Er mag op deze wildsoorten worden gejaagd als de jacht wordt geopend door het Jachtopeningsbesluit. De jacht gaat echter niet voor alle wildsoorten open. Blijft de jacht gesloten, dan spreekt men van niet-bejaagbare wildsoorten.
Het Jachtopeningsbesluit regelt per bejaagbare wildsoort in welke periode men mag jagen. Er zijn openingstijden voor de gewone jacht en voor de bijzondere jacht.
Het afschotplan bepaalt hoeveel dieren van welk geslacht of leeftijd er mogen geschoten worden per jaar en per wildbeheerseenheid. In het afschotplan krijgt ieder dier dat geschoten mag worden een uniek nummer. Dat nummer komt overeen met een label.
Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) informeerde bij bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) naar de afschotcijfers voor de jachtseizoenen van de voorbije drie jaar en de conclusies die daaruit kunnen getrokken worden.
De minister antwoordde dat voor wat betreft de grofwildsoorten alle beschikbare cijfers kunnen teruggevonden worden op de webpagina van het INBO (https://grofwildjacht.inbo.be/).
Hieronder vindt u een overzicht van de afschotcijfers van 2019, 2020 en 2021;
|
wild zwijn
|
ree
|
edelhert
|
damhert
|
2019
|
2.181
|
6.508
|
5
|
79
|
2020
|
2.356
|
5.774
|
6
|
69
|
2021
|
3.385
|
7.296
|
14
|
122
|
Afschotcijfers over een korte periode kunnen aangewend worden als benadering voor het bekijken van relatieve verschillen in populatiedensiteit. Deze cijfers geven met andere woorden over het algemeen een goed beeld over de verspreiding en populatiedensiteit van de soorten.
Voor het analyseren van trends is een periode van drie jaren echter onvoldoende. Het INBO hanteert dan ook langere termijnen voor trendanalyses. Specifiek voor grofwild wordt er in Vlaanderen gewerkt met een 3-jaren cyclus voor het toekennen, evalueren en bijsturen van het afschot, en worden de resultaten per blok van drie jaren vergeleken met de vorige periodes. Dit neemt niet weg dat de laatste drie jaren bekeken kunnen worden relatief ten opzichte van de vorige jaren.
Uit de cijfers voor ree blijkt er in 2020 duidelijk een lager afschot te zijn, wat mogelijk een corona-effect zou kunnen zijn. In de maand maart werden in vergelijking tot andere jaren minder geiten en kitsen geschoten. Gezien dit ook het einde van de openingsperiode op reegeit en reekits betreft, heeft dit zich in een lager totaal afschot in 2021 voor deze twee categorieën doorvertaald in 2020. Na een daling in 2020 zien we dat in 2021 het reewildafschot terug stijgt in de lijn van de verwachtingen. Ook voor wild zwijn (everzwijn) is er in 2020 een vermoedelijk corona-effect waar te nemen, waarbij de bijdrage van de drukjachten aan het totale afschot in de herfst in 2020 lager is dan in 2019. Ook hier zien we dat in 2021 het afschot terug sterk toeneemt. In het najaar van 2021 ligt het afschot van wild zwijn duidelijk hoger dan in de vorige jaren.
Stijn De Roo: “Er was minder afschot door de coronacrisis. Corona heeft duidelijk invloed gehad op de afschotcijfers voor ree en wild zwijn. De cijfers hebben zich hersteld in 2021. Dit is belangrijk voor het evenwicht in het wildbestand en de natuur.”
Bijlage: vraag, antwoord en bijlage