De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister,  ik moet het u en de collega's in de commissiezaal niet vertellen, maar  de laatste weken en maanden was het voor onze landbouwers extra moeilijk  en was er een extra druk op hun mentale welzijn. Mijn vraag gaat  daarover en ze dateert al van een tijdje terug.
We  hebben in deze commissie al meermaals gesproken over de bezorgdheid over  het mentale welzijn van onze landbouwers. Die bezorgdheid zien we  weerspiegeld in de cijfers die werden gelanceerd door Boeren op een  Kruispunt. Ik zal ze even opsommen. In 2022 heeft de vzw een  recordaantal aanvragen gekregen van land- en tuinbouwers in nood. Het  gaat om een stijging met meer dan 30 procent ten opzichte van 2021. Toen  hadden we ook al een stijging van 44 procent ten opzichte van 2020. Op  dat moment zegden we dat de knipperlichten op oranje stonden, maar  vandaag is het duidelijk dat de knipperlichten rood zijn geworden. We  zien in de cijfers dat men uit alle subsectoren van de landbouw aanklopt  bij de vzw. We zien ook alle leeftijden verschijnen, alsook  familiebedrijven maar ook andere vormen van landbouwbedrijven.
Minister,  ik vul nog even aan dat meer dan een derde van de aanmeldingen van de  laatste vijf jaar uit West-Vlaanderen komt. In een interview met De  Krant van West-Vlaanderen zegt directeur Els Verté dat ze nog steeds  gedreven landbouwers ziet, trots op hun werk, die willen innoveren en  het belang van duurzaamheid beseffen maar die gebukt gaan onder  polarisatie en stigmatisering. Dat vind ik bijzonder pijnlijke woorden  die we niet naast ons kunnen neerleggen. Die polarisatie leidt er immers  toe dat boeren zich geviseerd voelen. Ook alle discussies en heisa rond  het stikstofbeleid en de grote onzekerheid hebben er niet toe  bijgedragen dat hun slechte mentale welzijn tempert. Het remt ook  investeringen af en het zorgt voor financiële problemen maar evenzeer  voor psychosociale issues.
Aan de hand van die  cijfers roept Boeren op een Kruispunt op om in te grijpen in die  rechtszekerheid en die polarisatie. Vorige week is er een  stikstofakkoord gekomen. Het is een belangrijke stap. Die was broodnodig  om verder te gaan en om de landbouwers rechtszekerheid te bieden. Maar  dat betekent natuurlijk niet dat daarmee alles in één klap is opgelost.  We moeten er ook nog mee aan de slag, en er rijzen ongetwijfeld nog heel  wat vragen bij onze landbouwers over hoe men dat concreet zal aanpakken  en wat de uitdagingen zijn voor elk van hen individueel. 
Minister,  hoe reageert u op deze onrustwekkende cijfers van Boeren op een  Kruispunt? Kan de vzw met de huidige personeelsleden en middelen de  toegenomen vraag aan? Zijn daar geen extra middelen of begeleiding voor  nodig? Wat wilt u in het algemeen doen aan dat mentale welzijn, de  rechtszekerheid, die nu deels een verbetering kent, en de vele vragen  die volgen uit het akkoord dat werd gesloten? Kunt u iets specifieks  doen om een halt toe te roepen aan de polarisatie of om de beeldvorming  bij de mensen in het algemeen bij te schaven? Ten slotte is er de vraag  in het algemeen rond het perspectief op ondernemerschap, zeker voor de  jonge boeren.
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Collega  Talpe, de cijfers zoals we die nu zien, zijn geen verrassing, gezien de  vele onzekerheden waar onze landbouwers nog altijd voor staan. Vandaar  ook dat er vorig jaar een extra subsidie van 1,4 miljoen euro voor de  periode 2022-2024 is toegekend aan Boeren op een Kruispunt in deze zware  jaren.
Dat landbouwers de stap kunnen zetten naar  Boeren op een Kruispunt en zo professionele ondersteuning krijgen, vind  ik bijzonder belangrijk. Daarbij wil ik ook blijven herhalen dat Boeren  op een Kruispunt er ook meer preventief is voor landbouwers, voor vragen  of om af te toetsen of ondersteuning voor hen mogelijk is.
Ik  kom tot de polarisatie. Ik denk dat het duidelijk is en wil het ook  heel graag gezegd en herhaald hebben, dat ik me altijd als eerste  ambassadeur van de landbouwsector wil blijven inzetten en de bruggen wil  blijven bouwen die er vandaag vaak onvoldoende zijn. We stellen samen  vast dat de polarisatie helaas toeneemt. Ook de landbouwsector ontkomt  daar niet aan, en dat is te betreuren. Een wij-zijdenken ondermijnt op  lange termijn ons sociale weefsel en staat echt haaks op wat we nodig  hebben, namelijk respect en verbinding. Ik heb hier al zo vaak gezegd  dat het me altijd is bijgebleven dat, bij mijn eerste bezoek naar  aanleiding van de lancering van het actieplan welbevinden, die  waardering en het respect zeer nadrukkelijk naar voren kwamen.
Landbouwers  geven aan dat die polarisatie en de soms negatieve berichtgeving over  landbouw een belangrijk pijnpunt is in hun welbevinden. Om dat tegen te  gaan, vind ik het belangrijk dat we duidelijke, correcte en onpartijdige  informatie ter beschikking stellen aan de burger. 
Zo  is mijn administratie vorig jaar naar buiten gekomen met de  cijferwebsite waar gegevens over landbouw duidelijk worden weergegeven  en ter beschikking gesteld, uiteraard met respect voor de geldende  privacywetgeving.
Mijn administratie is ook in  overleg met de uitgeverijen van schoolboeken om ervoor te zorgen dat de  informatie over landbouw die aan onze jeugd wordt meegegeven, correct,  onpartijdig en genuanceerd is.
Als we willen werken  aan het beeld van de burger over onze Vlaamse landbouw, dan moeten we  beginnen bij onze jeugd. Het Vlaams Centrum voor Agro- en  Visserijmarketing (VLAM) spreekt daarom onze schoolgaande kinderen aan  met klasbezoeken aan bijvoorbeeld aardappel- en zuivelproducenten. Die  positieve beleving is zeer krachtig en helpt de kinderen een open blik  te krijgen op de Vlaamse landbouw. Naast de plaatsbezoeken brengt VLAM  ook via het project ‘Wat komt er op je bord?’ het landbouwthema in de  klassen.
Daarnaast zit in de voedselstrategie  bijvoorbeeld ook de strategische doelstelling ‘Samenwerking en  vertrouwen in de keten versterken’, en een van de vier pijlers van de  strategie is “Voedsel verbindt boer tot burger”, waarbij de nadruk ligt  op het versterken van de band van mensen met hun voedsel en waar, hoe en  door wie het wordt geproduceerd. 
Uw slotvraag is  een vraag die niet actueler kan zijn. Het debat rond de rechtszekerheid  is bekend. Het is cruciaal, hoe groot de inspanningen ook zijn – we  weten allemaal dat die heel groot zijn – dat er perspectief moet zijn  voor de Vlaamse land- en tuinbouw en dat er vandaag verschillende  beleidskaders voor op tafel liggen. Het is dus niet alleen het hele  verhaal rond stikstof, maar ook het geactualiseerde mestbeleid en het  gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Dat zijn allemaal kaders die de  landbouw van de toekomst mee vorm moeten geven, die richting moeten  geven aan de verdere verduurzaming en die opnieuw wat rust en  ondersteuning moeten kunnen geven om dat op het terrein te kunnen  waarmaken.
Ik vind het belangrijk om dat te  benadrukken omdat, als je vandaag naar de internationale context kijkt,  er inderdaad nog heel wat onzekerheden zijn wat bedrijfsvoering betreft,  waar we de nodige aandacht voor moeten hebben. Er zijn heel wat zorgen  en vragen rond de bedrijfsvoering. Hoe gaat men om met marktschokken? We  kennen de sterke schommelingen in de prijs. Ik herinner me nog heel  goed, toen ik nog op de parlementsbanken zat, dat de  belangenorganisaties hier over een warme sanering in de varkenssector  kwamen vertellen. Als je de prijzen van toen vergelijkt met die van  vandaag, is dat een heel andere wereld. De marktschokken zijn van dien  aard dat het op zijn zachtst gezegd zeer, zeer uitdagend is, met de  nodige onzekerheid in de sector tot gevolg.
Als de  prijs voor landbouwproducten voor langere tijd onder de gemiddelde  marktprijs van de afgelopen jaren zou blijven, dan kan men zich de vraag  stellen hoe robuust zo een bedrijfsmodel nog is. Het zijn prijsrisico’s  die zich niet alleen kunnen voordoen aan de outputzijde maar ook aan de  inputzijde, denk bijvoorbeeld aan stijgende energie- en  krachtvoerderprijzen, ook actueel. Voor landbouwers zijn er daarnaast  ook bijkomende productierisico’s, denk maar aan de weerrisico’s. Dat  zijn allemaal elementen die knagen.
Daarnaast zijn er  ook onzekerheden die voortvloeien uit wijzigende beleidskaders. Daar  heb ik naar verwezen. Ik denk dat we daar heel duidelijk over moeten  zijn. Zij zijn voor mij ondernemers en moeten dat ondernemerschap  aanspreken en hun verantwoordelijkheid nemen. Ik heb in het verleden al  heel vaak ervaren, en elke dag opnieuw, dat zij die verantwoordelijkheid  willen pakken voor het realiseren van milieu-, klimaat- en  natuurdoelen, op voorwaarde dat die inpasbaar zijn in de bedrijfsvoering  en met perspectief op een rendabele bedrijfsvoering. 
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Minister,  dank u voor uw antwoord. Ik ben alvast heel blij – ik had niet anders  verwacht – dat u die bezorgdheid wat betreft de zware druk die op de  schouders van onze landbouwers lag en ligt, deelt. Ik heb die vraag  ingediend nog voor er een stikstofakkoord was. Ik ben op dat vlak blij  dat we daar een stap hebben gezet, maar we zijn er natuurlijk nog niet. U  haalt het ook aan: er is werk aan de winkel. Er is nog altijd heel wat  onzekerheid, ook wat betreft de uitvoering van het akkoord. Ik denk dat  het akkoord en ook het zevende Mestactieplan (MAP 7), dat bottom-up tot  stand is gekomen, en ook een aantal positieve tendensen in een aantal  subsectoren zoals eieren en varkens, misschien wel een kentering zullen  veroorzaken, maar die zal er niet van de ene dag op de andere dag komen.  We moeten echt de vinger aan de pols houden.
Records  zijn meestal iets positiefs, maar wat we nu zien bij Boeren op een  Kruispunt is bijzonder alarmerend. Dan moeten we er nog bij stilstaan  dat het enkel de landbouwers zijn die de moed hebben om naar Boeren op  een Kruispunt te stappen. We zeggen altijd dat een West-Vlaming een  ‘binnenfretter’ is maar dat is in de landbouwsector eigenlijk algemeen  een beetje het geval. De stap zetten om psychologische hulp te vragen of  om gewoon eens een babbel te doen, is niet evident. We moeten ons ervan  bewust zijn dat de groep mensen die nood heeft aan wat mentale  ondersteuning, eigenlijk veel groter is. Dat wilde ik nog even meegeven.
Ik  heb er ook niet direct een oplossing voor. Maar als we Boeren op een  Kruispunt ondersteunen – we hebben inderdaad een extra financiële  stimulans gegeven – dan moet het ook nog eens onder de loep genomen  worden of het voldoende is om met die huidige cijfers aan de slag te  gaan. Ik herinner me ook een hoorzitting met Boeren op een Kruispunt  waar ik de vraag stelde hoe het nu eigenlijk zit met de mensen die voor  hen werken, de vrijwilligers. Men kan daar immers niet zomaar iedereen  op afsturen. Ik stel me de vraag of zij genoeg vrijwilligers vinden met  de nodige feeling voor de landbouwsector. Ik kan me goed voorstellen dat  een landbouwer niet zomaar eenieder over zijn erf wil zien komen. Het  moet iemand zijn die echt wel begrijpt waarover het gaat, anders zal de  landbouwer waarschijnlijk dichtklappen. Ik kom uit West-Vlaanderen. Dat  is een gebied, zoals u het ook kent, met heel wat mensen uit dit milieu.  Zij vragen toch wel een bijzondere aanpak. We moeten hun dat ook kunnen  geven. 
Ik kan alleen maar vaststellen – en ik ben  blij dat u dat ondersteunt – dat er nog veel onzekerheden zijn en dat we  daarmee aan de slag moeten gaan. Ik reken er samen met u op dat hier  echt kort op de bal wordt gespeeld. We hebben misschien al een aantal  stappen gezet, maar we zijn er nog bijlange niet. Ik vraag bij dezen dus  uw bijzondere aandacht, en ik ben heel graag samen met u ambassadeur om  die polarisatie tegen te werken. We moeten inderdaad samen, natuur en  landbouw, de uitdaging van de verduurzaming aanpakken. We kunnen dat,  echt waar, maar we moeten samen zorgen dat we tonen dat het ook samen  kan. Dat is de taak van ons, van het beleid.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister,  dank u wel. U hebt uw zorg voor de boeren naar boven gehaald. Ik moet  toch aangeven dat collega Sintobin al meer dan een jaar geleden ook al  met Boeren op een Kruispunt in deze commissie naar buiten is gekomen.  Wij hebben de laatste maanden tal van landbouwbedrijven bezocht, meer  dan een jaar lang. Ze zien ons graag komen. Dat wil zeggen dat we ook  rekening moeten houden met de isolatie van een landbouwbedrijf. We  hebben de coronapandemie achter de rug. Toen we in de coronaperiode  vroegen om eens langs te komen, zeiden ze: “Neen, nu niet, dat kan  niet.” Je merkt dat bijvoorbeeld iemand uit het gezin de boodschappen  deed en iemand contact had met de buitenwereld. Al de rest, of dat nu  een familiebedrijf of een eenmansbedrijf was, bleef op het bedrijf en  was vrij geïsoleerd.
Je merkt ook dat men heel  angstvallig is door de polarisatie. Dat is ook omdat de landbouwers zelf  de politieke situatie niet begrijpen en moeilijk kunnen inschatten. Dat  geeft heel veel onrust. Heel veel landbouwers waar we eerder geweest  zijn, contacteren ons en vragen hoe het nu zit en hoe het verder gaat,  want ze hebben slapeloze nachten. Als we daarover praten, zelfs aan de  telefoon, danken ze ons voor het gesprek omdat ze daar nood aan hadden.
Het  is heel frappant dat dit nu al een hele tijd plaatsvindt, juist in de  landbouwsector. Wij zijn hier bezig over het stikstofakkoord, MAP 7, de  Pachtwet, de gronden en de natuur. Ze hebben er wel contact mee, maar ze  weten niet hoe het nu zit, hoe de politiek ermee omgaat en wat hun  toekomst is. U geeft aan dat men zelfs bezig is met jongeren op school,  maar als de ouders de jongeren de landbouw afraden en zeggen dat er geen  toekomst meer in zit, dan kan men op school zeggen wat men wil, want  het wordt afgeraden tot en met. Hoe we ook proberen daar iets aan te  doen, als wij geen zekerheid kunnen geven, dan hebben die mensen een  groot probleem. 
Wij geven nu zoveel geld om  bedrijven op te kopen en bepaalde zaken te verminderen en te verbeteren.  Als wij in die prijsafspraken, waarbij zij geen vinger in de pap  hebben, een minimumprijs kunnen plakken, hoe zit dat dan in de balans  met het geld dat we nu uitgeven om bedrijven uit te kopen en lam te  leggen? U weet evengoed als wij – want u hebt het er daarnet over gehad –  dat de prijs een onduidelijke zaak is. Het is altijd maar groter en  groter. Dat heeft ook te maken met de prijs die men er vaak voor krijgt.  Er zijn heel veel landbouwers die, als ze weten dat ze een bepaalde  prijs krijgen, perfect willen verminderen of zelfs halveren, als ze die  minimumprijs maar krijgen. In welke mate is in de regering geweten hoe  de balans is in de uitgaven die er nu er zijn voor de landbouw voor  zulke situaties die ik net heb aangegeven, en hoeveel dat bedraagt? Hoe  komen al die miljoenen euro’s die daarnaartoe gaan daarmee overeen?  Kunnen we daar niet op een andere manier mee verder? 
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank  u wel, collega's. Ik denk dat het belangrijk is dat wij allemaal een  stukje ambassadeur zijn voor de Vlaamse land- en tuinbouw en dat we die  allemaal een zeer warm hart toedragen en in een heel positief daglicht  stellen. Het is belangrijk dat iedereen die direct of indirect met de  landbouw in contact komt, de nodige voelsprieten ontwikkelt om het waar  te nemen als er onzekerheden leven die tot stress leiden, met alle  gevolgen van dien.
Ik heb wel het gevoel dat het  thema van de landbouwer op zich meer bespreekbaar is. In West-Vlaanderen  noemt men dat dan heel mooi de ‘binnenfretter’. Ik denk dat de Vlaming  op zich iemand is die niet altijd gemakkelijk over zijn gevoelens kan  spreken, en dat geldt zeker voor de landbouwsector. Dat hebben we de  voorbije jaren samen vastgesteld bij de werking van Boeren op een  Kruispunt. Van bij de start tot nu is er op dat vlak een heel traject  afgelegd. Er is 1,4 miljoen euro extra geïnvesteerd. Maar het is een  thema dat breed in de samenleving aanwezig is, als ik mag verwijzen naar  de vele burn-outs. Het mentaal welbevinden is een thema dat steeds meer  aan aandacht wint, en maar goed ook, zeker in een sector die het  vandaag niet onder de markt heeft. 
Collega Pieters,  ik denk inderdaad dat er een stuk isolement is en dat dat wat meer eigen  is aan de landbouw. Er moet als het ware dag en nacht gewerkt worden op  de boerderij. In tijden van corona was dat nog extra moeilijk. Er wordt  heel wat geld vrijgemaakt, niet alleen voor het uitkopen, want iemand  die de landbouwsector een warm hart toedraagt, krijgt het niet warm maar  eerder koud van uitkoopregelingen – ik toch. Maar helaas is het al lang  realiteit, die samen met de sector is afgesproken, dat het in bepaalde  omstandigheden nodig is. Maar ik wil veel meer benadrukken dat we een  flankerend beleid inzetten en dat we een beleid moeten maken en geld  moeten vrijmaken voor de toekomst en de verdere verduurzaming van de  land- en tuinbouw. Daar hebben we beleidsinstrumenten voor zoals het  GLB, maar ook in het stikstofbeleid zitten flankerende maatregelen die  middelen zijn voor een positief beleid en een toekomst voor de Vlaamse  land- en tuinbouw. 
De voorzitter
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Emmily Talpe (Open Vld)
Ik  hoop alvast, ook met de bespreking in de commissie en de ruchtbaarheid  die er wordt aan gegeven in de pers, dat we de land- en tuinbouwers  bereiken en dat ze weten dat we er zijn voor hen en dat er instanties  zijn die hen willen helpen, waar ze gewoon eens hun hart kunnen luchten  of waar ze zelfs psychologische ondersteuning kunnen krijgen. Er zijn  ook al heel wat initiatieven. Ik zag een tijdje terug een podcast van  een samenwerking van de provincie West-Vlaanderen, Boeren op een  Kruispunt en The Podcast Planet, met als titel ‘Blijven boeren’. Dat was  heel interessant want landbouwers zelf kwamen vertellen en brachten  getuigenissen over de moeilijkheden waarmee ze struggelen. Ik vond het  een heel mooi initiatief, zeker voor herhaling vatbaar, omdat het ook  herkenbaar is voor de landbouwers op het terrein. Die initiatieven  moeten we zeker extra ondersteunen. Een landbouwer luistert graag naar  een landbouwer, want hij weet, zoals ik daarnet zei over de medewerkers  van Boeren op een Kruispunt, dat die voeling heeft met die materie. Ik  denk dat het heel duidelijk moet zijn, nu er een aantal beleidsmatige  beslissingen zijn genomen, dat we daarmee vooruit moeten en dat we hen  ook zo maximaal mogelijk moeten bijstaan en rechtszekerheid en een  toekomstperspectief moeten bieden.
Tot slot kom ik tot het  educatieve luik. Collega Pieters vroeg zich af of dat wel zin heeft als  de ouders er niet achter staan. Ik geloof wel in dat educatieve. Ik denk  dat het onderwijs ook al sterk geëvolueerd is op dat vlak. Jongeren die  voor de landbouw kiezen, krijgen op de schoolbanken bepaalde informatie  die hun ouders misschien niet hebben gekregen. Het is belangrijk dat op  die manier aan hen wordt geduid wat het kader vandaag is en wat er kan  zodat ze ook wel zien dat er nog perspectief is en hoe ze die  verduurzaming wel degelijk kunnen aanpakken. Als we dat koppelen aan een  goed beleid waarmee we rechtszekerheid bieden alsook belangrijke  flankerende maatregelen, dan kunnen we stappen vooruit zetten.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.