Seizoensarbeiders in quarantaine mogen werken

Voor wie terugkeert uit een rode zone geldt een quarantaine. Fysiek gaan werken is dan uitgesloten. Maar niet voor seizoensarbeiders in de land- en tuinbouwsector, zo blijkt. “Zij kunnen inderdaad tijdens hun quarantaine werken, zo is door het Overlegcomité geformuleerd in een tekst die wij kregen”, zegt Hendrik Vandamme, voorzitter van het Algemeen Boerensyndicaat ABS, die schat dat in totaal een paar duizend seizoensarbeiders momenteel aan de slag zijn, veel minder dan de aantallen in het voorjaar of de zomer. “De arbeiders moeten de quarantainemaatregelen wel respecteren, maar doen die quarantaine meestal op het bedrijf zelf. Dat komt omdat ze ook bijna altijd op de site zelf logeren, want de teler geeft de verblijfsaccommodatie meestal op het terrein zelf.” Daar eten ze bijvoorbeeld samen, maar hebben ze wel een aparte slaapplaats, verduidelijkt Vandamme. “Dus kunnen ze ook in quarantaine werken in groep. Wat ze dan weer niet mogen, is naar de supermarkt gaan. Dat moet gebeuren door de werkgever zo lang ze in quarantaine verblijven.”

Maar wat als de ene arbeider dan de besmetting doorgeeft aan de andere? “Dat is voor gezinnen ook het geval”, zegt Vandamme. “Net zoals daar zal iemand die positief test, ook geïsoleerd moeten worden.”

Marc Van Ranst is niet opgezet met de regel. “Zo erodeert men stap voor stap de quarantainemaatregelen”, schreef hij op Twitter. Hij noemt de regel een uitholling van de quarantainemaatregelen, verduidelijkt hij nadien. “Quarantaine is niet gelijk aan werken in groep. Het is niet de bedoeling om quarantaine in groep te beleven.”

Al is de vraag: als ze samen leven, kan het dan kwaad dat ze ook samen werken? “Pas op, dat samen leven is heel vaak niet door hun keuze he, wel omdat de omstandigheden voor seizoensarbeiders vaak zo zijn. Sommigen leven in precaire omstandigheden.”

Vandamme zegt dat de sector al aantoonde dat goed gewerkt wordt om het risico op besmetting te vermijden. “De maatregelen die al sinds de eerste lockdown gelden zijn heel strikt. Bovendien is het van belang dat de land- en tuinbouw kan blijven werken, denk maar aan de verhalen uit de bouw. Het is een essentiële sector. Planten stoppen niet met groeien, dieren moeten verder verzorgd worden, enzovoort. Je hebt nu eenmaal externe handen nodig om dat werk rond te krijgen.”

“Dan wordt inderdaad gezegd dat de sector essentieel is”, zegt Van Ranst. “Maar ik blijf het betreuren vanuit epidemiologisch standpunt.”