Van innovatiecentrum tot speerpuntcluster
Flanders’ FOOD vierde haar 15 jaar met een online event  dat begon met een “reis door het verleden”. Zo leer je dat Flanders’  FOOD sinds haar ontstaan in 2005 en doorheen de jaren een reeks  benamingen kreeg: van innovatiecentrum, excellentiepool, competentiepool  tot lichte structuur, dan werd het een innovatieplatform om  uiteindelijk erkend te worden door de Vlaamse overheid als volwaardige  speerpuntcluster in 2018. In deze rol zet Flanders’ FOOD nu ook in op  internationale samenwerking en strategisch basisonderzoek (lees het persbericht hier).
Flanders’ FOOD kon stappen vooruit zetten dankzij Fevia Vlaanderen,  een aantal sterke believers onder de voedingsbedrijven en natuurlijk  dankzij het harde werk van haar medewerkers. Flanders’ FOOD werd snel  een voorbeeld in elk innovatieverhaal. En dat loonde, want ondertussen  worden miljoenen euro’s toegekend aan innovatieprojecten. In 2019 waren  dat 13 projecten voor een totaal budget van maar liefst 33 miljoen,  waarvan 24 miljoen euro uit subsidies.
Jan Vander Stichele, voorzitter van de Raad van Bestuur van Lotus  Bakeries en voorzitter van Fevia, is sinds 2006 ook voorzitter van  Flanders’ FOOD. Hij begreep al snel hoe belangrijk Flanders’ FOOD was  voor voedingsbedrijven in Vlaanderen: “De hoge drempel voor bedrijven  richting innovatie en samenwerking met de kennisinstellingen werd  zichtbaar verlaagd en CEO’s gingen meer in interactie met hun R&D  mensen”. Hij beschrijft Flanders’ FOOD als een ware verbinder, tussen  bedrijven, tussen sectoren, tussen kennisinstellingen, en tussen  bedrijven en kennisinstellingen, waardoor kennis wordt opgebouwd en snel  kan doorstromen naar effectieve innovaties en commercialisaties.
Samenwerken om voorsprong te houden
Wie voedingssector zegt, zegt kmo-sector. En kmo-bedrijfsleiders  ontbreekt het vaak aan kennis, middelen en vooral tijd om de weg te  vinden in het toch wel complexe innovatielandschap. Vandaar dat Fevia  Vlaanderen en een aantal bedrijven besloten om via Flanders’ FOOD een  antwoord te bieden op die nood van kmo’s en ze volop te ondersteunen in  hun weg naar innovatie. “Samenwerking is hier steeds het motto geweest:  samenwerking tussen bedrijven, groot en klein, samenwerking met andere  sectoren, kennisinstellingen, universiteiten, dienstverleners en de  overheid.  Dit om competitiever en weerbaarder te worden”, verklaarde  Nadia Lapage, secretaris-generaal van Fevia Vlaanderen, tijdens het  online event.
Voedingsbedrijven werken in een heel competitieve markt, met heel  veel prijsdruk. Het is dus cruciaal dat ze competitief kunnen blijven,  dat ze voorsprong kunnen houden op hun concurrenten. “Of het nu gaat  over productinnovatie, procesinnovatie, technologische innovatie,  innovatie rond duurzaamheid en circulariteit, organisatorische innovatie  of digitalisering, innovatie is en blijft dus een must voor de  voedingsindustrie”, aldus Nadia.
Van troubleshooting naar roadmaps
Maar wat we vandaag nog al te vaak zien, is dat bedrijven vooral  innoveren in processen en in het lanceren van nieuwe producten op korte  termijn. Dat zegt ook VUB professor Luc De Vuyst, die meewerkte aan de  oprichting van Flanders’ FOOD en al jaren actief meewerkt aan  innovatieprojecten. Volgens hem is er nog “veel potentieel om in te  zetten op onderzoek en ontwikkeling, vooral dan om te innoveren op lange  termijn”. En zo evolueerde de rol van Flanders’ FOOD ook. “In de  beginjaren ging het om ‘troubleshooting’ om problemen snel op te lossen,  in bijvoorbeeld productieprocessen en waar er onderzoek voor nodig was  op korte termijn, om hulp te bieden aan bedrijven.”
Vandaag heeft Flanders’ FOOD een gediversifieerde aanpak met eigen  “roadmaps” die een periode van 10 jaar bestrijken: ‘van graan tot  brood’, ‘van varken tot charcuterie’, ‘van aardappel tot friet’, ‘van  groente tot veggie’, ‘de voedselverpakking van de toekomst’. De  bedoeling is om voedingsbedrijven voor te bereiden op uitdagingen  waarvoor we vroeg of laat kennis gaan nodig hebben. Dankzij Flanders’  FOOD en het overheidsagentschap VLAIO kunnen projecten ingediend worden  om onderzoek te doen met meerdere bedrijven. En de bedoeling is ook om  zo veel mogelijk kmo’s hierin mee te nemen.
Kijken naar de toekomst, met de focus op nieuwe trends
De boodschap is duidelijk: onze voedingsbedrijven moeten zich  voorbereiden op de toekomst en op wat er binnen 10 jaar op ons bord  komt. En daarvoor heeft Flanders’ FOOD grootse plannen. Inge Arents,  Algemeen directeur van Flanders’ FOOD sinds 2016, licht alvast een tipje  van de sluier op: “Om de komende jaren nog beter te kunnen inzetten op  zowel toegepast onderzoek als op ondersteuning van de vele  kmo-voedingsbedrijven in Vlaanderen, gaan we verder investeren in  pilootinfrastructuur.” 
Flanders’ FOOD werkt al jaren samen met de Food Pilot  in Melle, die ze oprichtte in samenwerking met het Vlaams Instituut  voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). De Food Pilot is  een soort “proeftuin”, of “living lab” waarin voedingsbedrijven via  co-creatie oplossingen kunnen vinden voor hun uitdagingen. Zo helpt de  Food Pilot om producten of processen te verbeteren of om een nieuw  product op de markt te brengen.
Tegelijk richt de Food Pilot zich op huidige en nieuwe  maatschappelijke trends. Denk bijvoorbeeld aan de valorisatie van  reststromen om voedselverlies tegen te gaan, de eiwittransitie, meer  evenwichtige voeding of digitalisering. De Food Pilot heeft al voor een  reeks zeer originele en succesvolle creaties gezorgd die zowel heerlijk  zijn, als nutritioneel een meerwaarde hebben en goed zijn voor de  planeet: van appel- en cacao-pulp, nieuwe houdbaarheidstechnieken op  maat, een kaasalternatief op basis van noten, tot haverpasta en koekjes  uit pitjes van bosbessen.
Innoveren met zuurdesem
Een concreet voorbeeld van een innovatie die al lang op de radar  staat bij Flanders’ FOOD is zuurdesem. Vandaag komt het licht zurige  brood terug in de smaak als één van de trends om meer natuurlijk  gefermenteerde producten en processen te gebruiken. Maar hoe maak je een  brood, baguette of pistolet met zo’n aroma, en dit op natuurlijke  wijze? Om daarop te antwoorden zet Flanders’ FOOD momenteel een  pilootbakkerij op voor zuurdesembrood om fermentatieprocessen beter in  kaart te brengen voor het ontwikkelen van nieuwe producten met nieuwe  smaken, aroma’s en texturen. In de pilootbakkerij kunnen  bakkerijbedrijven hun recepten en processen testen.
Flanders’ FOOD zal hiervoor samenwerken met de VUB, waar de  pilootbakkerij gevestigd wordt, onder leiding van professor De Vuyst,  gespecialiseerd in zuurdesem, KU Leuven en een aantal bedrijven  waaronder Puratos, wereldwijd marktleider op het gebied van zuurdesem.  Fabienne Verté, Senior Research Manager Functional Fermentation bij  Puratos, ziet zo’n samenwerking als een echte win-win: “We delen en  verbreden allen onze kennis en inzichten om mee te zijn met  state-of-the-art technieken en de functionaliteiten van zuurdesem, zoals  gezondheidseigenschappen, beter te begrijpen en op deze manier onze  producten nog evenwichtiger te maken. Flanders’ FOOD is altijd de ideale  netwerking partner geweest om samenwerking rond innovatie te  faciliteren en er de nodige aandacht voor te geven.”
Nieuwe (jonge) partners aan boord nemen
In 2021 wil Flanders’ FOOD volop investeren in nieuwe  pilootinfrastructuur, in Melle maar ook op nieuwe locaties en met meer  partners. Naast een bakkerij, komt er ook een eiwitextractielijn, een  frietjesfabriek, en een kitchen pilot voor bereide maaltijden. “We  willen blijven inzetten op onderzoek, maar ook voedingsbedrijven helpen  om concrete realisaties op de markt te brengen”. De innovatiepioneer van  de Vlaamse voedingsindustrie blijft vragende partij voor nieuwe  piloten, voor grote en kleinere bedrijven. Hiervoor reikt Inge ook de  hand uit naar de overheid, om niet enkel te investeren in nieuwe  apparatuur, maar ook in de mensen die innovatie mogelijk maken.
Op langere termijn wil Flanders’ FOOD ook “starters” aan boord  krijgen, beginnende ondernemers die innoverend zijn en ambitie hebben.  “Starters hebben frisse en innovatieve ideeën, maar hebben vaak nood aan  ondersteuning voor de eerste productie en eerste commercialisaties. We  lanceerde bijvoorbeeld onlangs een project met een jonge starter rond  kweekvlees. Tegelijk hebben startende bedrijven niet de ervaring om te  weten hoe om te gaan met bepaalde uitdagingen of onverwachte factoren  die typisch zijn in de voedingsindustrie. Die starters willen we  koppelen aan onze meer traditionele voedingsbedrijven, zodat iedereen  van elkaar kan leren. De combinatie van starters en nieuwe thema’s  blijft zeker op onze agenda.”
Op die agenda komen er nog thema’s: van vertical farming tot nieuwe  gewassen met nieuwe texturen en smaken. “Naast zout-, suiker- en  vetreductie willen we kijken naar nieuwe nutritionele eigenschappen van  onze voeding, die nog beter kunnen bijdragen aan een evenwichtige en  aangepaste voeding. En hier zal digitalisering ongetwijfeld een rol in  spelen, om de eetgewoonten en noden van consumenten nog beter in kaart  te brengen, er over communiceren en ervoor zorgen dat ze die kennis zelf  willen toepassen. Het is opnieuw een mooi maar uitdagend plan dat we  enkel in samenwerking met onze bedrijven, onze partners en de overheid  kunnen uitwerken.”, concludeert Inge.
Zo blijft Flanders’ FOOD trouw aan haar initiële missie: kennis  ontwikkelen, verspreiden en toepassen richting evenwichtige voeding. Wij  wensen Flanders’ FOOD alvast een lekkere toekomst!
In deze video ontdek je hoe het voedingsbedrijf en  gevogelte specialist Volys dankzij Flanders’ FOOD nieuwe innovatieve  producten op de markt brengt: klik hier