Het mag dan al een paar dagen stevig regenen, gevolgen voor het grondwaterpeil heeft die neerslag vooralsnog niet. Onze bodem blijft kurkdroog. ‘Het water van deze korte, hevige buien loopt gewoon weg langs de riolering’, zegt Katrien Smet, woordvoerster van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
Het lijkt niet zo, maar de voorbije drie maanden waren in ons land droger dan gemiddeld. ‘Gelukkig was april een koude maand, waardoor er minder verdamping van water was. Anders waren de grondwaterstanden misschien nog verder gezakt’, aldus Katrien Smet.
Dit jaar was de winter droog, maar ook het voorjaar. In april was er weinig neerslag, zeker in de tweede helft van de maand was het erg droog.
Die droge periodes worden afgewisseld met natte periodes, vooral in de vorm van hevige, lokale plensbuien die we de afgelopen dagen massaal te verwerken kregen. Maar ondanks de hevige regenval heeft het grondwaterpeil zich in België nog niet hersteld. ‘We hebben langdurige, zachte regen nodig, zodat het water tijd krijgt om in de grond te dringen. Het water van deze korte, hevige buien stroomt gewoon af’, aldus de woordvoerster van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Structurele problemen zoals lintbebouwing en een hoge bevolkingsdichtheid met veel beton en verharding spelen de Belgische bodem parten. De bouwshift moet daar verandering in brengen, maar op korte termijn hebben we de komenden weken zachte, aanhoudende regen nodig om het grondwater weer op peil te krijgen.
De voorbije zomers hebben aangetoond dat Vlaanderen kwetsbaar is voor waterschaarste. Krijgen we dit jaar dan opnieuw problemen, met mogelijk een oppompverbod? ‘Dat is moeilijk om te voorspellen, omdat de kans bestaat dat we een natte zomer krijgen’, aldus Katrien Smet. ‘Maar statistisch gezien volgen nu uiteraard wel de meest droge maanden. We hebben zware langdurige regen nodig. Bovendien zijn we met een achterstand aan het winterseizoen begonnen door de droogte van afgelopen zomer en najaar.’
Grondwaterstanden vaak laag voor tijd van het jaar
In meer dan de helft van de meetplaatsen heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) begin mei lage of zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar opgetekend. Bij net geen vier op de tien van de waterlopen stelde ze bovendien lage of zeer lage debieten vast.
April verliep een stuk droger dan normaal in het westen en het centrum van Vlaanderen, benadrukt de VMM, terwijl in het oosten de neerslagcijfers aanleunden tegen de normale waarden. Dat had een effect op de grondwaterstanden, die ten opzichte van een maand eerder op 87 procent van alle meetplaatsen zijn gedaald.
Dat de grondwaterstanden dalen tijdens het hydrologische zomerseizoen vanaf april, is normaal, benadrukt de VMM. "Ongeveer de helft van alle meetplaatsen vertoont wel een lage (23 procent) tot zeer lage (28 procent) grondwaterstand voor de tijd van het jaar." De oppervlakkige bodemverzadiging is overal in Vlaanderen gedaald en is nu gemiddeld voor de tijd van het jaar.
Wat de onbevaarbare waterlopen betreft, zijn de veertiendaagse gemiddelden van de debieten op de meeste plaatsen gedaald of stabiel gebleven. Maar op één locatie nam de VMM een stijging waar. Op 21 procent van de locaties (16 van de 77 meetposten) worden momenteel lage gemiddelde debieten waargenomen, op 18 procent (14 meetposten) worden zeer lage debieten gemeten voor de tijd van het jaar. "Hoewel ze verspreid over Vlaanderen voorkomen, vinden we de hoogste concentratie lage en zeer lage debieten in het Dijle- en Demerbekken terug", luidt het.