Sinds enkele jaren slaan FEGRA en BFA samen de handen in elkaar voor de monitoring van mycotoxines in korrelmaïs. Mycotoxines zijn natuurlijke toxines die geproduceerd worden door schimmels en die reeds aanwezig zijn vóór de oogsttijd. Ze ontwikkelen zich in het veld op de plant en kunnen zich ook na het oogsten, tijdens de opslagperiode, verder ontwikkelen. Omwille van hun natuurlijke aanwezigheid schonken FEGRA en BFA ook dit jaar voldoende aandacht aan de aanwezigheid van mycotoxines via hun bemonsteringsplannen.
Bij de mycotoxinemonitoring worden zo snel mogelijk na de oogst screeningsgegevens verzameld en analyseresultaten ter beschikking gesteld aan de verbruikers van maïs. Het rapport voor de oogst van 2022 is gebaseerd op 90 stalen. De analyseresultaten tonen een algemeen laag contaminatieniveau aan. Van de 90 stalen kwamen er 26 uit België, 22 uit Oekraïne, 18 uit Frankrijk, 4 uit Polen, 2 uit Nederland; 18 maïsstalen hadden een onbekende afkomst.
Net als in 2021, overschreed ook dit jaar geen enkel resultaat de richtwaarde voor de verschillende geanalyseerde mycotoxines. Vele resultaten lagen zelfs onder de detectielimiet. Het aantal resultaten onder de respectievelijke detectielimieten is als volgt: 51/86 voor deoxynivalenol (250 ppb), 56/89 voor zearalenon (25 ppb), 31/36 voor fumonisine B1 (25 ppb), 31/36 voor fumonisine B2 (25 ppb), 41/66 voor HT-2 (5 ppb), 59/66 voor T-2 (5 ppb), en 64/66 voor aflatoxine B1 (1 ppb).
Hoewel het gedetecteerde niveau van contaminatie laag is, blijft enige waakzaamheid geboden. Bij analyses die onmiddellijk na de oogst worden uitgevoerd (Early Warning) moet verder ook rekening worden gehouden met mogelijke contaminatie tijdens de opslagperiode. Het blijft belangrijk om goede opslagpraktijken toe te passen, waaronder voldoende afkoeling en ventilatie na droging.