, zo blijkt uit de monitor, maar we moeten onze inspanningen volhouden en versnellen als we de doelstelling van 15 procent willen halen.

Daarom treffen we voorbereidingen voor een nieuwe preventieplan voedselverlies voor de periode 2021-2025. Binnen de Vlaamse overheid wordt de opmaak van dit plan gecoördineerd door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), het Departement Omgeving en het Departement Landbouw en Visserij.

In het Vlaams regeerakkoord hebben we afgesproken dat de reductie van voedselverspilling een absolute prioriteit is voor deze nieuwe regering. We willen naar een halvering gaan tegen 2030, wat zeer ambitieus is. Dat zal moeten gebeuren in samenwerking met en binnen de keten. We streven naar een volledig circulaire economie, ook in de agrovoedingsketen.

Ik ga de vraag nu een beetje te buiten, maar maandag was er een discussie binnen onze gemeenteraad over de prijs van de huisvuilzak. Er is gekeken naar wat in die restafvalzak zit. Onze schepen van Leefmilieu heeft daar tot haar negatieve verrassing vastgesteld dat er zelfs niet-gebruikte niet-vervallen producten in zitten. Het is bijzonder spijtig dat dit nog steeds gebeurt, maar dat is natuurlijk menselijk gedrag. We proberen daar ook een impact op te hebben.

Het doel is dus een volledig circulaire economie in de agrovoedingsketen. Dat betekent dat we zeer intens zullen moeten samenwerken, ambitieus moeten zijn en een nieuw plan zullen maken.

De voorzitter

De heer Ongena heeft het woord.

Tom Ongena (Open Vld)

Minister, we zijn uiteraard blij voor de ondermaatse tong die nu kan ontsnappen. (Gelach)

Het is ook goed dat er andere maatregelen genomen worden om de negatieve effecten die zo'n aanlandingsplicht kan hebben op voedselverlies, tegen te gaan.

We kijken natuurlijk uit naar de cijfers in 2020. Ik heb begrepen dat er niet veel tussentijdse metingen zijn. In 2020 zullen we in de eindmeting zien of we die 15 procent halen. U geeft aan dat de inschattingen positief zijn, voor zover u dit kunt beoordelen. Uiteraard zijn we ook blij dat u de ambitie verderzet om nog een stapje verder te gaan in de hoop dat we die 15 procent halen en dat we in 2030 naar 50 procent gaan. Ook al zijn de percentages relatief laag, toch zijn we het er allemaal over eens dat we moeten proberen om elke vorm van voedselverlies en verspilling tegen te gaan.

Ik heb nog een specifiek aandachtspuntje. Er is blijkbaar in de rapportering naar Europa wat discussie over de juiste definitie van voedselverlies en waste. Daardoor riskeert Vlaanderen door te gaan als slechte leerling in de klas, hoewel dat feitelijk niet zo is. Kunt u initiatieven nemen om te vermijden dat we onnodig in dat verdomhoekje worden gezet?

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Minister, we zijn verheugd dat u zeer ambitieus bent inzake het nieuwe actieplan. Het lopende actieplan bestaat uit negen actieprogramma’s. Hebt u er zicht op in welke actieprogramma’s we succes boeken en waar we eventueel extra op moeten focussen in het volgende plan zodat we dat volgend plan gericht kunnen opstellen?

De voorzitter

Minister Crevits heeft het woord.

Minister Hilde Crevits

Collega Coel, ik zal eerst op uw vraag antwoorden. We gaan eerst de volledige evaluatie maken. Pas dan kunnen we de prioritering doen. Het doel in het regeerakkoord is zeer fors, niet alleen voor de landbouw maar voor diverse sectoren. Daar zullen we naartoe moeten werken. Ik vrees dat het wat vroeg is om daar nu uitspraken over te doen.

Collega Ongena, nopens de definitie hebt u absoluut gelijk. Dat is ook een discussie die we hier onder elkaar gevoerd hebben. Zonder een duidelijke definitie kun je natuurlijk bij de besten of bij de slechtsten zijn, afhankelijk van de gehanteerde definitie. Dat het moet verminderen, is echter een feit. We zullen kijken of we tot eenduidigheid kunnen komen, want op dit moment zitten we in een niet zo duidelijke zone, en dat kan problemen geven.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Open Food Conference Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
De Under-Cover overkapping ook in land- en tuinbouwLees meer
 
 
Koningin Mathilde stelt onrechtvaardige cacaoprijzen aan de kaak Lees meer
 
 
Doelgerichtere veredeling naar inuline-rijkere cichorei door CRISPR/Cas Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Ontwerpprogramma 2023-2027 van het Federaal Reductieplan voor GewasbeschermingsmiddelenLees meer
 
 
Afschaffen constructie ‘samengestelde landbouwer’: overgangsregeling Lees meer
 
 
Preventieve maatregelen tegen uitbraak bacterievuur bij fruit- en bomenkweekLees meer
 
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer