Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest, artikel 4, tweede lid.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- Het Koninklijk Meteorologisch Instituut van België (KMI) heeft advies gegeven op 2 april 2021.
- Het advies van de Inspectie van Financiën werd gegeven op 26 mei 2021.
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 7 juni 2021.
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat uit de schademeldingen en uit het advies van het KMI van 2 april 2021 blijkt dat de droogte van 15 maart tot 15 september 2020 belangrijke schade heeft veroorzaakt aan teelten en beplantingen van tuin- en landbouwondernemingen. De droogte brengt het voortbestaan van bedrijven in die sectoren in gevaar. Als de schade door de droogte van 2020 snel erkend wordt als ramp, kunnen de geteisterde ondernemingen onmiddellijk hun aanvragen tot schadeloosstelling indienen. Een correcte behandeling en uitbetaling van de vergoedingsaanvragen zijn noodzakelijk om de continuïteit van de getroffen ondernemingen te verzekeren.
Motivering
Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven:
- In 2020 deed zich een ernstige droogte voor op het grondgebied van 261 steden en gemeenten.
- De belanghebbenden hebben informatie gegeven over de omvang van de schade die is veroorzaakt door dit natuurverschijnsel.
- Het KMI bevestigt in zijn advies dat aan het wetenschappelijke erkenningscriterium van een terugkeerperiode van minstens 30 jaar is voldaan.
- De geografische uitgestrektheid van deze ramp is afgebakend.
Juridisch kader
Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving:
- het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 tot uitvoering van het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest.
Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management en de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1. De ernstige droogte die heeft plaatsgevonden van 15 maart tot 15 september 2020 op het grondgebied van het Vlaamse Gewest wordt erkend als een ramp conform het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest.
Art. 2. De geografische uitgestrektheid van de ramp is beperkt tot de volgende 261 steden en gemeenten:
1° Aalst;
2° Aalter;
3° Aarschot;
4° Aartselaar;
5° Affligem;
6° Alken;
7° Alveringem;
8° Antwerpen;
9° Anzegem;
10° Ardooie;
11° Arendonk;
12° Asse;
13° Assenede;
14° Avelgem;
15° Baarle-Hertog;
16° Balen;
17° Beernem;
18° Beerse;
19° Bekkevoort;
20° Beringen;
21° Berlaar;
22° Berlare;
23° Bertem;
24° Bever;
25° Beveren;
26° Bierbeek;
27° Bilzen;
28° Blankenberge;
29° Bocholt;
30° Boechout;
31° Borgloon;
32° Borsbeek;
33° Boutersem;
34° Brakel;
35° Brecht;
36° Bredene;
37° Bree;
38° Brugge;
39° Buggenhout;
40° Damme;
41° De Haan;
42° De Panne;
43° De Pinte;
44° Deerlijk;
45° Deinze;
46° Denderleeuw;
47° Dendermonde;
48° Dentergem;
49° Dessel;
50° Destelbergen;
51° Diepenbeek;
52° Diest;
53° Diksmuide;
54° Dilbeek;
55° Dilsen-Stokkem;
56° Duffel;
57° Eeklo;
58° Erpe-Mere;
59° Essen;
60° Evergem;
61° Galmaarden;
62° Gavere;
63° Geel;
64° Geetbets;
65° Gent;
66° Geraardsbergen;
67° Gingelom;
68° Gistel;
69° Glabbeek;
70° Gooik;
71° Grobbendonk;
72° Haacht;
73° Haaltert;
74° Halen;
75° Halle;
76° Ham;
77° Hamme;
78° Hamont-Achel;
79° Harelbeke;
80° Hasselt;
81° Hechtel-Eksel;
82° Heers;
83° Heist-op-den-Berg;
84° Herent;
85° Herentals;
86° Herenthout;
87° Herk-de-Stad;
88° Herne;
89° Herselt;
90° Herstappe;
91° Herzele;
92° Heusden-Zolder;
93° Heuvelland;
94° Hoegaarden;
95° Hoeilaart;
96° Hoeselt;
97° Holsbeek;
98° Hooglede;
99° Hoogstraten;
100° Horebeke;
101° Houthalen-Helchteren;
102° Houthulst;
103° Huldenberg;
104° Hulshout;
105° Ichtegem;
106° Ieper;
107° Ingelmunster;
108° Izegem;
109° Jabbeke;
110° Kalmthout;
111° Kampenhout;
112° Kapellen;
113° Kaprijke;
114° Kasterlee;
115° Kinrooi;
116° Kluisbergen;
117° Knokke-Heist;
118° Koekelare;
119° Koksijde;
120° Kontich;
121° Kortemark;
122° Kortenaken;
123° Kortenberg;
124° Kortessem;
125° Kortrijk;
126° Kruibeke;
127° Kruisem;
128° Kuurne;
129° Laakdal;
130° Laarne;
131° Lanaken;
132° Landen;
133° Langemark-Poelkapelle;
134° Lebbeke;
135° Lede;
136° Ledegem;
137° Lendelede;
138° Lennik;
139° Leopoldsburg;
140° Leuven;
141° Lichtervelde;
142° Liedekerke;
143° Lierde;
144° Lievegem;
145° Lille;
146° Linkebeek;
147° Linter;
148° Lochristi;
149° Lokeren;
150° Lommel;
151° Londerzeel;
152° Lo-Reninge;
153° Lubbeek;
154° Lummen;
155° Maarkedal;
156° Maaseik;
157° Maasmechelen;
158° Machelen;
159° Maldegem;
160° Malle;
161° Meerhout;
162° Meise;
163° Melle;
164° Menen;
165° Merchtem;
166° Merelbeke;
167° Merksplas;
168° Meulebeke;
169° Middelkerke;
170° Moerbeke;
171° Mol;
172° Moorslede;
173° Nazareth;
174° Nieuwerkerken;
175° Nieuwpoort;
176° Nijlen;
177° Ninove;
178° Olen;
179° Oostende;
180° Oosterzele;
181° Oostkamp;
182° Oostrozebeke;
183° Opwijk;
184° Oudenaarde;
185° Oudenburg;
186° Oud-Heverlee;
187° Oudsbergen;
188° Oud-Turnhout;
189° Overijse;
190° Peer;
191° Pelt;
192° Pepingen;
193° Pittem;
194° Poperinge;
195° Puurs-Sint-Amands;
196° Ranst;
197° Ravels;
198° Retie;
199° Riemst;
200° Rijkevorsel;
201° Roeselare;
202° Ronse;
203° Roosdaal;
204° Rotselaar;
205° Ruiselede;
206° Scherpenheuvel-Zichem;
207° Sint-Genesius-Rode;
208° Sint-Gillis-Waas;
209° Sint-Laureins;
210° Sint-Martens-Latem;
211° Sint-Niklaas;
212° Sint-Pieters-Leeuw;
213° Sint-Truiden;
214° Spiere-Helkijn;
215° Stabroek;
216° Staden;
217° Stekene;
218° Temse;
219° Tervuren;
220° Tessenderlo;
221° Tielt;
222° Tielt-Winge;
223° Tienen;
224° Tongeren;
225° Torhout;
226° Turnhout;
227° Veurne;
228° Vilvoorde;
229° Vleteren;
230° Voeren;
231° Waasmunster;
232° Wachtebeke;
233° Waregem;
234° Wellen;
235° Wervik;
236° Westerlo;
237° Wetteren;
238° Wevelgem;
239° Wichelen;
240° Wielsbeke;
241° Willebroek;
242° Wingene;
243° Wommelgem;
244° Wortegem-Petegem;
245° Wuustwezel;
246° Zaventem;
247° Zedelgem;
248° Zele;
249° Zelzate;
250° Zemst;
251° Zoersel;
252° Zonhoven;
253° Zonnebeke;
254° Zottegem;
255° Zoutleeuw;
256° Zuienkerke;
257° Zulte;
258° Zutendaal;
259° Zwalm;
260° Zwevegem;
261° Zwijndrecht.
Art. 3. Voor schade aan de landbouwproductie kan alleen een tegemoetkoming worden verleend als het productieverlies per landbouwer en per teelt meer dan 30% bedraagt. Het productieverlies per teelt wordt berekend op basis van de totale oppervlakte van de teelt.
Art. 4. De tegemoetkoming wordt toegekend en berekend conform artikel 25 van Verordening nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L193 van 1 juli 2014.
De steunmaatregel voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in hoofdstuk I en hoofdstuk II van de voormelde verordening, inzonderheid aan de volgende voorwaarden:
1° overeenkomstig artikel 1, eerste lid, van de voormelde verordening wordt de steun verstrekt aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's);
2° overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de voormelde verordening komen bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, niet in aanmerking voor steun;
3° overeenkomstig artikel 1, zesde lid, van de voormelde verordening komen bedrijven in moeilijkheden niet in aanmerking voor de steun, tenzij de onderneming een onderneming in moeilijkheden is geworden ten gevolge van verliezen of schade als gevolg van de ramp die bij dit besluit wordt erkend;
4° de steun is transparant overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a), van de voormelde verordening.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de rampenschade, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 2 juli 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management
J. JAMBON
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw
H. CREVITS
INDIENEN SCHADEDOSSIER
Vanaf heden tot eind oktober kunnen we een aanvraag tot tegemoetkoming indienen bij het Vlaams Rampenfonds.
Voor alle uitleg, gelieve Sofie Scherpereel te contacteren op 0475/26.58.69.
