De Belgische mengvoedersector heeft 7,2 miljoen ton diervoeders geproduceerd in 2016. Dit is een stagnatie ten opzichte van 2015. De varkensvoeders blijven, ondanks een licht dalende trend, met meer dan 50 % de hoofdmoot.
Voor 2016 zijn de kerncijfers de volgende :
ütotale mengvoederproductie door de leden van BEMEFA : 7,2 miljoen ton
üde varkensvoeders nemen het leeuwenaandeel in : 3,6 miljoen ton of 50,3 %. We zien een stagnerende productie in vergelijking met 2015.
üde pluimveevoeder- en de rundveevoederproductie streven naar de tweede plaats met respectievelijk 1,49 en 1,46 miljoen ton of 20 % van het totaal. De braadkippenvoeders noteren een lichte stijging ten opzichte 2015 (0,82 tegenover 0,78 miljoen ton)
üIn de rubriek diverse voeders nemen de diverse met inbegrip van de duivenvoeders het leeuwenaandeel in (200.000 ton), daarna volgen de paardenvoeders (112.000 ton).
üConclusie voor 2016 : voor de mengvoederproductie kan 2016 bestempeld worden als een vrij normaal jaar ondanks de ongunstige situatie in de varkenssector voornamelijk in de eerste jaarhelft .
Voor de editie van 2015 – met betrekking op de cijfergegevens van het jaar 2015 – koos BEMEFA voor een licht gewijzigde format. Cijfers behoeven duiding om op een accurate manier geïnterpreteerd te kunnen worden. Naast de grafieken werd er nu dus ook ruimte gemaakt voor een gedetailleerde ontleding van de cijfers.
Naar goede gewoonte vind u in het jaarverslag de productie- en omzetcijfers van de BEMEFA-leden, en een helicopterbeeld van de diervoederindustrie in Europa, maar ook de evoluties van oa. het grondstoffengebruik, de import en export ten opzichte van het productietotaal, en zomeer.
We hebben enkele van de voornaamste cijfers voor 2015 voor u opgelijst:
· Wat betreft de mengvoederproductie in de top 10 EU-landen is België gezakt van plaats 7 naar 8. Polen heeft ons voorbijgestoken met een productie van bijna 10.000.000 ton.
· Op nationaal vlak zien we dat de stijgende trend in de omzetcijfers van de diervoederindustrie zich ook in 2015 verder doorzet; in 2015 is dit gestegen tot 4.871 miljoen euro. Het aandeel van de diervoederindustrie in de totale omzet van de voedingsindustrie schommelt nog steeds rond de 10%. Opvallend hierbij is dat in de mengvoederindustrie 11% van de omzet in de totale voedingsindustrie gerealiseerd wordt met 4% (3.605 in 2015) van de tewerkstelling in de totale voedingsindustrie.
· Als we de productie van de BEMEFA-leden onder de loep nemen, zien we voor alle voedertypes een groei over de laatste 10 jaar. Uitzondering op dit vlak is het varkensvoeder, dat, na een gestage groei sinds 2005, de laatste twee jaar een daling vertoonde. In 2015 werd er door de BEMEFA-leden 3.644.000ton varkensvoeder (-2,1%), 1.314.000 pluimveevoeder(+5,5%), 1.401.000ton rundveevoeder (+0,3%) en 398.000ton ‘diverse’ voeders (+5,3%).
Begin 2014 werd de classificatie van verschillende types aangepast. Voeders voor konijnen en duiven wordt niet langer geclassificeerd onder pluimveevoeder, maar wel onder ‘diverse’ voeders. Dat verklaart enerzijds de daling bij pluimveevoeder (±200.000ton) en anderzijds de stijging (eveneens ±200.000ton) bij ‘diverse’ voeders in 2014.
· Zoals ook in de afgelopen jaren vormt het aandeel varkensvoeders de hoofdmoot (54%) van de totale voederproductie (6.758.000ton) door de Belgische BEMEFA-leden. Pluimvee volgt op de tweede plaats met 19%. In deze verdeling van de voedertypes is nagenoeg geen verschil op te tekenen ten opzichte van de voorgaande jaren.
· In vergelijking met 2014, waar de mengvoederprijzen een sterke fluctuatie kenden, zijn de prijzen in 2015 vrij constant gebleven, met een lichte dalende trend doorheen het jaar. Aangezien de grondstofprijzen de belangrijkste invloedfactor zijn op de mengvoederprijzen, is het interessant om de evolutie van de grondstofprijzen over dezelfde periode naast de evolutie van de mengvoederprijzen te leggen. Ook daar zien we een gelijkaardige trend: een sterke fluctuatie van de grondstofprijzen in 2014, met vervolgens een consistente, licht dalende, trend in 2015, met vrij stabiele mengvoederprijzen tot gevolg.
· Nederland en Frankrijk zijn samen goed voor 90% van de totale import van diervoeder in België. De grootste import (67%) in België wordt in 2015 gerealiseerd door Nederland, met 910.263 ton. Frankrijk staat op de tweede plaats met 23% of 317.076 ton.
De Belgische diervoederindustrie exporteert 19% van zijn productievolume. Hier zijn, net zoals bij de import, opnieuw Nederland (28%) en Frankrijk (38%) de grote afzetmarkten.
Wat opvalt is dat de totale export van diervoeders uit België en de totale import in België nagenoeg gelijk zijn. In 2015 werd er 1.365.027 ton geëxporteerd en 1.362.610 ton geïmporteerd.
· In 2014 bedroeg het totale grondstoffengebruik van alle BEMEFA-leden 7.378.000ton, waarbij de categorie granen een groot deel (42%) voor zijn rekening neemt. Maar liefst 3.563.000ton van de grondstoffen zijn bijproducten van de voedings- en biobrandstoffenindustrie. Hiermee onderstreept BEMEFA de core business van de Belgische mengvoederindustrie : de valorisatie van de bijproducten (circulaire economie).
· De evolutie van het grondstoffenverbruik wordt eveneens weergegeven in het statistisch jaarverslag.
