Sinds 1 december zijn zeker 3600 kalveren  naar Nederland gekomen vanuit de Duitse deelstaat Brandenburg, waar  vorige week voor het eerst in tientallen jaren mond-en-klauwzeer (MKZ)  werd vastgesteld. De geïmporteerde kalveren staan op ruim 125 bedrijven  verspreid over Nederland.
Tot  nu toen zijn zo'n honderd vleeskalverbedrijven onderzocht. De minister  verwacht dat aan het eind van de week alle bedrijven bezocht zijn door  de inspectie. De inspectie gaat verder nog onderzoek doen bij vier  bedrijven die onlangs samen zes runderen uit Brandenburg hebben gekregen  en naar een bedrijf waar schapen uit de Duitse deelstaat zijn.
Vaccins
Wiersma  schrijft verder dat ze 100.000 vaccins heeft besteld. Deze zijn bedoeld  om bij een uitbraak dieren binnen 2 kilometer van het getroffen bedrijf  te kunnen vaccineren. "Daarmee wordt het (preventief) ruimen van  gezonde, niet besmette dieren zoveel mogelijk voorkomen."
De  vaccins kunnen binnen zes dagen beschikbaar zijn, schrijft Wiersma.  Gisteren heeft het ministerie de veesector al gevraagd zich voor te  bereiden op het vaccineren, mocht het nodig zijn. "De logistieke  operatie die daarbij komt kijken, is ingrijpend."
De  minister had afgelopen weekend al voorzorgsmaatregelen afgekondigd. Zo  is er een afvoerverbod voor vleeskalveren van kracht, behalve als het  voor de slacht is. Het invoeren van kalveren mag nog wel.
Naast  deze maatregel geldt er een bezoekverbod voor bedrijven "om de kans op  mogelijke verspreiding van MKZ-virus via materialen zo klein mogelijk te  maken". Alleen noodzakelijke bezoekers, zoals veeartsen, zijn onder  voorwaarden toegestaan.
Etensresten
Over  de situatie in Duitsland schrijft Wiersma dat het nog steeds om één  besmet bedrijf gaat. Hoe het MKZ-virus daar terecht is gekomen is  onbekend. Als mogelijkheid noemen Duitse deskundigen dat er "etensresten  uit het buitenland" zijn achtergelaten op het terrein waar de besmette  waterbuffels verbleven.
Bij  drie bedrijven vlak bij het besmette bedrijf zijn alle dieren  preventief afgemaakt. De dieren op deze locaties bleken het MKZ-virus  niet te hebben.
Mond-en-klauwzeer  is een zeer besmettelijke virusziekte bij dieren als koeien, schapen en  geiten. Het virus kan zich snel en op verschillende manieren  verspreiden. In 2001 was er een uitbraak van MKZ in Europa. In Nederland  werden destijds bijna 300.000 dieren preventief afgemaakt.
Niet gevaarlijk voor mensen
Mond-en-klauwzeer  is heel besmettelijk bij evenhoevige dieren. Het virus kan zich onder  meer verspreiden via melk, mest en urine van besmette dieren en via de  lucht.
De grootste  kans op besmetting is als een besmet dier een ander dier tegenkomt. Ook  mensen kunnen het virus meebrengen als ze bijvoorbeeld een stal  bezoeken en het virus blijft hangen op hun kleding of schoenen. Mensen  kunnen er zelf echter niet ziek van worden, ook niet als ze besmette  melkproducten drinken of besmet vlees eten.
Zieke  dieren krijgen pijnlijke blaren op de poten, op de uiers en in de bek.  De meeste dieren die de ziekte hebben, gaan er niet aan dood.