De reden van die trage afhandeling zou te maken hebben met personeelsproblemen. Belangrijke personen, onder wie enkele dossierverantwoordelijken, zouden afwezig zijn wegens verlof, langdurige ziekte (burn out) en covid. Tevens zouden enkelen verhuizen naar een andere dienst.
Uiteraard houdt het met de afhandeling van de dossiers van de droogte in 2020 niet op. Zo zijn er ook nog de dossiers naar aanleiding van de ramp ten gevolge van de hevige regenval tijdens de zomer van 2021. De schadelijders vragen wanneer hun dossier behandeld zal worden.
1. Klopt het dat het Vlaams Rampenfonds te kampen heeft met personeelsproblemen en er daardoor vertraging optreedt in de afhandeling van de dossiers over de droogte in 2020?
2. Hoeveel personeelsleden zijn of waren recentelijk afwezig en wat was de reden van die afwezigheid?
3. Hoeveel personeelsleden hebben hun functie ingeruild voor een job elders of zijn dat van plan?
4. Wat zal de minister-president ondernemen om het personeelsbestand te versterken?
5. Zal daarbij een beroep worden gedaan op uitzendkrachten?
6. Wat is de huidige stand van zaken van de behandeling van deze dossiers?
a) Hoeveel dossiers werden al afgehandeld?
b) Hoeveel van deze dossiers kregen een positief gevolg?
c) Hoeveel van deze dossiers werden geweigerd?
d) Hoeveel geld werd er al uitbetaald aan de goedgekeurde dossiers?
e) Hoeveel dossiers wachten nog op afhandeling?
7. Tegen wanneer zullen deze dossiers allemaal afgehandeld en uitbetaald zijn?
8. Wat is de stand van zaken rond de dossiers ten gevolge van de hevige regenval tijdens de zomer van 2021?
ANTWOORD
1. Het Vlaams Rampenfonds bestaat thans uit een vaste pool van tien teamleden: twee coördinatoren, één landbouwdeskundige, vijf dossierbeheerders en twee administratieve medewerkers.
Voor de behandeling van de dossiers doet het Vlaams Rampenfonds tevens een beroep op aangestelde externe deskundigen die bevoegd zijn inzake landbouw-, gebouw- en voertuigschade om het bestaan, de aard en de omvang van de schade te onderzoeken.
Voor de afhandeling van de ernstige droogte die heeft plaatsgevonden van 15 maart 2020 tot 15 september 2020 moet rekening gehouden worden met de volgende factoren:
• het Vlaams Rampenfonds is met ingang van 1 januari 2020 niet enkel bevoegd voor de voorheen zogenaamde algemene rampen, maar tevens voor de landbouwrampen. Deze nieuwe bevoegdheid gaf aanleiding tot de opmaak van nieuwe wetgeving en procedures, die rekening houden met het gegeven dat landbouwondernemingen het initiatief kunnen nemen om van een tussenkomst van een brede weersverzekering te genieten.
De voormelde droogte behelst de eerste toepassing van deze nieuwe regelgeving. De overdracht van deze bevoegdheid is destijds niet samengegaan met de overdracht van personeel. Het dossierbehandelingssysteem diende eveneens aangepast te worden aan deze nieuwe regelgeving. Dit IT-traject heeft vertraging opgelopen, maar is ondertussen operationeel.
• De behandeling van de aanvraagdossiers is reglementair bepaald en vereist de doorloop van vastgelegde termijnen. Voor de ernstige droogte van 15 maart tot 15 september 2020 konden getroffenen een aanvraag voor het bekomen van een tegemoetkoming indienen tot uiterlijk 31 oktober 2021. De meeste aanvragen werden pas tegen het einde van de officiële indieningstermijn ingediend. Daarna voert het Vlaams Rampenfonds een onderzoek naar de ontvankelijkheid en volledigheid van elk dossier.
In toepassing van artikel 11, §2, van het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest zijn schadelijders immers verplicht om alle nuttige stukken voor inzage te bezorgen. Indien nodig nemen de teamleden van het Vlaams Rampenfonds daarvoor de nodige contacten.
Wanneer het dossier volledig is, maken de externe deskundigen in samenspraak met de schadelijder een schadeverslag op en wordt dit door het Vlaams Rampenfonds overgemaakt aan de begunstigde. Deze heeft een maand de tijd om zijn goedkeuring of afkeuring op het verslag te melden, waarna een beslissing m.b.t. de toekenning van een schadevergoeding kan worden opgesteld. De schadelijder kan deze beslissing aanvechten bij het Hof van Beroep.
2-5. Er zijn inderdaad bij het Vlaams Rampenfonds tijdelijke afwezigheden van personeelsleden. De werkzaamheden van deze personeelsleden moesten in eerste instantie opgevangen worden door de andere teamleden. Het afgelopen jaar werden inmiddels ter versterking van het team twee nieuwe krachten aangeworven: een dossierbeheerder die reeds ervaring heeft in deze materie, en een interne landbouwdeskundige. Daarbovenop is momenteel een werving lopende voor versterking van het team met drie dossierbehandelaars gedurende twee jaar. Tot slot zal ook spoedig een werving opgestart worden voor een nieuwe teamverantwoordelijke en zal een personeelslid dat het team verlaat en overstapt naar een ander project vervangen worden.
Er wordt niet voor geopteerd om te werken via tijdelijke uitzendkrachten omdat het te veel tijd vraagt vooraleer deze voldoende ingewerkt zijn in de te behandelen materie.
6. Voor de stand van zaken van de behandeling van de aanvraagdossiers m.b.t. de droogte van 2020 verwijs ik naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 218 van de heer Bart Dochy van 14 februari 2022.
Tot nog toe werd voor 11 dossiers geen schadevergoeding toegekend omdat er niet voldaan was aan de vergoedingsbepalingen van het decreet van 5 april 2019 houdende de tegemoetkoming in de schade die aangericht is door rampen in het Vlaamse Gewest en van het uitvoeringsbesluit van 30 oktober 2020.
7. Er zijn verschillende factoren die de snelheid bepalen waarmee de aanvraagdossiers kunnen behandeld worden. Ik verwijs daarvoor naar mijn antwoord op de schriftelijke vraag nr. 148 van de heer Peter Van Rompuy van 14 januari 2022.
8. De aanvragen tot tegemoetkoming betreffende de hevige regenval van 14 tot en met 16 juli 2021 en betreffende de overstromingen van 14 tot en met 17 juli 2021 kunnen ingediend worden tot 31 maart 2022. Een correct overzicht van het aantal aanvragen met bijhorende bedragen kan pas worden meegedeeld na het aflopen van de indieningstermijn en na onderzoek van de dossiers op hun volledigheid.