Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 27 feb 2023 13:20 

Calls voor 2023 voor het indienen van steunaanvragen installaties zonne-energie en windturbines


Ministerieel besluit houdende de organisatie van calls voor het jaar 2023 voor het indienen van steunaanvragen voor middelgrote installaties op basis van zonne-energie en kleine en middelgrote windturbines

Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op:
-het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 7.1.4/1, § 1, eerste en tweede lid, artikel 8.2.1, 3°, artikel 8.3.1, 3°, en artikel 8.4.1, 3° ;
- het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 7.11.1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering 7 september 2018, en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022, artikel 7.11.2, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering 7 september 2018, en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2020, artikel 7.11.3, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering 7 september 2018, en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022 en artikel 7.11.4, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering 7 september 2018, en laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2022;
- het besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 betreffende het onderhoud en het nazicht van centrale stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen of voor de aanmaak van warm verbruikswater, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, en het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft diverse bepalingen inzake energie, van 2 december 2022.
Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- de Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 23 november 2022 en op 29 januari 2023;
- op 16 januari 2023 werd de afdeling Wetgeving van de Raad van State gevraagd advies te verlenen binnen de bij artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State voorgeschreven termijn van dertig kalenderdagen. Er werd geen advies verleend tegen deze termijn. Conform artikel 84, § 4, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan het besluit worden uitgevaardigd bij het verstrijken van de termijn voor het onderzoek van de adviesaanvraag zonder dat de afdeling Wetgeving een advies heeft medegedeeld.
DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME BESLUIT:
Artikel 1. Dit besluit organiseert drie calls voor het jaar 2023 voor nieuwe installaties op basis van zonne-energie, met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 25 kW en voor nieuwe windturbines op land met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met 300 kWe.
De eerste call wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 17 april 2023 om 9u00 tot en met 2 mei 2023 om 16u00. De tweede call wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 30 mei 2023 om 9u00 tot en met 13 juni 2023 om 16u00. De derde call wordt opengesteld voor het indienen van steunaanvragen van 17 oktober juni 2023 om 9u00 tot en met 31 oktober 2023 om 16u00.
Art. 2. Het totale maximale steunbedrag voor het jaar 2023 voor calls tot indiening van steunaanvragen voor de plaatsing van nieuwe installaties op basis van zonne-energie op marginale gronden, nieuwe drijvende installaties op basis van zonne-energie, nieuw overige installaties op basis van zonne-energie, nieuwe installaties op basis van zonne-energie op woongebouwen en nieuwe installaties op basis van zonne-energie bij energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen, met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 25 kW en voor nieuwe kleine en middelgrote windturbines op land met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met 300 kWe, bedraagt 9.000.000 euro uit het Energiefonds
Art. 3. Het totale maximale steunbedrag voor de eerste call bedraagt 3.000.000 euro.
Voor steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 3° van het Energiebesluit van 19 november 2010 bedraagt het maximale steunbedrag in de eerste call 2.500.000 euro.
Voor steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 2° /1 en 2° /2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, bedraagt het maximale steunbedrag 500.000 euro.
De twee call omvat steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 3° van het Energiebesluit van 19 november 2010 en steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van windenergie en installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 1° en 2° van het Energiebesluit van 19 november 2010.
De derde call omvat steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 3° van het Energiebesluit van 19 november 2010 en steunaanvragen voor de plaatsing van installaties op basis van zonne-energie als vermeld in artikel 7.11.1, § 1, derde lid, 2° /1 en 2° /2.
Art. 4. Het steunplafond, dat de maximale verhouding van de steun ten opzichte van de energieopbrengst weergeeft waarvoor projecten kunnen worden geselecteerd, bedraagt voor deze calls:
1° 10 euro per MWh voor projecten voor installaties op basis van zonne-energie op marginale gronden en voor overige installaties op basis van zonne-energie;
2° 20 euro per MWh voor installaties op basis van zonne-energie op woongebouwen en installaties op basis van zonne-energie van energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen;
3° 33 euro per MWh voor projecten voor drijvende installaties op basis van zonne-energie;
4° 74 euro per MWh voor projecten op basis van windenergie.
Art. 5. De maximale kosten die in aanmerking kunnen komen bedragen:
1° 1030 euro per kWp voor een installatie op basis van zonne-energie op marginale gronden en voor een overige installatie op basis van zonne-energie, met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 25 kW tot en met 250 kW;
2° 858 euro per kWp voor een installatie op basis van zonne-energie op marginale gronden en voor een overige installatie op basis van zonne-energie, met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW;
3° 696 euro per kWp voor een installatie op basis van zonne-energie op marginale gronden en voor een overige installatie op basis van zonne-energie, met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 750 kW;
4° 1150 euro per kWp voor een drijvende installatie op basis van zonne-energie, installaties op basis van zonne-energie op woongebouwen en installaties op basis van zonne-energie van energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare-energiegemeenschappen;
5° 3300 euro per kW voor een windturbine op land met een bruto nominaal vermogen per turbine groter dan 10 kWe tot en met 300 kWe.
Art. 6. Installaties op basis van zonne-energie op woongebouwen en installaties op basis van zonne-energie van energiegemeenschappen van burgers en hernieuwbare energiegemeenschappen hebben een minimum van 0 kilowattpiek en een maximum van 20 kilowattpiek per gebouweenheid binnen het woongebouw of per lid van de energiegemeenschap van burgers of hernieuwbare-energiegemeenschap.
Art. 7. De berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van installaties op basis van zonne-energie gebeurt met behulp van de berekeningsmodule voor de inschatting van de jaarlijkse energieproductie van fotovoltaïsche installaties aangesloten op een elektriciteitsnetwerk van het Joint Research Centre van de Europese Commissie ontwikkeld in het Photovoltaic Geographical Information System (PVGIS).
De PVGIS software wordt als volgt gebruikt:
1° In de PVGIS software wordt gebruikt gemaakt van de berekening voor fotovoltaïsche installaties aangesloten op een elektriciteitsnet. De locatie van de installatie wordt ingegeven. Er wordt steeds gebruik gemaakt van de PVGIS-SARAH2 databank voor de zonne-instraling, de wijze waarop de zonnepanelen zijn gemonteerd is steeds vrijstaand, het type PV module is steeds kristallijn silicium, de systeemverliezen bedragen steeds 14%.
2° In de PVGIS software moeten voor de installatie uit de steunaanvraag de volgende parameters worden ingevoerd:
- de hellingshoek: dit is de hoek, uitgedrukt in graden, die de zonnepanelen maken ten opzichte van het horizontale vlak;
- de oriëntatie: dit is de richting, uitgedrukt in graden, in dewelke de installatie is geplaatst ten opzichte van het zuiden waarbij een zuidelijke richting gelijk staat met 0°, een oostelijke richting gelijk staat met -90° en een westelijke richting met 90° ;
- het piekvermogen: dit is het DC-piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun met een gegeven oriëntatie en hellingshoek. Het piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun is gelijk aan het piekvermogen van de installatie tenzij de installatie valt onder artikel 8;
3° Als de installatie bestaat uit een samenstelling van verschillende oriëntaties, wordt voor elk van de oriëntaties de verwachte jaarlijkse energieopbrengst berekend op basis van de stappen uit punt 1° en 2°. Het piekvermogen onder punt 2° moet voor elk van de oriëntaties daarbij begrepen worden als dat deel van het piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun, dat die betreffende oriëntatie heeft.
Als de installatie bestaat uit één oriëntatie en verschillende hellingshoeken, wordt voor elk van de hellingshoeken de verwachte jaarlijkse energieopbrengst berekend op basis van de stappen uit punt 1° en 2°. Het piekvermogen onder punt 2° moet voor elk van de hellingshoeken daarbij begrepen worden als dat deel van het piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun, dat die betreffende hellingshoek heeft.
Als de installatie op basis van zonne-energie in aanmerking komt om te voldoen aan de verplichtingen vermeld in artikel 11.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, en deze installatie bestaat uit een samenstelling van verschillende oriëntaties, moet eerst het piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun bepaald worden conform artikel 8 van dit besluit. Dit is het gecorrigeerd piekvermogen. Daarna wordt per oriëntatie het gecorrigeerd piekvermogen met die gegeven oriëntatie bepaald door het gecorrigeerd piekvermogen te vermenigvuldigen met de verhouding van het piekvermogen van de installatie met die gegeven oriëntatie en het piekvermogen van de volledige installatie. Deze verhouding wordt wiskundig afgerond.
De resultaten van de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst voor elke oriëntatie van de installatie worden opgeteld. Deze som is de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van de volledige installatie die in aanmerking komt voor steun.
Als de installatie op basis van zonne-energie in aanmerking komt om te voldoen aan de verplichtingen vermeld in artikel 11.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, en deze installatie bestaat uit één oriëntatie en verschillende hellingshoeken, moet eerst het piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun bepaald worden conform artikel 8 van dit besluit. Dit is het gecorrigeerd piekvermogen. Daarna wordt per hellingshoek het gecorrigeerd piekvermogen met die gegeven hellingshoek bepaald door het gecorrigeerd piekvermogen te vermenigvuldigen met de verhouding van het piekvermogen van de installatie met die gegeven hellingshoek en het piekvermogen van de volledige installatie. De resultaten van de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst voor elke hellingshoek van de installatie worden opgeteld. Deze som is de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van de volledige installatie die in aanmerking komt voor steun.
Art. 8. Als een installatie op basis van zonne-energie in aanmerking komt om te voldoen aan de verplichtingen vermeld in artikel 11.1.3 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wordt voor dat deel van de installatie geen steun toegekend.
Van het omvormervermogen van de installatie, uitgedrukt in kW, wordt het deel van het omvormervermogen afgetrokken dat in aanmerking komt voor de voormelde verplichting, bepaald conform artikel 7.11.1, § 1, vijfde lid van het Energiebesluit van 19 november 2010. Dit resultaat is het gecorrigeerd omvormervermogen.
Het gecorrigeerd omvormervermogen berekend volgens het tweede lid wordt gedeeld door de verhouding van het omvormervermogen van de installatie en het piekvermogen van de installatie. Dit resultaat is het gecorrigeerd piekvermogen. Dit gecorrigeerd piekvermogen is het DC-piekvermogen van de installatie dat in aanmerking komt voor steun en dat moet gebruikt worden voor de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst conform artikel 7.
Art. 9. De rekenmethode voor de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst voor windturbines houdt rekening met het windaanbod op de specifieke locatie en op de ashoogte, bepaald door de gemiddelde windsnelheid en de winddistributie, en de vermogenscurve van de windturbine. Bij een verticale as windturbine wordt het midden van de rotor aangenomen als de ashoogte. De rekenmethode corrigeert deze berekende energieopbrengst voor de impact van obstakels in de nabijheid van de windturbine.
De formules in de artikelen 9, 10 en 11 van dit besluit worden toegepast voor een windsnelheidsbereik tussen 1 meter per seconde en 20 meter per seconde. De Rayleigh-distributie, de vermogenscurve en de jaarlijkse energieopbrengst moeten elk berekend worden voor dit windsnelheidsbereik in identieke stapgrootte. Deze stapgrootte kan 0,5 meter per seconde of 1 meter per seconde bedragen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 10. De vermogenscurve van de windturbine kan worden aangeleverd door de fabrikant indien een IEC 61400-12 gecertificeerde vermogenscurve beschikbaar is. Deze vermogenscurve moet bepaald zijn door een instelling, die zowel beheersmatig, juridisch, als financieel onafhankelijk is van de turbine-fabrikant en de subsidie-aanvrager. Indien geen IEC gecertificeerde vermogenscurve beschikbaar is, wordt een standaard vermogenscurve `P', in kW, gegenereerd op basis van onderstaande formule en aannames. Het vermogen moet berekend worden voor het opgegeven windsnelheidsbereik en in identieke stapgrootte, conform artikel 9, tweede lid, van dit besluit. Het vermogen moet gelimiteerd worden tot het nominale vermogen, dit is het maximale vermogen dat de turbine kan leveren.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Het type windturbine moet aangetoond worden bij de aanvraag en moet gebaseerd zijn op het werkingsprincipe van de draaiende rotor. Een horizontaal geplaatste verticale as windturbine zal nog steeds beschouwd worden als een verticale as windturbine.
Art. 11. De jaarlijkse energieopbrengst `E', in kWh per jaar, wordt bepaald door de vermogenscurve `P(v)' aangeleverd volgens de bepalingen van artikel 10 van dit besluit, te vermenigvuldigen met de windsnelheidsdistributie `R(v)', op basis van onderstaande formule. De som wordt genomen over alle windsnelheden tussen 1 meter per seconde en 20 meter per seconde, in een stapgrootte van 0,5 meter per seconde of 1 meter per seconde, conform artikel 8, tweede lid, van dit besluit en door rekening te houden met 8760 uur per jaar.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 12. De in artikel 11 van dit besluit berekende energieopbrengst `E', in kWh per jaar, dient gecorrigeerd te worden voor de impact van eventuele lokale obstakels in de omgeving van de voorziene inplantingslocatie van de windturbine. Deze correctie is enkel nodig voor aanvragen waar geen windmeting op ashoogte werd uitgevoerd conform artikel 9, derde lid, 1° of 2°. Onderstaande methode dient gebruikt te worden om de invloed van obstakels op de energieopbrengst in rekening te brengen:

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 13. De aanvrager dient de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van de installatie op basis van zonne-energie of de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van de windturbine op digitale wijze in bij de steunaanvraag.
Bij de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van een installatie op basis van zonne-energie wordt dit onderbouwd met een digitale kopie van de berekening of berekeningen van de te verwachten energieopbrengst van de installatie of installatiedelen, uitgevoerd conform de bepalingen van artikel 7 en artikel 8. De digitale kopie wordt als bijlage toegevoegd aan het elektronisch aanvraagformulier op de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.
Bij de berekening van de verwachte jaarlijkse energieopbrengst van de windturbine wordt dit onderbouwd met de volgende bijlagen die op digitale wijze toegevoegd worden aan het elektronisch aanvraagformulier op de website van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap:
1° een plattegrond van de locatie, met aanduiding van de geplande windturbine en van alle obstakels opgelijst in de beschreven methode, vermeld in artikel 12;
2° een gecertificeerde vermogenscurve indien beschikbaar;
3° de resultaten en details van uitvoering van een windmeting, indien beschikbaar;
4° een kopie van de berekening van de te verwachten energieopbrengst van de installatie uitgevoerd met de digitale rekentool aangeboden op de website van het Vlaams Energie-en Klimaatagentschap.
Art. 14. Dit besluit treedt in werking bij publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 17 februari 2023.
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme,
Z. DEMIR

 


  Nieuwsflash
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer