De voorzitter
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Sabine Vermeulen (N-VA)
De federale ministerraad besliste op 20 april 2018 over een forse uitbreiding van de windmolenzone voor de kust van Zeebrugge. Dat zegt staatsecretaris voor Noordzee Philippe De Backer in zijn perscommunicatie over het nieuw Marien Ruimtelijk Plan.
De federale overheid streeft ernaar om een zo groot mogelijk percentage van de oppervlakte van het kleine Belgische deel van de Noordzee in te kleuren voor afgelijnde doelstellingen en activiteiten.
Op 28 februari stelde ik in deze commissie al een vraag over het nieuw Marien Ruimtelijk Plan. U deelde toen de ongerustheid van de visserijsector en gaf aan dat het Departement Landbouw en Visserij, dat een van de vele leden is van de adviescommissie, deze opmerking heeft geformuleerd en u gaf ook mee dat de visserijsector als primaire producent van een natuurproduct een socio-economische rol heeft in het gebied en dat die meer in rekening moet worden gebracht in het plan.
Minister, hebben er sinds februari nog overlegrondes met stakeholders en de Vlaamse Regering plaatsgevonden? Welke belangrijkste punten werden besproken? Werden deze meegenomen in de definitieve versie van het MRP?
De ongerustheid in de visserijsector werd alleen maar groter door de communicatie van staatssecretaris De Backer. De Belgische producentenorganisatie voor de reders van de zeevisserij vreest dat op termijn de visserij in ons deel van de Noordzee zelfs in het gedrang komt. Welke stappen gaat u nu verder ondernemen zodat de visserijsector niet helemaal uit de boot valt?
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Beste collega’s, we hebben deze thematiek eind februari al besproken in deze commissie. Ik heb toen gezegd – en ik sta er nog helemaal achter – dat de visserijsector als primaire producent van een natuurproduct een socio-economische rol heeft in het gebied en dat dit mee in rekening moet worden gebracht in het plan. Het traject dat federaal wordt afgelegd, bevat consultatierondes waarin we ook onze standpunten kunnen meegeven, maar de uiteindelijke beslissing zal in de federale ministerraad worden genomen.
Mijn diensten hebben een advies geformuleerd over het voorontwerp. Het departement Landbouw en Visserij was namelijk een van de vele betrokkenen die een advies mocht formuleren. Ze maakten een voorbehoud bij het verdere ruimtebeslag dat in de Belgische zeegebieden gemaakt wordt voor alternatieve en exclusieve gebruiksvormen, waarbij zeevisserij als een soort restactiviteit wordt getolereerd. We stellen ook vast dat voor andere economische sectoren wel exclusieve gebieden aangeduid werden. Er werden ook bedenkingen geformuleerd bij de mogelijkheden voor aquacultuur en passieve visserij binnen de toekomstige windmolenparken, want die worden verkeerdelijk als volwaardig alternatief voorgesteld.
Het advies van het departement benadrukt dus de bekommernis vanuit de zeevisserijsector voor het behoud van de open ruimte op zee om duurzaam te blijven vissen. Er werd gewezen op het bijkomend verlies aan visgronden dat ontegensprekelijk een impact zal hebben op de economische realiteit van de visbedrijven die al geconfronteerd worden met uitdagingen zoals de aanlandingsplicht en de brexit.
Ik stelde zelf ook vast dat de ongerustheid in de visserijsector inderdaad groter werd, zeker na de communicatie van staatssecretaris De Backer over de forse uitbreiding van de windmolenzone op zee. Vooral de positie van de kustvisserij komt hierbij in het gedrang omdat die niet beschikt over verre uitwijkmogelijkheden, want die heeft dat vlootsegment niet. Die vissers moeten om veiligheidsredenen relatief dicht bij de thuishaven vissen. Een mogelijke denkpiste die moet worden onderzocht, is dat de visserijsector, naar analogie met de andere gebruikers van de zee, exclusieve gebieden gaat claimen waar hun visgronden liggen. Er moet hierbij wel rekening worden gehouden met het feit dat de zeevisserij sterk afhankelijk is van de biologische realiteit en dat visgronden in de loop der jaren kunnen wijzigen. Daarnaast moet de toegang tot de verdere visgronden gewaarborgd blijven met de invoering van zogenaamde corridors tussen de windmolenparken. De discussie tot creatie van corridors werd reeds bij het ontwerp van het lopende Marien Ruimtelijk Plan gevoerd. Het is immers zo dat strenge veiligheidsvoorwaarden momenteel de toegang tot de windmolenparken verbieden.
In de geplande windmolenparken zou aquacultuur en beperkte passieve visserij worden toegelaten. Dit is op zich positief, maar is niet echt een volledig alternatief. Dit veronderstelt een reconversie van de huidige vloot, want met sleepnetten kan daar niet worden gevist. De vissers wijzen echter op de gevaren van de golfslag en de nabijheid van de pylonen, ze stellen zelf vragen over de veiligheid. Voor aquacultuur lopen momenteel twee onderzoeksprojecten en ook daar zien we dat de zware golfslag voor moeilijkheden zorgt. Er is dus zeker nog werk aan de winkel.
Sinds februari werden geen formele overlegrondes meer georganiseerd. Intussen heeft de Federale Regering het eerste ontwerp voor een nieuw Marien Ruimtelijk Plan voor 2020-2026 goedgekeurd. Er zullen nu consultatierondes volgen. Hierbij zal ook de visserijsector gehoord worden, en ook wij zullen zeker onze stem laten horen.
De voorzitter
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Sabine Vermeulen (N-VA)
Minister, ik heb dus begrepen dat er in de zomermaanden van 2018 nog een publieke consultatie zal volgen en dat Vlaanderen opnieuw dezelfde stelling zal innemen, namelijk dat er meer ruimte moet zijn voor visgronden. Als je het plan bekijkt, merk je dat er een heel groot gebied is ingekleurd voor windmolenparken en een heel klein stukje voor natuurgebied. Blijkbaar worden windmolenparken ook deels in een natuurgebied geplaatst terwijl natuurbewegingen zeggen dat er plaats is ergens anders, bijvoorbeeld in de zone die gereserveerd is voor militaire activiteiten maar waar er bijna geen meer zijn. Er is inderdaad helemaal niets ingekleurd voor de visserij in het ontwerp van het nieuwe plan.
Ik begrijp dat de Rederscentrale op zijn achterste poten gaat staan, want er wordt blijkbaar totaal geen rekening gehouden met hen en er wordt ook helemaal niet naar hen geluisterd. Naar mijn aanvoelen wordt er met hen helemaal geen rekening gehouden.
De Rederscentrale vraagt om een visserijgebied in het plan aan te duiden. Ik ben zeer benieuwd welke draagkracht Vlaanderen nog kan hebben om dit te verwezenlijken.
De voorzitter
De heer Caron heeft het woord.
Bart Caron (Groen)
Het is een goede vraag van collega Vermeulen, een terechte vraag met terechte bekommernissen. Ik wil gewoon even wijzen op het feit dat er duidelijk overleg ontbreekt. Ik lees in een artikel van Natuurpunt: ‘Natuur en energie kunnen perfect samen in de Noordzee’, waarbij ook de thematiek van de visserij zelf uitgebreid aan bod komt. Ik denk dat ook moet worden onderstreept dat Natuurpunt en de visserijsector een prima samenwerking hebben en dat er heel weinig confrontaties, of toch problemen, zijn.
Ik zou voor iets willen pleiten, ook bij u, minister. Er is iets merkwaardigs. In West-Vlaanderen kunnen er bijna geen windmolens bijkomen omdat er een paar militaire luchthavens liggen uit de oude tijd. Soms stijgt er nog eens een helikopter op om een slachtoffer op zee te redden – sorry voor mijn ironie of bijna-cynisme. Het leger houdt de ontwikkeling van windmolens aan de kust, waar de meeste wind is, tegen. De problematiek van de windmolens in zee is dat er dus ook heel wat militaire zones afgebakend zijn en dat datzelfde leger dwarsligt voor de plaatsing van windmolens op zee, maar wel in beschermde natuurgebieden, als dusdanig ruimtelijk afgebakend, windmolens wil neerzetten en tegelijkertijd onze visserijsector pest, als ik het in die termen mag zeggen. Het is echt wel de wereld op zijn kop.
Minister, er zal overleg zijn. U zult uw stem laten horen, zegt u. Ik hoop dat u de eensgezindheid die er bij de andere Vlaamse actoren is – Natuurpunt, visserijsector, onderzoeksector –, ook doorzet in dat standpunt.
De voorzitter
Collega's, voor ik het woord geef aan collega De Croo, wil ik mij namens alle leden van de commissie aansluiten bij de woorden van hulde die vorige week gebracht zijn aan collega De Croo, naar aanleiding van zijn vijftigjarig mandaat in de parlementen. Collega De Croo, ik vind dat u na die vermoeiende viering er nog schitterend voor komt en bijzonder alert bent.
De heer De Croo heeft het woord.
Herman De Croo (Open Vld)
Het is misschien een voorbeeld van als je acht dagen per week werkt. Ik ga een stoutigheid zeggen die misschien niet voor het verslag is. In een van mijn vele activiteiten ben ik voorzitter van de Cardiologische Stichting Prinses Lilian. Op een avond was er een groot debat met een aantal Nobelprijswinnaars en die vroegen mij: “Do you know what is the shortest way to your tomb?” Wat is de kortste weg naar uw graf? Ik heb de vraag niet kunnen beantwoorden. Het antwoord was zeer eenvoudig: uw zetel.
Minister, ik heb dezelfde vraag gesteld en ik heb ook geïnsisteerd op dat overleg. Ik heb misschien een paar technische vragen. Doen wij voldoende voor het benutten van die oppervlaktes voor passieve visserij en aquacultuur? Men zegt mij onder meer dat men in Nederland – we delen min of meer dezelfde bruikbare basissen voor windmolens – schepen tot en met 24 meter toelaat, wat wij niet zouden doen. Is dat een soortelijk voordeel? Gaat dat of gaat het technisch niet? Ik ben geen expert, maar ik werp dat probleem alleen maar op.
Tot slot, ik zeg het een beetje cynisch, maar die windmolens dienen, als ik goed heb begrepen, voor het produceren van alternatieve energie, groene energie genoemd.
De voorzitter
Minister Schauvliege heeft het woord.
Minister Joke Schauvliege
Uiteraard is het goed dat er een draagvlak is bij de diverse actoren. Het klopt dat we heel goede afspraken hebben voor een verdere duurzame visserij, ook samen met Natuurpunt, en dat al die diverse actieplannen ook goed samen worden uitgevoerd. Uiteraard, als er hier een gezamenlijk standpunt is, dan kunnen we dat alleen maar onderschrijven. Ik denk trouwens dat dat helemaal in de lijn ligt van wat ik daarnet ook heb gezegd.
Mijnheer De Croo, het klopt dat de toegang die er nu is tot die windmolenparken, heel beperkt is. Dat moet zeker verder worden bekeken. Vooral omtrent veiligheid is er daar een probleem. Er zijn ook kansen. Er lopen op dit moment ook een aantal proefprojecten om te bekijken welke extra kansen dit biedt. We staan voor tal van grote uitdagingen, ook inzake hernieuwbare energie, duurzame energie. We moeten daar ook de voor- en nadelen van onder ogen kunnen zien, en bekijken hoe we ter zake tot oplossingen kunnen komen. Ik denk dat iedereen hier dat zal onderschrijven. We moeten de toekomst van onze visserij veiligstellen, maar aan de andere kant moeten we ook onze globale toekomst inzake hernieuwbare energie veiligstellen. Het is altijd wikken en wegen: hoe kunnen we daar een gulden middenweg in vinden?
De voorzitter
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Sabine Vermeulen (N-VA)
Minister, ik heb deze vraag hier gesteld omdat blijkt dat niet wordt tegemoetgekomen aan de vraag van de visserijsector naar ruimte om aan duurzame visserij – en ik onderstreep ‘duurzame’ – te kunnen doen. Mijn stem is hier in deze commissie gehoord. Ik hoop dat ook uw stem in de consultatieronde verder zal worden gehoord, en dat daaraan zal worden tegemoetgekomen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.