|
19 sep 2017 |
19:47 |
|
“Wij kunnen ondernemers een heel eind helpen. Maar de overheid moet prioritair de regels veranderen”
Vanavond geeft UNIZO de traditionele aftrap van haar werkjaar, in Hotel de la Poste te Brussel. Een bijzonder werkjaar, al was het maar omdat de organisatie op zoek moet naar een nieuwe gedelegeerd bestuurder. Vanavond zal topman Karel Van Eetvelt, die zoals bekend op 1 oktober naar Febelfin vertrekt, voor de laatste keer de honneurs waarnemen.
|
En hij doet dat met trots en voldoening. “We hebben het afgelopen jaar weer heel wat gerealiseerd. Zoals de recente verlaging van de vennootschapsbelasting naar 20 procent voor KMO’s. Ook de terugkeer van de proefperiode bij aanwervingen behoort tot onze recente toprealisaties. Naast het afblokken van boetes voor werkgevers met langdurig ziek personeel. En uiteraard de automatische toekenning van een premie bij hinder door openbare werken. Binnenkort kunnen ook detailhandelaars flexi-jobbers inschakelen. En wie te goeder trouw failliet gaat, krijgt opnieuw meer kans om met een schone lei te herstarten…”
Het is maar een bloemlezing uit het veel uitgebreidere overzicht met realisaties, in het nieuwe UNIZO-activiteitenverslag. Daarin, naar goede traditie ook het overzicht met de prioriteiten voor het komende UNIZO-werkjaar. En het is niet omdat Karel Van Eetvelt straks het huis verlaat, dat hij daaromtrent geen uitgesproken meningen en aspiraties meer zou hebben. “We moeten onze KMO’s, veel meer nog dan nu, voorloper maken in het gebruik van de nieuwe technologische (onder andere digitale) mogelijkheden”, benadrukt hij. “UNIZO kan daarin een belangrijke rol spelen, door ondernemers bij elkaar te brengen, door inspirerende rolmodellen naar voor te schuiven, door de wisselwerking tussen ondernemers en onderwijs- en onderzoeksinstellingen te stimuleren… Maar ook de overheid draagt een grote verantwoordelijkheid. Onze ondernemers hebben dringend nood aan een veel toekomstgerichter regelgevend kader. Een soepele wetgeving, die hen toelaat wendbaar in te spelen op de disruptieve uitdagingen die ze moeten aangaan. Ik denk daarbij, onder meer, aan het nog altijd veel te stroeve vergunningenbeleid en onze rigide arbeidswetgeving.”
Maar ook het ontwarren van de mobiliteitsknoop, de aanpak van de leegstand in de kernen en het dichten van het nog altijd gapende ‘competentie-gat’ op de arbeidsmarkt staan hoog op de ‘to do’-lijst die UNIZO de regeringen blijft voorschotelen. De federale regering, de Vlaamse regering én de lokale ‘regeringen’ (lees gemeentebesturen). Want ook op lokaal niveau liggen KMO-zaakvoerders wakker van het ondernemersklimaat waarin ze moeten opereren, zoals blijkt uit een recente UNIZO-bevraging daarover. De steden en gemeenten scoren net ‘voldoende’ als het om ondernemersvriendelijkheid gaat. De belangrijkste ‘verbeterpunten’ zijn ruimte voor ondernemen (aangepaste KMO-zones en bedrijventerreinen) en een veel vlotter vergunningenbeleid. Die verkiezingen van 2018 zullen vanzelfsprekend als een rode draad doorheen het komende UNIZO-werkjaar lopen.
|
|
|
|