Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 25 mrt 2020 16:19 

Lijst van equivalente maatregelen Mestdecreet voor 2020


Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de lijst van equivalente maatregelen, vermeld in artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december 2006, voor het jaar 2020

Rechtsgrond
Dit besluit is gebaseerd op :
- het Mestdecreet van 22 december 2006, artikel 14, § 5, vervangen bij het decreet van 24 mei 2019.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld :
- De beoordelingscommissie voor equivalente maatregelen, als vermeld in artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december 2006, heeft advies gegeven op 18 februari 2020.
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 17 februari 2020.
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat voorliggend besluit de invoering van equivalente maatregelen voor het jaar 2020 moet mogelijk maken en de voorgesteld equivalente maatregelen ingrijpen op de hoeveelheid meststoffen die de betrokken landbouwers mogen gebruiken en het tijdstip waarop ze deze meststoffen mogen gebruiken. Opdat landbouwers nog in de mogelijkheid zouden zijn om voor deze equivalente maatregel te kiezen is het dan ook noodzakelijk dat deze maatregelen zo snel mogelijk van kracht worden.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° doelareaal : het doelareaal, als vermeld in artikel 14, § 8, derde lid, van het Mestdecreet van 22 december 2006;
2° erkend praktijkcentrum : een praktijkcentrum als vermeld in artikel 2, 1°, van het ministerieel besluit van 15 oktober 2007 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 april 2007 betreffende steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw;
3° gerealiseerd areaal : het gerealiseerd areaal, als vermeld in artikel 14, § 8, vierde lid, van het Mestdecreet van 22 december 2006;
4° de hoeveelheid werkzame stikstof die op het betreffende perceel in het jaar in kwestie opgebracht mag worden, overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006 : de hoeveelheid stikstof, uitgedrukt in kg werkzame N per hectare, die op het betreffende perceel in het jaar in kwestie opgebracht mag worden overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006, met inbegrip van de vermindering van de toegelaten bemesting, overeenkomstig de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, eerste lid, 2°, van het Mestdecreet van 22 december 2006, en met uitzondering van de mogelijkheid, vermeld in artikel 13, § 9, tweede lid, van het Mestdecreet van 22 december 2006, om het dubbele van de hoeveelheid stikstof, uitgedrukt in kg werkzame stikstof per hectare, op te brengen;
5° nitraatgevoelige teelt : een teelt die geen niet-nitraatgevoelige teelt is;
6° wintergranen : wintertarwe, wintergerst, triticale, winterhaver, winterrogge of spelt.
Art. 2. Voor het jaar 2020 geldt als lijst van equivalente maatregelen, vermeld in artikel 14, § 5, van het Mestdecreet van 22 december 2006, de equivalente maatregelen, vermeld in de artikelen 3, 4 en 5.
Art. 3. De landbouwer die in het jaar 2020 vrijgesteld wil worden van de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, eerste lid, 3°, van het Mestdecreet van 22 december 2006, kan kiezen voor de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt".
De landbouwer die kiest voor de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" moet de volgende voorwaarden naleven :
1° op de percelen wintergranen die in 2020 op de tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of gebiedstype 3, na een nitraatgevoelige hoofdteelt, als nateelt verbouwd worden, en waarop hij de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast, zijn de wintergranen uiterlijk op 15 november 2020 ingezaaid. In afwijking hiervan kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden, de uiterlijke inzaaidatum van het wintergraan, verlaten en kan aan het verlaten van de inzaaidatum extra voorwaarden verbinden of dit beperken tot bepaalde gebieden;
2° de wintergranen die in 2020 op de tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of gebiedstype 3, na een nitraatgevoelige hoofdteelt, als nateelt verbouwd worden, op een perceel waarop de landbouwer de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast, blijven aangehouden en worden in 2021 als hoofdteelt op het betreffende perceel verbouwd;
3° voor de betrokken landbouwer is zijn doelareaal, uitgedrukt in hectare, kleiner dan of gelijk aan, de som van :
a) zijn gerealiseerd areaal, uitgedrukt in hectare;
b) het aantal hectares tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of in gebiedstype 3, waarop, na een nitraatgevoelige hoofdteelt als nateelt wintergranen verbouwd wordt en waarop de landbouwer de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast.
De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan de nadere regels bepalen en kan bepalen op welke wijze de landbouwer aan de Mestbank meedeelt op welke van zijn tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, waarop hij, in 2020, na een nitraatgevoelige hoofdteelt, als nateelt wintergranen verbouwt, hij de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast.
Voor de toepassing van dit artikel wordt geen rekening gehouden met percelen waar, in 2020 vóór de nateelt wintergranen, nog een of meerdere specifieke teelten als nateelt verbouwd worden.
Art. 4. De landbouwer die in het jaar 2020 vrijgesteld wil worden van de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, eerste lid, 3°, van het Mestdecreet van 22 december 2006, kan kiezen voor de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS".
De landbouwer die kiest voor de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" moet de volgende voorwaarden naleven :
1° in 2020 gebeurt op zijn tot het bedrijf behorende percelen gelegen in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 waarop een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwd wordt en waarop hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast, de bemesting onder begeleiding van een erkend praktijkcentrum en overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3 `Het Duitse KNS-adviessysteem (Kulturbegleitenden Nmin sollwerte-systeem bruikbaar maken voor toepassing in de Vlaamse tuinbouw)' van het rapport `Het documenteren en milieukundig bijstellen van het KNS en andere bemestingsadviessystemen in de tuinbouw met het oog op een ruimere toepassing in de tuinbouw zoals voorzien in het Actieprogramma 2011-2014', zoals beschikbaar op de website van de Vlaamse Landmaatschappij.
In het kader van deze begeleiding leeft de landbouwer ook de volgende voorwaarden na op zijn tot het bedrijf behorende percelen gelegen in gebiedstype 2 of gebiedstype 3 waarop een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwd wordt en waarop hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast :
a) de landbouwer zorgt dat de hoeveelheid meststoffen, uitgedrukt in kg werkzame N die op een perceel opgebracht wordt voor het zaaien of planten, maximaal 50% bedraagt van de hoeveelheid werkzame stikstof die op het betreffende perceel in het jaar in kwestie opgebracht mag worden, overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006. In afwijking hiervan mag vóór het zaaien of planten een hogere hoeveelheid werkzame stikstof opgebracht worden, als dit gestaafd wordt door een bodemanalyse met bijhorend bemestingsadvies, uitgevoerd vóór de bemesting voorafgaand aan het zaaien of planten;
b) als op een perceel meerdere specifieke teelten na elkaar verbouwd worden, mogen er, na het oogsten van een eerste teelt op het betreffende perceel, geen meststoffen meer opgebracht worden behoudens als er na de oogst van een voorgaande teelt een staalname op het betreffende perceel wordt uitgevoerd en er een bijhorend bemestingsadvies wordt opgemaakt waaruit blijkt dat het voor de volgende teelt noodzakelijk is om nog meststoffen op te brengen. In voorkomend geval wordt de hoeveelheid meststoffen die nog opgebracht mag worden, beperkt tot de hoeveelheid, vermeld in het bemestingsadvies, met dien verstande dat de hoeveelheid meststoffen die in totaal op het betreffende perceel wordt opgebracht in overeenstemming moet zijn met de bepalingen van het Mestdecreet van 22 december 2006;
c) ter staving van de begeleiding houdt de landbouwer alle stavingsstukken bij en houdt hij per perceel een teelt- en bemestingsregister bij waarin hij de bewerkingen op het perceel in kwestie noteert, zoals de uitgevoerde bemesting, de plant- of inzaaiwerkzaamheden en de bodembewerkingen, evenals de data waarop er een staalname op het betreffende perceel werd uitgevoerd, en de resultaten van de uitgevoerde bodemanalyse;
2° de landbouwer laat in 2020, in zijn opdracht en op zijn kosten, op drie, door de Mestbank aangeduide en tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, een nitraatresidubepaling uitvoeren, overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van het Mestdecreet van 22 december 2006. In afwijking hiervan volstaat het voor bedrijven met minder dan drie tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, om een nitraatresidubepaling te laten uitvoeren op alle tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond;
3° voor de betrokken landbouwer is zijn doelareaal, uitgedrukt in hectare, kleiner dan of gelijk aan, de som van :
a) zijn gerealiseerd areaal, uitgedrukt in hectare;
b) het aantal hectares tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of in gebiedstype 3, waarop, een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwd wordt en waarop hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast en die niet meegerekend zijn onder punt a).
De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan de nadere regels bepalen en kan bepalen op welke wijze de landbouwer aan de Mestbank meedeelt op welke van zijn tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, waarop hij, in 2020, een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwt, hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast.
Art. 5. De landbouwer die in het jaar 2020 vrijgesteld wil worden van de maatregel, vermeld in artikel 14, § 4, eerste lid, 3°, van het Mestdecreet van 22 december 2006, kan kiezen voor de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt plus adviessysteem groenten KNS".
De landbouwer die kiest voor de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt plus adviessysteem groenten KNS" moet de volgende voorwaarden naleven :
1° de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, 1° en 2°, en in artikel 4, tweede lid, 1° en 2° ;
2° voor de betrokken landbouwer is zijn doelareaal, uitgedrukt in hectare, kleiner dan of gelijk aan, de som van :
a) zijn gerealiseerd areaal, uitgedrukt in hectare;
b) het aantal hectares tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of in gebiedstype 3, waarop, na een nitraatgevoelige hoofdteelt als nateelt wintergranen verbouwd wordt en waarop de landbouwer de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast;
c) het aantal hectares tot zijn bedrijf behorende percelen landbouwgrond gelegen in gebiedstype 2 of in gebiedstype 3, waarop, een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwd wordt en waarop hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast, en die niet meegerekend zijn onder punt a) of punt b).
De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, kan de nadere regels bepalen en kan bepalen op welke wijze de landbouwer aan de Mestbank meedeelt op welke van zijn tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, waarop hij, in 2020, na een nitraatgevoelige hoofdteelt, als nateelt wintergranen verbouwt, hij de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toepast, en op welke van zijn tot het bedrijf behorende percelen landbouwgrond, waarop hij, in 2020, een groente van groep I, een groente van groep II of een groente van groep III verbouwt, hij de equivalente maatregel "Adviessysteem groenten KNS" toepast.
Voor de toepassing van dit artikel kunnen percelen waar, in 2020 vóór de nateelt wintergranen, nog een of meerdere specifieke teelten als nateelt verbouwd worden, niet aangeduid worden als percelen waarop de equivalente maatregel "Wintergranen na een nitraatgevoelige hoofdteelt" toegepast wordt.
Art. 6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2020.
Art. 7. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 februari 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme,
Z. DEMIR



  Nieuwsflash
 
Versoepeling boetesysteem Mestbank Lees meer
 
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer