Fokbedrijven lijden dan weer het sterkst onder de crisis. Drie kwart van de bedrijven signaleert dat het lage inkomen een probleem is en vier op de tien hebben een betalingsachterstand bij een veevoederfabrikant. Fokbedrijven zijn bijzonder kwetsbaar in tijden van crisis. Ze zijn de laatste jaren getroffen door zeer lage biggenprijzen. Daarnaast kampt een aantal, mede ten gevolge van de verplichte groepshuisvesting voor zeugen, met een grote investeringslast.
Het vertrouwen van varkenshouders in de toekomst van de sector en het bedrijf varieert. De negatieve reacties overheersen licht. Bedrijfsleiders van 50 jaar en ouder met een opvolger en bedrijfsleiders jonger dan 35 zijn het meest positief. Bedrijfsleiders van 50 jaar en ouder met opvolger hebben een groter en meer leefbaar bedrijf en maken dat klaar voor de generatiewissel. Bij een aantal van de bedrijfsleiders jonger dan 35 jaar zijn de ouders nog actief en betrokken bij het bedrijf, en dat heeft een positieve impact.
De grootste knelpunten voor de varkenshouders zijn een mix van economische factoren en het overheidsbeleid. De lage marktprijzen staan met stip op één. Andere knelpunten zijn de kosten van mestafzet en -verwerking, de eisen rond milieu, dierenwelzijn enz., het lage en onzekere inkomen, het veranderend overheidsbeleid, de administratieve lasten en de hoge voederkosten.
Uit de antwoorden op de afsluitende open vraag blijkt dat veel varkenshouders zich de zwakke schakel in de keten voelen. Ze vinden dat de marges niet gelijk verdeeld zijn en dat ze geen eerlijke vergoeding ontvangen.
Dat blijkt uit de resultaten van een enquête van het Departement Landbouw en Visserij, waaraan bijna 1.200 varkenshouders in de tweede helft van 2016 deelnamen. De grootschalige bevraging maakt deel uit van het actieplan dat het licht zag na de G30-varkenstop over de toekomst van de Vlaamse varkenssector begin 2016. De resultaten zijn gebundeld in drie rapporten.