Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 26 apr 2017 14:35 

Vraag om uitleg over dierenartsen in slachthuizen en de samenwerking met de Inspectie Dierenwelzijn


Vraag om uitleg over dierenartsen in slachthuizen en de samenwerking met de Inspectie Dierenwelzijn van Bart Caron aan minister Ben Weyts

De voorzitter

De heer Caron heeft het woord.

Bart Caron (Groen)

Voorzitter, minister, collega’s, in de kranten verscheen op 7 april 2017, naar aanleiding van de heropening van het slachthuis van Tielt, een artikel waarin de beroepsvereniging van dierenartsen in de voedselketen zich voor het eerst laat horen. Die dierenartsen met opdracht (DMO’s) zijn, voor rekening van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), in de slachthuizen aanwezig met een dubbele taak: waken over de voedselveiligheid en toekijken of de wetgeving van dierenwelzijn wordt nageleefd.

‘Verschillende van onze DMO’s trekken al langer aan de alarmbel’, zegt Ludo Muls, secretaris van de beroepsvereniging voor dierenartsen. Hij treedt op als woordvoerder van de DMO’s die actief zijn in Vlaanderen. ‘Ze vulden meerdere meldingsfiches in die zonder gevolg zijn gebleven. We hebben het probleem bij verschillende instanties aangekaart, maar onze klachten werden altijd van tafel geveegd.’

‘Onze keurders, zoals ze in de volksmond worden genoemd, vormen een façade om de wantoestanden achter te verbergen’, zegt Muls. ‘Door hun aanwezigheid lijkt alles oké. Het is nu nog maar eens bewezen dat ze hun opdracht niet naar behoren hebben kunnen uitvoeren.’

De heer Muls kaart ook het agressieve karakter aan van de machocultuur in de slachthuizen. ‘Onze DMO’s worden zowel verbaal als fysiek aangevallen. Dat gebeurt vooral als Bulgaren en Roemenen op de slachtvloer werken. Zij kennen dikwijls onze taal niet en dan is het moeilijk uit te leggen waarom iets niet door de beugel kan.’

‘Larie en apekool’, zegt Thomas De Roover De Brauwer, CEO van het slachthuis in Tielt. ‘Wij hebben nog nooit officiële klachten ontvangen van de keurders. Bovendien leiden wij onze werknemers grondig op. Ook de vele werknemers die een interimcontract hebben of hier via een onderaannemer werken. Als zij de taal niet kennen, geven we hun feedback via goed-foutfoto’s.’

Alle DMO’s brengen verslag uit aan een ambtenaar van het FAVV. Die stelt een verslag op dat wordt doorgestuurd naar het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, waar de Inspectie Dierenwelzijn deel van uitmaakt. Zij kunnen door die verslagen extra controles uitvoeren. Zo’n verslag was bijvoorbeeld de basis voor het proces-verbaal van 6 juni 2016, waarna het slachthuis een boete moest betalen.

Ik had ook al een schriftelijke vraag gesteld over de inspecties Dierenwelzijn in de slachthuizen. Er zijn er relatief weinig omdat het aantal inspecteurs in de loop van de voorbije drie jaar is gedaald. Er is toch iets merkwaardigs: er zijn er zeer weinig gemeld via het FAVV, en er zijn waarschuwingen en pv’s voor twee derde van het aantal onaangekondigde inspecties. Als uw diensten onaangekondigd inspecteren, leidt dat dus in twee derde van de gevallen tot een waarschuwing of een pv. Dat betekent toch dat er iets niet klopt, als er zo weinig meldingen van het FAVV zijn terwijl er via uw eigen inspecties zoveel problemen worden gemeld.

Het FAVV deed hier dus meer dan behoorlijk haar werk. ‘Maar dat is niet altijd zo’, waarschuwt Muls. ‘Wie te lang wees op een pijnpunt in een slachthuis, werd overgeplaatst of kreeg geen opdrachten meer van het agentschap.’

Philippe Houdart, woordvoerder van het FAVV, wijst er nog eens op dat dierenwelzijn een bevoegdheid is van minister Weyts. ‘Dat onze dierenartsen roteren tussen verschillende controleposten, kan ik wel bevestigen’, zegt Houdart. ‘Elke klacht die we ontvangen, wordt grondig behandeld. Deze aantijgingen van de dierenartsenkoepel zijn nieuw voor ons.’

Minister, stuurt het FAVV systematisch de verslagen van de controles/inspecties in slachthuizen door aan het departement LNE? Ik vraag dat omdat naar verluidt meerdere meldingsfiches zonder gevolg zijn gebleven.

Indien die verslagen opmerkingen bevatten over dierenwelzijn, wordt dan door de inspectie steeds ingegrepen, via een inspectiebezoek ter plaatse, of via een administratieve procedure of op welke wijze?

Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen de Inspectie Dierenwelzijn en het FAVV? Is die optimaal? Of bevat die pijnpunten? Welke verbeteracties zijn nodig?

Hebt u kennis van het verwijt van de secretaris van de beroepsvereniging dat dierenartsen die te lang wezen op een pijnpunt in het slachthuis, werden overgeplaatst of geen opdrachten meer kregen? Het is weliswaar een federale bevoegdheid, maar bemoeilijkt dat niet de samenwerking met de Inspectie Dierenwelzijn?

De voorzitter

Minister Weyts heeft het woord.

Minister Ben Weyts

Om de twee weken vullen de DMO’s een checklist in. Deze worden ingegeven in de databank van het FAVV. De inspectiedienst heeft ook zelf toegang tot deze gegevens. Daarnaast krijgt de Inspectiedienst Dierenwelzijn wekelijks een lijst van de non-conformiteiten die op deze manier werden ingegeven. Het gaat hierbij over het algemeen om kleinere problemen, net zoals de vaststellingen bij onaangekondigde controles.

Wanneer een DMO echter een ernstig dierenwelzijnsprobleem vaststelt, dan vult hij een informatieformulier in, en dat gaat rechtstreeks naar de Inspectiedienst Dierenwelzijn. Dat passeert dus niet via het FAVV.

Al die meldingen van de DMO’s worden door de Inspectiedienst Dierenwelzijn behandeld. Voor een groot deel gaat dat om een administratieve afhandeling. Soms wordt er ook een controle ter plaatse uitgevoerd op basis van die gegevens of die melding. In beide gevallen kan er natuurlijk een waarschuwing of een pv worden opgesteld.

Daarnaast worden vanaf dit jaar ook de slachthuizen jaarlijks onaangekondigd gecontroleerd door de Inspectiedienst Dierenwelzijn. Vroeger was dat niet het geval.

Op dit moment is er ook overleg met het FAVV om de samenwerking tussen ons en de DMO’s te verbeteren. Zo willen we bijvoorbeeld dat de banden tussen inspecteurs en DMO’s worden aangehaald. Er wordt ook nagegaan aan welke bijscholing en vorming de DMO’s behoefte hebben. Dat is dan specifiek op het vlak van het dierenwelzijn, want hun belangrijkste taak is natuurlijk die van functionaris van het FAVV. Ook zullen de DMO’s een overzicht krijgen van het gevolg dat werd gegeven aan de diverse meldingen.

Ik heb geen weet van overplaatsing of sancties tegen DMO’s die ‘te lastig’ of zoiets zouden zijn. Aangezien de informatieformulieren inzake dierenwelzijn rechtstreeks door de DMO naar de inspectiedienst worden gestuurd, kan het alleszins niet op basis daarvan zijn, want het FAVV wordt daar zelfs niet van in kennis gesteld. Er is ook geen enkele reden waarom DMO’s op die gronden bang zouden moeten zijn voor sancties door het FAVV voor het melden van dierenwelzijnsproblemen. Het FAVV is daar immers stricto sensu niet van op de hoogte. Wel is het zo dat het FAVV de DMO’s om de paar jaar roteert, net om te vermijden dat er een te nauwe band zou ontstaan tussen de DMO en het betrokken slachthuis. Misschien is het daarom dat men denkt opzij te zijn geschoven. Die rotatieregel lijkt me echter toch een regel van gezond verstand te zijn.

De voorzitter

De heer Caron heeft het woord.

Bart Caron (Groen)

Minister, ik dank u voor het antwoord. Ik vind het toch bizar. Ik wil u gerust geloven. Zeker het feit dat de databank rechtstreeks toegankelijk is voor de inspectie, zou in feite een garantie moeten zijn dat de klachten die de DMO’s melden, minstens op twee plaatsen komen. Je kunt bij wijze van spreken de actie verifiëren van de DMO’s en het FAVV. Toch is het wel de beroepsvereniging van die dierenartsen die dat zegt. Sorry, op dat niveau gaat men dat toch niet uit zijn duim zuigen. Ik kan me dat niet inbeelden. Misschien heeft het te maken met die rotatieproblematiek, vindt men dat niet fijn, maar ik ben het er ook mee eens dat de rotatie een zinvolle zaak is, om de band tussen een directie van een slachthuis en de dierenarts zelf niet te ‘innig’ te maken.

Dat is een goed principe, die rotatie. Ik vind dit echter toch heel vreemd. Misschien moeten een aantal mensen spreken, moet de heer Muls dat duidelijker maken. Ik begrijp dat absoluut niet. Ik twijfel niet aan uw antwoord, maar als een federatie van dierenartsen dat zegt en dat blijft zeggen, dan klopt er iets niet. Ik denk persoonlijk dat het zo is dat heel veel van die DMO’s heel veel van die klachten niet melden, wellicht omdat ze voor een deel onder druk staan. Misschien draagt die machocultuur daartoe bij. Ik kan het niet inschatten, maar ik vind het wel de moeite waard om eens dieper uit te spitten wat daar reëel de problematiek is. Ik zal dat aan mijn federale collega’s vragen.

Ik stel ook vast, ik herhaal het, dat als er inspecties zijn in de slachthuizen, het aantal overtredingen twee derde bedraagt van het aantal inspecties. Dan zouden die DMO’s elke dag of twee dagen op drie problemen moeten signaleren in hun registratiefiches, en dat doen ze helemaal niet. Dit is dus niet oké, het spijt me. Dat is niet uw ‘schuld’, maar ik kan dit alleen maar vaststellen.

De voorzitter

Mevrouw De Vroe heeft het woord.

Gwenny De Vroe (Open Vld)

Minister, ik heb eigenlijk een vraag van praktische aard. We hebben een paar weken geleden vernomen dat een convenant werd afgesloten tussen het Departement Omgeving, de Dienst Dierenwelzijn en de Federatie van het Belgisch Vlees (FEBEV) aangaande de aanpak in deze materies. We hebben dat ook al besproken in de plenaire vergadering. Volgens onze informatie zou dat pas gisteren zijn getekend. Klopt dat? Waarom heeft dat zo lang geduurd? Welke consequenties heeft dat eventueel inzake de inwerkingtreding van het convenant?

De voorzitter

De heer Engelbosch heeft het woord.

Jelle Engelbosch (N-VA)

Minister, ik heb ook een aantal verhalen gehoord van die DMO’s, en gezien de situatie die we in Tielt hebben gehad, lijkt het me wel nuttig dat uw diensten die mensen toch ook eens spreken, om te bekijken waar eventueel de pijnpunten liggen en om eventuele misverstanden die er zijn, uit de wereld te helpen. Nu, ik heb me laten vertellen dat de dierenartsenorganisaties driemaandelijks samenzitten met het FAVV in Vet Consult, het overlegorgaan dat er eigenlijk is tussen het FAVV en de dierenartsenorganisaties en waarin dus ook de DMO’s vertegenwoordigd zijn. Als ik die suggestie mag meegeven, het lijkt me nuttig dat er een soortgelijk overleg in het leven zou worden geroepen tussen die dierenartsenorganisatie en de Dienst Dierenwelzijn. Dat zou zeer nuttig kunnen zijn in de toekomst, mochten problemen telkens op die overlegvergadering – maandelijks of halfjaarlijks, maakt me niet uit – naar boven kunnen komen, rechtstreeks met de Dienst Dierenwelzijn en niet via het FAVV.

Ik zou u de suggestie willen doen om eventueel te onderzoeken of het mogelijk is om een dergelijk vast overlegorgaan in het leven te roepen.

De voorzitter

De heer Sanctorum heeft het woord.

Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)

Ik vind het een goed idee van collega Engelbosch om rechtstreeks die DMO’s eens uit te horen. Ik ben het ook eens met collega Caron dat er duidelijk iets fout is. Het zal me misschien kwalijk worden genomen door een aantal leden van deze commissie, maar mijn vermoeden is dat er op een dag zoveel misloopt dat die DMO’s op den duur niet meer weten wat ze moeten opschrijven en op den duur alleen maar heel ernstige zaken melden. Ik kan me voorstellen dat er heel veel kan mislopen, en wat moet een DMO op den duur doen? Als je die verhalen hoort dat men met symbolen werkt omdat de mensen geen Nederlands kennen, dan val ik eerlijk gezegd achterover. Steeds meer komt de noodzaak van de kennis van het Nederlands op de voorgrond in Vlaanderen, in onze samenleving. Ik ben het daar grotendeels mee eens. Maar als je dan dergelijke verhalen hoort in een slachthuis, waar communicatie toch wel cruciaal is om dierenwelzijn te garanderen, namelijk dat men met symbolen met elkaar begint te communiceren omdat men geen Nederlands kent? Dat vind ik onaanvaardbaar. Ik wil van u wel eens weten of we daar niets aan kunnen doen.

Ik heb een concrete vraag. De DMO’s werken inderdaad in opdracht van het FAVV. Hoe zit het financieringsmodel in elkaar? Wie betaalt finaal voor het werk van die DMO’s? Is dat het FAVV? Is er ergens een financiering vanuit de slachthuizen? Hoe zit dat exact in elkaar?

Tinne Rombouts (CD&V)

Ik wil me aansluiten bij collega Engelbosch. Ik ben niet geneigd op het moment dat er krantenberichten verschijnen, om te antwoorden in dezen als er een onderzoek gebeurd is, om zaken in twijfel te trekken. Integendeel. Omgekeerd is er wel een signaal gegeven en is het misschien wel interessant, zoals collega Engelbosch heeft aangegeven, om met die groepering eens te spreken, in zover dat nog niet zou zijn gebeurd. Dan kan men, verwijzend naar het bericht dat is verstuurd, vragen wat er aan de hand is en hoe men daarmee moet omgaan. Het is goed, ook naar henzelf toe, om te weten welke impact het heeft om een dergelijke boodschap te brengen op die momenten, in de context waarin we ons op dat moment bevonden. Het is belangrijk dat het overleg kan plaatsvinden, als dat nog niet zou zijn gebeurd.

Ik ga in op het verhaal dat ze in de toekomst ook een spreekbuis hebben in de bredere zin. Ik wil daar iets anders op zeggen, in die zin dat er wordt aangegeven om dat rechtstreeks met de Vlaamse inspectiediensten te doen. Dat is terecht, maar ik ga ervan uit dat we moeten kunnen werken met een drietand. Er zijn ook afspraken met het FAVV daarover. Ik ga ervan uit dat dat in alle transparantie kan gebeuren, en in dezen dus best met iedereen rond de tafel. Er kan om de zoveel tijd misschien eens bij worden stilgestaan om dat gesprek te kunnen voeren. Dat wil ik als suggestie meegeven.

De voorzitter

Minister Weyts heeft het woord.

Minister Ben Weyts

Even terzijde: u zou enigszins versteld kunnen staan van het aantal ondernemingen waar gewerkt wordt met pictogrammen in de communicatie naar de werknemers toe. Dat is schering en inslag, hoor. Dat is echt geen ongebruikelijke praktijk. Specifiek voor de slachthuizen gaat het gewoon over de communicatie naar laaggeschoolden. In de praktijk wordt dat veelvuldig toegepast.

Het overleg met het FAVV loopt in functie van de verbetering van de relatie en sterke professionalisering inzake dierenwelzijn van die DMO’s. Pas op, het blijven natuurlijk dierenartsen. Het is dus niet dat ze totaal ongeschoold zijn inzake dierenwelzijn, integendeel.

Zij worden betaald door het FAVV. Wij sluiten een contract met het FAVV. Dat is een forfaitair contract, dus niet individueel per DMO. Wij hebben een overeenkomst met het FAVV en betalen enkel voor dat luikje dat zij in onze opdracht moeten doen. De betaalheer is wat hen betreft het FAVV.

Het overleg met dierenartsen gebeurt op vrij regelmatige basis. Ik zal nog eens vragen wat de concrete aanleiding en hun bezorgdheden zijn, want ik krijg er soms wel diffuse signalen rond.

Tot slot is er de vraag of het convenant getekend is. Ik heb dat afgelopen week getekend, maar wat mij betreft ga ik er in deze digitale tijden van uit dat een akkoord een akkoord is en een overeenkomst een overeenkomst. Dat moet niet op een perkament worden bezegeld. Ik ga er ook van uit dat op het moment dat wij een overeenkomst sluiten en ons akkoord geven, dat vanaf dan ook in werking treedt. Dat was ook de afspraak en lijkt mij de evidentie zelf.

De voorzitter

De heer Caron heeft het woord.

Bart Caron (Groen)

Mijnheer Engelbosch, ik vind uw voorstel heel goed. Misschien moeten we in het kader van deze problematiek hier nog eens wat mensen uitnodigen, onder meer dierenartsen en wat mij betreft ook de federatie of koepel van die DMO’s , om van gedachten te wisselen over hoe zij hun rol zien inzake dierenwelzijn, hoe ze vaststellingen noteren enzovoort. Het is belangrijk, minister, dat er vorming wordt georganiseerd, maar ik denk niet dat onvoldoende competentie de reden is van deze problemen. Er is duidelijk iets anders aan de hand. Misschien heeft het iets te maken met die relatie tussen het FAVV, de dierenartsen en de Inspectie Dierenwelzijn. Wie is waarover baas? Wie heeft een directieve? Wat is de zakelijke relatie tussen al deze actoren waardoor misschien filtering ontstaat op gegevens? Ik weet het niet, maar deze commissie mag zich best eens buigen over deze problematiek. Voorzitter, ik stel dan ook voor om in de regeling van de werkzaamheden na te denken of er geen vorm van hoorzitting kan worden georganiseerd om hier wat dieper op in te gaan.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer