Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 10 jun 2022 12:03 

Zware regenval Pinksterweekend: Rampenfonds?


Actuele vraag over de aanpak van de zware regenval, naar aanleiding van het noodweer op 6 juni 2022
van Tinne Rombouts aan minister Zuhal Demir

Actuele vraag over wateroverlast en modderstromen na de hevige regenval tijdens het pinksterweekend in onder meer Landen
van Mieke Schauvliege aan minister Zuhal Demir

Actuele vraag over de wateroverlast en de nood aan erosiemaatregelen in Vlaanderen
van Bruno Tobback aan minister Zuhal Demir

Actuele vraag over de overstromingen van het pinksterweekend en de eventuele tegemoetkoming van het Vlaams Rampenfonds
van Arnout Coel aan minister Jan Jambon

De voorzitter

Het antwoord wordt gegeven door minister Demir en minister Diependaele.

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (cd&v)

Collega’s, ik denk dat de beelden van keukenkasten onder de modder, van vernielde meubels en van het afspoelen van pas ingezaaide akkers iedereen dit weekend opnieuw naar de keel gegrepen hebben.

De schade voor de inwoners van die gemeenten die zijn getroffen door de ramp, is immens. Dit heeft een ravage achtergelaten. De bijzonder intense regenbuien, zelfs met pieken van 30 à 40 milliliter per half uur, zorgden voor heel veel schade en wateroverlast. We hebben een intens droge periode gehad, waardoor de bodem was verhard en afstroming dus werd versneld. We hebben omgekeerd moeten vaststellen dat die intense regenval ervoor zorgde dat ook ons rioleringsstelsel die wateroverlast niet aankon. Dat maakt dat heel veel partners wat hopeloos worden: hoe gaan we in de toekomst die intense regenval aanpakken? Hoe gaan we voorkomen? Er zijn al heel wat investeringen gebeurd. Aan de andere kant wachten er nog heel wat projecten op uitvoering omdat er geen budgetten zijn of omdat, bijvoorbeeld voor rioleringsprojecten, de doorlooptijd heel lang is.

We weten dat er meer intense regenperiodes komen, maar de vraag is hoe we iedereen gaan ondersteunen en de krachten bundelen om die intense regenval die zich sneller en steeds meer zal voordoen, het hoofd te bieden.

Minister, het is een collectieve verantwoordelijkheid, maar Vlaanderen heeft wel heel wat sleutels in handen. Bij dezen dan ook mijn vraag: op welke manier zult u de lokale besturen meer ondersteuning bieden om daadwerkelijk een antwoord te bieden op zo’n intense regenval? Hoe zult u onze burgers mee aanzetten tot het voorzien in wateropvang op hun eigen percelen?

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Collega’s, afgelopen pinksterweekend was het weer zover. We zagen overstroomde straten, kelders, huizen, woningen, akkers in Landen, Zomergem, Waarschoot ... Eigenlijk overal in Vlaanderen zagen we diezelfde verschrikkelijke beelden: een massa die door de straten kolkte en enorme modderstromen met zich meebracht. Minister, afgelopen lente heeft uw departement een evaluatie van het erosiebeheer naar buiten gebracht. Uit die evaluatie blijkt dat er een aantal maatregelen worden genomen, maar dat die te weinig zijn en op veel te weinig plaatsen worden toegepast, met alle gevolgen van dien, met enorme modderstromen door hevigere neerslag tot gevolg.

Het is zeer belangrijk dat heel Vlaanderen wordt beschermd tegen die modderstromen, dat, met andere woorden, dat erosiebeleid dat is opgezet, wordt uitgebreid en dat daar echt wetgeving aan wordt gekoppeld, wetgeving die verder gaat dan wat vandaag wordt toegepast. Minister, mijn vraag is dan ook zeer concreet: wanneer zult u de maatregelen die in dat erosiebeleid zijn uitgetekend, verder uitrollen ter bescherming van heel Vlaanderen tegen die onwaarschijnlijke modderstromen? Wanneer komt u met een concreet voorstel daarover? Hoe zult u daarvoor samenwerken met uw collega’s? (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Minister, wat er het afgelopen weekend, de afgelopen dagen in onder meer Landen en Gingelom is gebeurd, bewijst eigenlijk één ding: enkele of zelfs vrij veel maatregelen werken niet als niet iedereen meedoet. Wateroverlast kennen we al een tijdje. Plotse neerslag met wateroverlast na een lange droge periode, dat kennen we ook al een tijdje. Er zijn in allerlei gemeenten, ook in Landen, al een pak maatregelen genomen. Er zijn wachtbekkens aangelegd en dergelijke meer. Het erosiebeleid is echter een pijnpunt en een zwak punt in dat hele verhaal. Water door de straten zien lopen is immers één ding, water in de kelder zien staan, is een tweede ding, maar het is een derde ding om daar een half aardappelveld in te vinden dat je moet wegscheppen nadat het water weer is weggetrokken. Dat is de realiteit voor heel veel burgers, ook in gemeenten waar men al flink wat belastinggeld heeft besteed aan het voorkomen van wateroverlast.

Het rapport waarnaar collega Schauvliege verwees, dateert nog maar van maart van dit jaar, denk ik. Het wijst op een aantal duidelijke pijnpunten. De maatregelen die zijn genomen inzake erosiebestrijding werken waar ze worden uitgevoerd. Het probleem is dat ze niet overal worden uitgevoerd, dat niet alle landbouwers meedoen omdat er een grote mate van vrijwilligheid is en dat er eigenlijk zo goed als geen controle, dus handhaving is, op de naleving van maatregelen, waarvoor we nochtans in veel gevallen betalen. Het resultaat is dat men na iedere zware regenbui, als het wat tegenvalt, als het niet in natuurgebied is, in de kelders en de tuinen van de mensen een massa grond vindt die daar eigenlijk helemaal niet thuishoort en waar niemand beter van wordt, want ook voor de landbouw is dat soort erosie geen goede zaak. Dat is immers uiteindelijk verlies van grond.

De vraag is dus simpel, minister. Er wordt in dat rapport heel duidelijk opgeroepen om krachtdadiger op te treden, om er meer handhaving in te doen, om het terrein waarop het wordt toegepast, uit te breiden. Gaat u dat – onder andere naar aanleiding van wat er nu in Landen en Gingelom is gebeurd – doen? (Applaus bij Vooruit)

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Ministers, de collega’s schetsten het al: afgelopen weekend werden meerdere Vlaamse gemeenten getroffen door ernstige wateroverlast. Ook in Oost-Brabant en het Hageland bleven ze niet gespaard van de malaise. Met name in Landen vonden de zwaarste overstromingen plaats in twintig jaar tijd. De beelden spraken voor zich en de schade voor de getroffen gezinnen en ondernemingen is groot. Maar, in tegenstelling tot de collega’s, wil ik in eerste instantie minder focussen op de structurele oplossingen – waar ze het wel terecht over hebben –, maar ingaan op de acute steun aan de getroffen gezinnen.

Veel gezinnen en ondernemingen zullen in de eerste plaats hun verzekeraar aanspreken om de geleden schade te vergoeden. Dat zal echter niet altijd volstaan. In sommige gevallen en onder bepaalde voorwaarden kunnen getroffen gezinnen ook een beroep doen op het Vlaams Rampenfonds voor goederen die niet verzekerbaar zijn. Dit kan enkel op voorwaarde dat de wateroverlast als ramp erkend wordt door de Vlaamse Regering. Die laatste stap – de erkenning als ramp – leidde afgelopen zomer tot heel wat discussie met een aantal gemeenten die duidelijk zwaar getroffen waren, maar waar geen erkenning als ramp voor werd vastgesteld. Denk, onder andere, aan Zoutleeuw en Herk-de-Stad. Schade op zich is volgens het decreet niet voldoende om van een ramp te kunnen spreken. De oorzaak moet ook een historisch uitzonderlijk karakter hebben. De paramaters daarvoor zijn behoorlijk streng. Erkenning of niet, de geleden schade blijft wel reëel.

Daarom stel ik volgende vraag aan minister-president Jambon – maar ik begrijp dat minister Diependaele zal antwoorden: welke stappen onderneemt de Vlaamse Regering om de gezinnen en ondernemingen die getroffen zijn door de waterlast van afgelopen weekend, te helpen en te ondersteunen?

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u wel, collega’s.

Wij worden meer en meer geconfronteerd met felle regenval ten gevolge van de klimaatverandering en ook de mogelijke overstromingen die er zijn, en de impact wordt feller en feller. Die zal niet verbeteren, en dat betekent ook dat we grote stappen zullen moeten zetten.

Ik ga het niet hebben over de Blue Deal, ik ga het hebben over het erosiebeleid. Ik denk dat dat een cruciaal stuk vormt om de gevolgen van de overstromingen te verzachten. Er zijn op Vlaams niveau uiteraard al een aantal zaken. Denk maar aan het in kaart brengen van de erosiegevoelige gebieden. Lokale besturen kunnen een beroep doen op allerhande subsidies. Ze worden ook ondersteund bij het opmaken van erosiebeheersplannen. Een op de drie lokale besturen heeft dat vandaag de dag. Er is ook de ondersteuning van erosiecoördinatoren. Maar dat is niet voldoende.

Het erosiebeleid is grondig geëvalueerd. Ik heb dat ook gevraagd aan mijn Departement Omgeving. Die evaluatie werd dit voorjaar afgerond en, wat daarin – samen met de experten – wordt gezegd, mogen we niet in twijfel trekken. Ik denk dat het heel duidelijk is dat we brongericht moeten werken. Een brongerichte aanpak is nodig, zodat er niet langer modder van onze velden af kan stromen. Dat betekent dan ook kijken naar de aanplant van hagen en houtkanten. We doen dat vandaag de dag, maar dat is inderdaad vrijwillig. Er zijn professoren die vragen of we dat niet kunnen verplichten. Ik denk dat we daar eens moeten naar kijken, net als naar bufferstroken bijvoorbeeld, maar ook de juiste teeltkeuze en een aangepaste manier van bewerken. Dat zijn allemaal brongerichte maatregelen. Die zullen er ook voor zorgen dat vruchtbare bodems niet langer wegspoelen van de akkers en dat er ook geen modderstromen komen die zorgen voor overlast en schade.

Verstopping van de rioleringen is een andere problematiek. Wat het proper maken van slib betreft, heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) – als ik mij niet vergis – vorig jaar alleen al 7,5 miljoen euro vrijgemaakt om slib proper te maken. Vandaar dat ik er ook voor pleit om brongericht te gaan werken. Daarom heb ik ook het stroomgebiedbeheerplan geüpdatet. We hebben daarin verregaande beleidsmaatregelen inzake erosie voorgesteld. Die worden op dit moment in de schoot van de regering besproken. Ik heb iedereen goed gehoord, zowel meerderheid als oppositie, en ik hoop dan ook dat we daar heel snel kunnen doorgaan. Want daar zitten die concrete maatregelen waarmee we een stevig beleid rond erosie kunnen voeren. Dat zit in bespreking en krijgt hopelijk snel groen licht. Want ik ben ook wat ongeduldig, maar men heeft mij gezegd dat geduld een mooie deugd is in de politiek. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)

‘Dat is niet waar’, zegt de minister van Financiën.

Een tweede zaak is het strategisch plan gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Ik heb vernomen dat de Europese Commissie heel duidelijk heeft gezegd dat het niet volstaat, wat Vlaanderen heeft ingestuurd naar Europa. Dat betekent dus ook dat ik met collega Brouns, de minister bevoegd voor Landbouw, zal moeten kijken hoe we daarin wat verregaandere maatregelen kunnen nemen. Een belangrijk element daarin zal het probleem van de erosie zijn, het afstromen van vruchtbare grond uit landbouwgebieden, richting waterlopen en bewoning. Het lijkt me een taak van de Vlaamse Regering, en bij uitbreiding eigenlijk van elke beleidsmaker, zowel lokaal en provinciaal als op Vlaams niveau, om te zoeken naar oplossingen. Ik denk dat op dit moment alles op tafel ligt – ook naar aanleiding van de evaluatie die we hebben uitgevoerd – om nu een heel duidelijke keuze te maken voor concrete maatregelen, en misschien ook dwingender maatregelen. Ik weet dat niemand het graag heeft dat we met dwingende maatregelen komen, maar nood breekt wet, collega’s, ook in dezen.

De miserie die we hebben gezien, die wens ik niemand toe. Als je heel je huis, dat ook je thuis is, moet aanzien met zoveel modder, dan is de keuze toch wel snel gemaakt om  te kijken naar meer dwingende maatregelen. Ik hoor Patrick Willems ook zeggen dat hij het idee genegen is om eigenaars, die in plattelandsgebied zitten, te verplichten om het idee van de houtkanten te bekijken. We gaan al die elementen bekijken want er zit heel veel in het stroomgebiedbeheerplan.

Ik hoop dat we snel groen licht kunnen krijgen, en dat we die maatregelen dan ook kunnen uitwerken. Ik vind ook dat, nu het GLB is teruggestuurd, dit een opportuniteit is om daar ook een stevig erosiebeleid in te steken. De evaluatie door het departement is gebeurd. Qua rioleringen is het ongezien welk budget de Vlaamse Regering heeft vrijgemaakt in deze legislatuur, en dat wil ik ook onderlijnen. Ik doe nogmaals een oproep aan de lokale besturen om daar ook een beroep op te doen. Ik ben me ook bewust van de doorlooptijden. We hebben een aantal zaken goedgekeurd om die doorlooptijden wat sneller te laten gaan. Dat mag geen excuus meer zijn om niet te doen wat we moeten doen.

Ik heb begrepen dat collega Diependaele het stuk over Financiën zal behandelen.

De voorzitter

Minister Diependaele heeft het woord.

Minister Matthias Diependaele

Eerst en vooral: ook in mijn naam mijn medeleven met de mensen die dat hebben moeten doormaken. Maar wij doen wel degelijk iets vanuit de overheid, mijnheer Coel, om dergelijke zaken te ondersteunen, als zoiets voorvalt.

Zoals u zelf aangeeft, is er in de eerste plaats de verzekering: de brandverzekering voor particulieren en de brede weersverzekering voor landbouwers, die we sinds enkele jaren kennen. In de eerste plaats wordt daar een beroep op gedaan. Maar als er niet-verzekerde schade is, dus schade die niet valt onder de brandverzekering of onder de brede weersverzekering, dan heeft men zestig dagen de tijd om daarvan een melding te maken het Vlaams Rampenfonds. Men moet dat dus binnen de zestig dagen laten weten. Dat is, voor alle duidelijkheid, nog niet hetzelfde als een aanvraag tot schadevergoeding. Die volgt later pas.

Maar door die melding gaat het Vlaams Rampenfonds een advies inwinnen om te kijken of het effectief om een uitzonderlijk weersverschijnsel gaat. Er is een onderscheid tussen hevige regenval – dan gaat men advies vragen aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het KMI – en overstroming. Dat zijn wel degelijk twee verschillende, gescheiden soorten rampen. In geval van overstromingen gaat men een advies vragen aan de Vlaamse Milieumaatschappij, maar ook aan het Bouwkundig Labo van de dienst Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van de Vlaamse overheid. In dat advies wordt een antwoord gegeven op de vraag of het effectief gaat om een uitzonderlijk weersverschijnsel. Dat gaat over verschillende criteria die nagekeken worden.

Er is bijvoorbeeld het aantal milliliters: ik denk dat het over 70 milliliter per vierkante meter per uur of per 24 uur moet gaan, dat weet ik niet van buiten. Eigenlijk gaat het een beetje over de inschatting of dit gebeurt om de tien, twintig of dertig jaar. De standaard is dat men pas spreekt over een ramp als over dertig jaar gaat. Dan gaat men dat erkennen. Op dit moment loopt dat advies nog, dus ik kan dat nu nog niet geven. Het is pas dan dat men schadevergoeding kan vragen en daarvoor een aanvraag kan indienen. Dat is na de erkenning, op basis van het advies dat gegeven wordt.

Nu, ik zou geen minister van Begroting zijn mocht ik geen misbruik maken van de vraag om u al aan te geven dat, sinds we deze bevoegdheid hebben gekregen in 2015, we hiervoor ongeveer 13 miljoen euro dotatie hebben gekregen bij de zesde staatshervorming. Maar ik kan u zeggen dat we sindsdien al een 250 miljoen – dus tussen 2015 en 2021 – daarboven zelf opgelegd hebben voor het vergoeden van schade ten gevolge van rampen.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (cd&v)

Dank u, minister, voor uw antwoord. Wat betreft de ramp ga ik er inderdaad van uit dat de procedure, zoals ze net geschetst is, effectief doorlopen zal worden, want het is belangrijk dat mensen die schade geleden hebben, een beroep kunnen doen op ondersteuning om die schade te vergoeden.

Ten tweede, de minister heeft heel duidelijk verwezen naar erosiebeleid. Ik erken uiteraard ook dat we in het kader van de modderstromen aandacht moeten hebben voor de erosie. Er is een evaluatie geweest, en ik denk dat de maatregelen die daarin voorgesteld worden, zeer terecht onder de loep genomen worden.

We moeten kijken op welke manier dat inderdaad versterkt kan worden. Ik hoop ook dat zij die in dezen maatregelen moeten nemen, er ook de voordelen van hebben, en dat er ook daar in overleg wordt gegaan, om te kijken wat de beste voorstellen tot maatregelen zijn, zodat we effectief beleid kunnen voeren.

Mijn derde vraag, minister, was natuurlijk structureel. Op welke manier kunnen we ruimer gaan? Want erosie is inderdaad in het kader van modderstromen wel een heel belangrijk element, maar dat neemt niet weg dat je wateroverstroming en wateroverspoeling hebt.

Je hebt ook gebieden waar de erosie minder speelt, maar waar nog altijd die intense waterval kan voorkomen, en waar met andere woorden de kelders ook overstromen, en de meubels ook onder water staan.

U hebt verwezen naar de Blue Deal, en dat u het daar niet over ging hebben. Ik moet vaststellen dat daar ook niet alle maatregelen in zitten die nodig zijn. Vandaar opnieuw mijn vraag: welke extra ondersteuning zult u geven aan lokale besturen om die maatregelen te nemen?

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, u zei net dat men geduld moet hebben in de politiek. Wel, minister, mijn geduld is op. Ik heb hier al maanden gevraagd naar de stroomgebiedbeheerplannen. U zegt nu dat ze op komst zijn. U kondigt een beleid aan rond hagen en heggen, een plan, maar ik hoor daar geen wetgeving rond, geen financiering, geen controle.

Minister, ik heb het wel gehad met al die aankondigingen. Wat ik vraag, is geen aankondiging, is geen plan, maar is beleid. Heel concreet: het Erosiebesluit moet aangepast worden. Er moeten voor geheel Vlaanderen, daar waar er kwetsbaarheid is voor erosie, maatregelen genomen worden, en er moet opgelegd worden dat die maatregelen ook uitgevoerd worden.

Dat is een besluit dat uit uw evaluatie komt. Zult u dat Erosiebesluit aanpassen en uitbreiden voor alle erosiegevoelige gebieden in Vlaanderen? (Applaus bij Groen)

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Ik deel wel een beetje de frustratie van collega Schauvliege over de goed geïntentioneerde maar toch vage beloften van de minister. Er is een paar keer verwezen naar riolering, minister, zowel door uzelf als door collega Rombouts, denk ik. Ik neem toch aan dat we in Vlaanderen geen riolen bouwen, daar miljarden in steken, om dan landbouwgrond te transporteren naar de zee. Dat is niet de bedoeling.

De bedoeling is om dat te voorkomen. Dan stel ik alleen maar vast dat de regio Sint-Truiden, want de erosiecoördinator voor Landen en Gingelom valt daaronder, in het rapport van de administratie eigenlijk als een goed voorbeeld wordt genoemd, omdat er goede maatregelen genomen zijn, maar er nog altijd niet in slaagt om dat tegen te gaan, omdat deze maatregelen niet door iedereen genomen worden, en niet door iedereen nageleefd worden.

Het rapport geeft heel duidelijk de suggestie om al die brongerichte maatregelen die opgenomen zijn in het Bodemdecreet, voor alle percelen en alle landbouwers te verplichten. Een simpele vraag, heel helder: zult u dat doen?

Ik zou graag een tweede suggestie willen meegeven. De handhaving is een probleem. Een groot deel daarvan ligt aan het feit dat die bij de gemeenten zelf ligt, die heel nauwlettend moeten toekijken op de eigen inwoners en ondernemers. Het zou veel duidelijker zijn als dat naar een hoger niveau getild wordt, zodat die handhaving ook efficiënt en onafhankelijk kan gebeuren, zodat die maatregelen echt uitgevoerd worden. Zult u dat doen?

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Ministers, dank u wel voor de toelichting. De procedure tot erkenning als ramp neemt enige tijd in beslag. Ik denk dat we het aan de getroffen gezinnen verplicht zijn om hier zo snel mogelijk werk van te maken, zodat ze duidelijkheid hebben over waar ze aan toe zijn. Ik roep ook de verzekeraars op om met de nodige spoed de verzekerde schade te vergoeden. Maar daarnaast is het natuurlijk belangrijk om sterk in te zetten op structurele maatregelen. Droogte en felle regenval zullen blijven terugkomen. Dat hebben we niet rechtstreeks in de hand, maar wel hoe we met ons water omgaan.

Minister Demir, u schetste zelf hoe we op het vlak van erosie nog grote stappen voorwaarts kunnen zetten. Een belangrijke partner in dat verhaal zijn effectief onze landbouwers. Ze zijn trouwens vaak zelf het eerste slachtoffer, zowel bij droogte als bij hevige regen en ze kunnen op de grote oppervlaktes grond die ze bewerken ook een substantieel verschil maken, voor zichzelf, maar evident ook voor de omwonenden.

De sector doet al heel wat inspanningen en via het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) stimuleren we dat ook. Maar dat volstaat voorlopig duidelijk niet. Minister, mijn vraag aan u is dan ook: hoe kunnen we onze landbouwers nog meer betrekken bij dat water- en erosiebeleid om die modderstromen te voorkomen?

De voorzitter

De heer Pieters heeft het woord.

Leo Pieters (Vlaams Belang)

Zware regenval is altijd een probleem en verharding en verstedelijking zijn daar niet vreemd aan, net als de mate waarin die verharding werd aangelegd. Je kunt alles laten afstromen naar de riolering, maar je kunt het ook anders aanleggen.

We hebben al gezien wat dat heeft teweeggebracht. We hebben de modderstromen gezien. Erosie is een probleem en we moeten dat durven te benoemen en aan te pakken. Het is uiterst belangrijk dat we in samenspraak met landbouwers en eigenaars bekijken hoe dat lokaal kan worden aangepast.

Minister, hoe zult u lokale overheden ertoe aanzetten om actie te ondernemen? Iets beslissen, op Vlaams of lokaal niveau, is één zaak, maken dat het gebeurt, is een andere zaak.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, dank u wel. U verwees terecht naar de erosieproblematiek en de brongerichte aanpak die alle twee grondig nodig zijn. Maar de Blue Deal is uiteraard ook heel belangrijk. En die is ambitieus, maar moet echt wel nog ambitieuzer. Vlaanderen moet echt voorbereid zijn op die meer extreme weersomstandigheden, die hevige regenbuien die we steeds meer kennen, die een realiteit zijn en toekomstgericht nog meer zullen gebeuren.

Minister, mijn vraag aan u is dan ook heel eenvoudig: bent u er effectief van overtuigd dat Vlaanderen voorbereid is op die extreme weersomstandigheden? Welke eerste stappen zult u ondernemen om die Blue Deal nog ambitieuzer te maken? Dat is echt nodig om die waterschade in de toekomst nog meer te vermijden en de getroffenen steeds correct te vergoeden.

De voorzitter

De heer D’Haese heeft het woord.

Jos D'Haese (PVDA)

Voorzitter, dit debat en het debat dat we een paar weken geleden hebben gevoerd over de droogte maken twee zaken duidelijk. Ten eerste, we hebben geen probleem van een tekort of een teveel aan water, maar wel van waterbeheer in Vlaanderen. Die twee zijn ongelooflijk hard aan elkaar gekoppeld en moeten samen worden aangepakt. Ik dank de collega’s voor de zeer terechte vragen daarover. Maar ten tweede – u bent ermee begonnen, minister –, wat is hiervan de oorzaak? De oorzaak is de klimaatverandering. En dus stel ik u dezelfde vraag waarop u niet hebt geantwoord toen het over droogte ging: maant dit u nu aan om toch wat meer ambitie in uw klimaatbeleid te steken? Want jammer genoeg doet u veel te weinig om de oorzaken van dit probleem aan te pakken. Zult u een tandje bij steken in het klimaatbeleid, als u ziet hoe de klimaatverandering vandaag al in Vlaanderen huishoudt? (Applaus bij de PVDA)

De voorzitter

Minister Demir heeft het woord.

Minister Zuhal Demir

Dank u wel, collega’s.

Ik neem het niet dat er wordt gezegd dat de Vlaamse Regering niet ambitieus is op het vlak van het klimaat. Ik vergelijk het met de andere entiteiten in België. Ik verwijs naar wat Vlaanderen de afgelopen twee jaar heeft beslist: denk maar aan de renovatieverplichting, het stookolieverbod, het verplichten van zonnepanelen voor bedrijven die veel energie verbruiken, het aardgasverbod vanaf 2025 voor nieuwbouw. Collega D’Haese, als u durft te zeggen dat de Vlaamse Regering niet ambitieus genoeg is, dan weet ik niet vanwaar u dat haalt.

En ja, wij proberen daar een gezond evenwicht in te zoeken omdat we ook kijken naar het kostenplaatje, dat is waar. Eenieder die moet renoveren weet natuurlijk dat dat geld kost. We hebben vanuit Vlaanderen enorm veel premies voorzien. Dat is ongezien. Ik verwijs ook naar de 0 procentlening.

Ik heb ook gezien dat de Europese Unie deze voormiddag ons standpunt heeft gevolgd. Vlaanderen heeft gezegd dat het emissions trading scheme (ETS) moet worden uitgebreid naar gebouwen en transport. Vlaanderen heeft daarover een half jaar geleden al een standpunt ingenomen, namelijk om daar niet zomaar in mee te gaan omdat dit allemaal geld zal kosten. Zeggen dat Vlaanderen niets doet, klopt dus niet. Ik heb in de Klimaatcommissie professor Govers heel duidelijk horen zeggen dat het eerste plan van de Vlaamse Regering nog niet de transitie, de ommezwaai was die nodig is maar dat er in het tweede plan heel wat maatregelen zijn bijgekomen. Ik denk dat de zero-emissiewagens in de toekomst wel de ommezwaai zullen zijn die we nodig hebben. Ik aanvaard dan ook niet dat u gratuit blijft zeggen dat Vlaanderen niets doet.

Wat de waterproblematiek betreft, en dat is mijn tweede punt, moeten we ons bewust zijn van het feit dat Vlaanderen is vergeten om ruimte te maken voor water. We hebben aan alles gedacht, aan wonen, recreatie, landbouw, een beetje natuur, waar we eigenlijk een beetje ambitieuzer moeten zijn. Waar we in het verleden echter niet aan hebben gedacht, is dat er ook ruimte moet zijn voor water. Wanneer er water valt, moet dat op een of andere manier worden opgevangen. De laatste vijftig jaar is 75 procent natte natuur verdwenen. We moeten vandaag dan ook niet versteld staan dat we met dergelijke grote problemen worden geconfronteerd.

En ja, wij hebben aan het begin van de legislatuur gezegd dat we een half miljard euro vrijmaken voor die Blue Deal. Die projecten lopen. Het gaat over het hermeanderen van rivieren. Op dit moment wordt 30 miljoen euro geïnvesteerd in waterlopen. Ook waterbufferbekkens zijn zeer belangrijk, daarbij wordt opnieuw ruimte gemaakt voor water. Daarnaast investeren we bijna 200 miljoen euro in natte natuur omdat bij hevige regenval er ook ruimte moet zijn voor water en het water moet kunnen infiltreren. Dat heeft de Vlaamse Regering vanaf de eerste dag beslist.

We zijn nu twee jaar verder. Ik zou willen dat alle projecten nog sneller gaan maar dit heeft tijd nodig. Ik kan niet ongedaan maken wat men vijftig jaar geleden heeft gedaan maar we moeten absoluut de ambitie hebben om alle maatregelen uit de Blue Deal, die de juiste richting aangeven, uit te voeren in het algemeen belang. We willen geen modderstromen, we moeten een opvang hebben voor die felle regenbuien.

Collega Schauvliege, wat die stroomgebiedbeheerplannen betreft, begrijp ik dat u vindt dat het allemaal sneller moet gaan. Dat klopt, maar u weet ook dat ik het plan dat ik had ontvangen niet ambitieus genoeg vond. Dat was de reden waarom ik dit opnieuw naar me toe heb getrokken om de lat wat hoger te leggen. Daar zitten nu een pak maatregelen in, ook inzake erosie. Want inderdaad, ik ben het ook eens met collega Tobback dat we ook iets moeten doen met de resultaten van de evaluatie. Ik vraag geen evaluatie van het departement Omgeving om daar vervolgens niets mee te doen. Heel veel van die zaken zijn opgenomen in het stroomgebiedbeheerplan dat momenteel wordt besproken, maar het is natuurlijk een collectieve beslissing die de Vlaamse Regering moet nemen. Ik heb echter begrepen dat iedereen het ermee eens is dat we daar grote stappen vooruit moeten zetten.

Ten derde is er ook het stroomadaptatieplan dat ik graag voor het zomerreces zou willen afkloppen en dat nu wordt besproken. Een van de zaken die daarin zit, is de vraag hoe we moeten reageren op de klimaatverandering en wat we moeten aanpassen. Dat plan zal heel concrete maatregelen bevatten.

Tot slot is er uw sluitstuk, het GLB. We zijn op onze vingers getikt door Europa. Ik ga ervan uit dat we daaraan tegemoet zullen komen en dat het GLB zal worden bijgesteld.

Dit zijn vier concrete zaken. Collega’s, volgens mij is het ongezien dat een Vlaamse Regering deze vier zaken in de steigers heeft gezet en alle projecten heeft uitgevoerd.

En ja, er zullen ook dwingende zaken in zitten. Als het van mij afhangt, graag, collega Schauvliege. Patrick Willems zegt dat ook. Het moet concreter, het moet dwingender. Ik ben het daarmee eens. We zullen zien hoe de besprekingen in de schoot van de regering zich zullen zetten.

De voorzitter

Minister Diependaele heeft het woord.

Minister Matthias Diependaele

Ik denk niet dat ik bijkomende vragen had.

De voorzitter

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Tinne Rombouts (cd&v)

Collega's, ik denk dat het belangrijk is dat we water opvangen waar het valt. Ik denk dat er heel wat mogelijkheden zijn, maar dat vergt inderdaad soms heel wat extra inspanningen. Want we hebben inderdaad een evolutie, een klimaatverandering, die maakt dat we daar ook rekening mee moeten houden. Er zijn heel wat mogelijkheden. Waarom zou bijvoorbeeld een straat niet mede een buffer kunnen vormen? Waarom zouden we op bepaalde plaatsen niet een holle weg aanleggen?

Minister, ik moet vaststellen dat heel wat projecten van lokale besturen zijn ingediend maar niet op financiële ondersteuning hebben kunnen rekenen, onder andere via de Blue Deal. De Blue Deal is een belangrijk plan maar is voornamelijk en in eerste instantie gegroeid vanuit een droogte- en waterschaarsteproblematiek. En ja, dat hangt uiteraard samen want het gaat over waterbeheersing. Maar ik ben er wel van overtuigd dat er nog een aantal extra maatregelen mogelijk zijn om effectief wateroverlast de kop in te drukken en daar maatregelen voor te nemen. Ik kijk uit naar het verdere debat. (Applaus van Peter Van Rompuy)

De voorzitter

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Mieke Schauvliege (Groen)

Minister, we hebben het afgelopen weekend afgrijselijke beelden gezien. We zijn het er allemaal over eens dat dit niet meer kan. Twee weken geleden stelde ik hier vragen over de droogte, vandaag over overstromingen. Dat zijn twee problemen met dezelfde oorzaak, namelijk de klimaatverandering. Er zijn oplossingen. Die liggen op tafel. Er zijn heel wat oplossingen die moeten worden toegepast om het probleem aan te pakken. Maar alstublieft, stop met het rondje zwartepieten doorschuiven, stop met het achterhoedegevecht. De Vlaamse Regering moet dit samen oplossen. Ik heb er geen boodschap aan dat u onderling ruzie maakt. Dit moet worden opgelost. De Vlaming verdient dat, dus doe dat alstublieft. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (Vooruit)

Minister, ik heb u niet concreet ‘ja’ horen zeggen op mijn concrete voorstellen. Ik heb wel gehoord dat er een collectieve beslissing van de Vlaamse Regering moet komen. U zult begrijpen dat ik gezien het palmares van de Vlaamse Regering inzake collectieve beslissingen, daar niet vrolijk van word en ook niet optimistisch. Ik wil wel heel duidelijk zeggen, collega's, dat we aan burgers, aan gemeentebesturen en aan bedrijven vragen om water op te vangen en te behouden, het op de eigen percelen op te vangen, te laten infiltreren, bijhouden et cetera, dat we daar mensen in laten investeren, dat we daar gemeentebesturen in laten investeren en daar gemeenschappelijk belastinggeld in stoppen.

Als  men dan achteraf bij een serieuze stortbui vaststelt dat er op dat eigen perceel, waar men een massa inspanningen voor infiltratie heeft gedaan, en waar er een half aardappelveld ligt van 500 meter, dan is dat met de mensen hun voeten spelen. Dan is dat het ondergraven van het draagvlak en het uit het oog verliezen dat dit soort dingen een gezamenlijke verantwoordelijkheid zijn die een gezamenlijke aanpak vereisen. Daarbij moet iedereen mee in het bad en kan men niet, letterlijk in sommige gevallen, de last afschuiven, letterlijk dan, naar de buren. Als dat het beleid van de Vlaamse Regering is, als zelfs daarin geen collectieve beslissing kan worden genomen, dan is het nog triestiger gesteld met deze regering dan ik dacht. (Applaus bij Vooruit, Groen en de PVDA)

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord.

Arnout Coel (N-VA)

Ministers, dank u wel. Ik onthoud twee zaken uit deze vragenronde. Ten eerste, de procedure om de ramp te erkennen, moeten we zo snel mogelijk doorlopen zodat we de getroffen gezinnen en ondernemingen gepast kunnen ondersteunen. Ten tweede is het duidelijk dat we het uitgestippeld waterbeleid nog wat zullen moeten aanscherpen en vervolgens ook uitvoeren door letterlijk plaats te maken voor water. Daar hebben we iedereen voor nodig: de burgers in de tuinen en, met de wijze waarop er nog wordt gebouwd, de lokale besturen met de inrichting van het openbaar domein. Maar er zijn ook de bedrijven, die meer circulair met water kunnen springen, en niet het minst onze landbouwers, die hier als partners echt een verschil kunnen maken op vlak van waterbergend vermogen en het bestrijden van erosie.

Het zal helaas wellicht niet de laatste keer zijn dat we het hier moeten hebben over wateroverlast. Maar in tegenstelling tot collega Tobback heb ik er goede hoop op dat we met deze Vlaamse Regering nog stappen vooruit kunnen zetten en dat we onder andere met de Blue Deal de juiste weg zijn ingeslagen. (Applaus bij de N-VA)

De voorzitter

De actuele vragen zijn afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer
 
 
Na de natte winter: eerst de spade, dan de bewerking! Lees meer
 
 
Kunstmest uitsparen Lees meer
 
 
ILVO bouwt hoogtechnologische Feed Pilot Lees meer
 
 
Drones en AI in de strijd tegen aardappelziekteLees meer
 
 
Optimalisatie spuittechniek: tips voor duurzamer gebruik Lees meer
 
 
Plantgoedsubsidie? Dien je facturen vóór 30 april inLees meer