Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 02 okt 2021 06:05 

Brandveilig bouwen op landbouwbedrijf


Op een land- en tuinbouwbedrijf zijn (zoals in de vorige 2 nieuwsbrieven werd aangehaald) heel wat brandbare materialen aanwezig.
Wat stallenbouw betreft, gelden er sinds 15 augustus 2009 (bijlage 6) strengere regels. Zo moet er, tenzij bij afwijkende dossiers zoals bepaalde loodsen en serres, een automatische branddetectie, rook- en warmteafvoer en een alarminstallatie aanwezig zijn. Verder moet elke stal beschikken over een gunstig keuringsattest van de elektrische installatie zonder inbreuken, ouder dan 5 jaar oud.

 

Brandklasse

De gebouwen worden ingedeeld in drie klassen op basis van de brandbelasting (zie tabel 1). De brandbelasting is een maat voor de maximaal vrijgegeven energie bij een brand per oppervlakte-eenheid en is afhankelijk van factoren zoals de opslag van brandbare materialen, de aard van de activiteiten,...

Een stal waar bijvoorbeeld ook stro wordt opgeslagen, krijgt brandklasse C en zal aan striktere voorwaarden moeten voldoen dan een stal met brandklasse A.

Het gebouw opdelen in verschillende compartimenten verlaagt het risico op de verspreiding van een beginnende brand drastisch. Compartimenteringswanden voor gebouwen die behoren tot de klasse A moeten een brandweerstand hebben van 1 uur – voor gebouwen klasse B en C is een brandweerstand van 2 uur vereist.

Dakisolatie kan onderbroken worden door de dakgebinten zèlf: een houten keper of een betonnen of metalen ligger. Deze onderbreking verhindert vlamoverslag naar een aangrenzend deel van de brandende isolatie. Zorg dat de isolatie op het dak volledig afgesloten en gereinigd is: openingen bieden ideale toegangsmogelijkheden voor ongedierte. Samen met stof doet dit het brandrisico en/of branduitbreiding snel toenemen.

Het is echter niet altijd mogelijk om de compartimentering overal door te trekken. In het geval van bijvoorbeeld luchtwassers, zal de brand zich nog steeds makkelijk kunnen verspreiden via de luchtkanalen. Het plaatsen van brandkleppen zal dan in bepaalde gevallen noodzakelijk zijn.

Verder is het verplicht om de brander voor de centrale verwarming in een aparte ruimte (stooklokaal) te plaatsen die afgesloten wordt door een branddeur. Indien de brandstof stookolie betreft moet een automatisch blusapparaat voorzien worden. De opslag van brandbare materialen in een stooklokaal (opslag van materialen, drooglokaal…) is verboden.

Het effect van compartimentering hangt echter samen met de brandweerstand van de gebruikte bouwmaterialen.

Brandweerstand bouwmaterialen

De term brandweerstand wordt gebruikt om uit te drukken hoelang een constructie-element kan voldoen aan de eisen: brandstabiliteit (R), vlamdichtheid (E) en thermische isolatie (I). Een bouwelement met REI60 zal zo gedurende 60 minuten de vlammen tegenhouden. De vereiste brandweerstand is afhankelijk van de klasse van het compartiment met de hoogste brandbelasting. Zo bestaat een stal met brandklasse C uit bouwelementen met een hogere brandweerstand, dan stallen met brandklasse A.

Vaak wordt PUR (polyurethaan) of PIR (Polyisocyanuraat) in combinatie met een aluminium laag gebruikt. Bij een brand zorgt reeds een beperkte hitte voor het loskomen van de aluminium laag waardoor het isolatieschuim dat zich eronder bevindt zeer snel kan ontbranden. Een snelle verspreiding van de brand via het dak is op dat moment zeer waarschijnlijk, terwijl de brandende druppels isolatie de brand kunnen verderzetten op de grond.

Om een snelle verspreiding van een dergelijke brand te voorkomen, wordt idealiter isolatiemateriaal gebruikt dat brandwerend behandeld is. Een brandbare stof wordt dan zodanig gecoat dat deze moeilijker brandt, zoals bijvoorbeeld PIR-platen waarin glasvezels zijn verwerkt. Een andere mogelijkheid is het gebruik van minerale wol (glas- of steenwol) die van oorsprong onbrandbaar is.

Bereikbaarheid hulpdiensten

Naast compartimentering binnen éénzelfde gebouw, is ook de afstand tussen verschillende gebouwen op het bedrijf belangrijk. De afstand wordt bepaald functie van de brandweerstand van de gevel, het aantal openingen, de hoogte en de lengte van de gevel. Indien mogelijk staan de verschillende gebouwen minimaal 4 tot 16 meter uit elkaar, afhankelijk van de oppervlakte aan verluchtingsopeningen, vensters… Dit zorgt ervoor dat een brand minder snel zal overslaan naar het naburige gebouw. Door deze afstand is het voor de brandweer ook makkelijker om het brandend gebouw te bereiken. Ook de opslag van materialen tussen gebouwen wordt best vermeden om diezelfde redenen.

Serres – een geval apart

Tuinbouwkassen of serres dienen net als alle andere industriegebouwen brandveilig te zijn. Toch is de brandbelasting vaak lager, waardoor er voor het kweekgedeelte gemakkelijker een afwijking op bijlage 6 kan aangevraagd worden. Dit betekent dat indien een serre niet kan voldoen aan bepaalde voorschriften, er een gelijkwaardige oplossing kan aangevraagd worden via een afwijkingsdossier.

Bekijk de afwijking op bijlage 6 - Type-oplossing voor serres en bijhorende loodsen (pdf)

Dit neemt niet weg dat ook in een serre een brand zich snel kan verspreiden door middel van de schermdoeken die opgehangen worden om de gewassen te beschermen tegen de felle zonne-instraling en om de warmte binnen te houden. Mogelijke oplossingen hier zijn het gebruik van brandvertragende en vlam-dovende schermdoeken en deze op geregelde afstanden te onderbreken.

Branddetectie

Voor stallen van klasse A met een oppervlakte kleiner dan of gelijk aan 2 000 m2 volstaat een branddetectie-installatie met handbediende brandmelders. In alle andere gevallen moet de stal uitgerust zijn met automatische branddetectie, een alarminstallatie en een rook- en warmteafvoerinstallatie om de verspreiding van brand en rook in het getroffen compartiment te beperken. Rook-detectoren zullen in stallen vaak een vals alarm geven vanwege het stalklimaat. Dit kan opgelost worden door de klimaatsturing van de stal, die vaak al temperatuur en luchtvochtigheid meet, te koppelen aan een alarmsysteem.

Evacuatie

Het ontwerp, de ligging van het gebouw en het aantal ontruimingswegen en uitgangen moet van die aard zijn dat iedereen zich vanop elke plaats naar een veilige omgeving kan begeven. Concreet betekent dit dat de afstand tot de (nood)uitgang maximaal 60 meter bedraagt en dat deze deur minimaal 80 cm breed is en naar buiten opendraait. Opgelet: schuifdeuren of rolpoorten worden niet aanzien als nooduitgang, tenzij er een deur in de rolpoort aanwezig is die naar buiten opendraait.

                                   

De uitgangen, ontruimingswegen en brandbeveiligingsmiddelen worden aangeduid met goed waarneembare en herkenbare signalisatie die voldoet aan de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Ze worden uitgerust met een veiligheidsverlichting.

Besluit

Een slim ontwerp dat rekening houdt met de brandveiligheid van het gebouw kan reeds veel problemen achteraf voorkomen. Best wordt vooraleer de werkzaamheden beginnen al eens nagedacht (met de architect) over de brandweerstand van de materialen, compartimentering, het aantal nooduitgangen en de toegankelijkheid van de gebouwen voor de hulpdiensten. Het kan zeker een optie zijn om van bij het begin je lokale brandweerzone te betrekken bij de (ver)bouwplannen. Zij kunnen je tips geven en op deze manier leren ze ook onmiddellijk het bedrijf kennen, waardoor er op het moment van een interventie geen kostbare tijd verloren gaat.

Meer info?

 

 

 

 


  Nieuwsflash
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
249.000 euro voor vier lokale voedselregisseurs Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer
 
 
Verlening opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke aan Agristo Lees meer
 
 
Tijdelijke rationalisatie uitrijregels meer dan welkomLees meer
 
 
Open Food Conference Lees meer
 
 
Packaging: find a workable agreement for the fruit and vegetables sector Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer