Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 07 mrt 2018 19:15 

Het ecologisch omkaderen van zonne- en windparken


Vraag om uitleg over het ecologisch omkaderen van zonne- en windparken van Andries Gryffroy aan minister Bart Tommelein en minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Gryffroy heeft het woord.

Andries Gryffroy (N-VA)

Windparken en zonneparken met panelen op de grond nemen nogal wat ruimte in. Dit heeft een impact op het landschap en op de fauna en flora. Het creëert ook mogelijkheden om in een ecologische omkadering te voorzien. Zeker bij participatieve modellen waaraan coöperaties, steden en gemeenten, kunnen meewerken. Op die manier krijgt de opgewekte duurzame energie ook een ecologische waarde voor de biodiversiteit van het terrein.

Tussen de fotovoltaïsche panelen (PV-panelen) van een zonnepark wordt er ruimte vrijgehouden zodat ze niet in elkaars schaduw staan. De gipsberg in Zelzate is daarvan een typisch voorbeeld. Zo kan men een optimaal rendement garanderen. Maar je kunt er nog meer mee doen. Men kan kiezen voor planten en bloemen om bijvoorbeeld de bijen- en insectenpopulatie positief te beïnvloeden. Er zijn ook goede praktijken waarbij grondgemonteerde PV-installaties iets verhoogd worden zodat zelfs schapen kunnen grazen onder de PV-panelen. Dit geldt ook voor eventuele vrije en beschikbare ruimte rond de windmolens.

Minister, wat zijn de mogelijkheden en het potentieel om op het terrein van de zonne- en windmolenparken ecologische initiatieven te ontplooien die de biodiversiteit ondersteunen? Hebben we dat al onderzocht in Vlaanderen? Zijn er daarvoor al goede praktijken of stimulerende initiatieven?

Op welke manier zou de Vlaamse overheid de uitbaters van zonne- en windmolenparken kunnen sensibiliseren om het terrein ecologisch te ontwikkelen?

De voorzitter

Minister Tommelein heeft het woord.

Minister Bart Tommelein

Mijnheer Gryffroy, ik zou er graag op wijzen dat mijn antwoord gecoördineerd is met minister Schauvliege, die voornamelijk bevoegd is over het onderwerp van uw vraag. Maar gezien de uitstekende samenwerking binnen de Vlaamse Regering heb ik dit met haar gecoördineerd.

Wat betreft de ervaringen met de mogelijkheden en resultaten van een gerichte ecologische ontwikkeling binnen zonne- en windmolenparken, moeten we vandaag vooral aan voorbeelden uit het buitenland refereren.

In zonneparken kan de ruimte tussen de zonnepanelen inderdaad gebruikt worden om aanvullende biodiversiteit te creëren. Het gaat daarbij evenwel over kleinere oppervlakten, zeker bij een oost-westopstelling van de panelen, waarbij de grondoppervlakte maximaal benut wordt. Daardoor blijven de mogelijkheden tot natuurontwikkeling meestal beperkt tot de smalle onderhoudspaden. In Vlaanderen is momenteel een grootschalig voorbeeld in ontwikkeling op het industrieterrein Kristalpark in Lommel. De open ruimtes in het geplande megazonnepark zullen hier ontwikkeld worden als stapstenen en verbindingsgebieden voor beschermde soorten die in de omliggende natuurgebieden voorkomen. Ze vormen geen alternatief voor de echte leefgebieden. Wel heeft de ontwikkelaar van het park, de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM), op voorhand overleg gepleegd met Natuurpunt. Zij hebben samen een oplossing gezocht om het evenwicht tussen energie en fauna te bewaren. Zonneparken kunnen bijkomende kansen bieden voor algemene soorten van dagvlinders, wilde bijen en andere soortgroepen, dus voor de lokale biodiversiteit, en kunnen tegelijk corridors creëren tussen leefgebieden van en voor zeldzamere soorten. De zones binnen de zonneparken zelf zijn voor zeldzamere natuur in regel niet geschikt als leefgebied wegens de te beperkte oppervlakte.

Het uitvoeren van ecologische initiatieven in windmolenparken moet lokaal goed worden afgewogen. Een grotere biodiversiteit kan leiden tot extra problemen. Wat de windmolenparken betreft, wordt in eerste instantie verwezen naar omzendbrief RO/2014/02 van 25 april 2014: ‘Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines’. Deze omzendbrief schept een kader voor de optimale inplanting van grootschalige windturbines vanuit een aantal basisprincipes waaronder duurzaam ruimtegebruik.

Het uitvoeren van ecologische initiatieven in zowel windmolenparken als zonneparken moet lokaal geval per geval goed afgewogen worden en is afhankelijk van het vooropgestelde doel: hetzij het verhogen van de lokale basisbiodiversiteit, hetzij het creëren van een verbindingsfunctie tussen omliggende natuurgebieden, of beide samen. Bij het ontwikkelen van dergelijke projecten kan de initiatiefnemer voor ecologische begeleiding steeds terecht bij het Agentschap voor Natuur en Bos of bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek.

We zullen dit dus case per case aanpakken. Dat vanuit een algemeenheid doen, is veel moeilijker. Ik stel voor dat u eventuele bijkomende vragen over dit onderwerp stelt aan mijn goede collega Joke Schauvliege. Vragen die aanleunen bij mijn eigen bevoegdheid, beantwoord ik natuurlijk graag zelf.

De voorzitter

De heer Gryffroy heeft het woord.

Andries Gryffroy (N-VA)

Minister, dank u. Deze vraag kan inderdaad ook aan minister Schauvliege worden gesteld. Maar ik heb de vraag doelbewust aan u gesteld omdat het hier ook gaat over sensibilisering. Als je kunt aantonen dat de grond die voor hernieuwbare energie wordt gebruikt, nog andere nuttige bestemmingen kan hebben, kan dit het draagvlak vergroten. Ik weet dat er in Oost-Vlaanderen met het Windplan sprake van was dat de projectontwikkelaars een bepaald bedrag in een fonds moesten steken, met de bedoeling om iets meer te kunnen doen voor de biodiversiteit dan enkel het onkruid te laten groeien en een of twee keer per jaar weg te maaien. Ik weet ook dat er een decreet inzake ruimtelijke ordening bestaat waardoor je project per project dingen kunt doen in agrarisch gebied om biodiversiteit te creëren. Maar dat is lokaal. De vergunningverlenende overheid is daar de lokale overheid. Zij kunnen beslissen om bijvoorbeeld de zonnepanelen hoger te plaatsen, enzovoort.

Ik vond het een leuk initiatief. Toen mijn medewerkers ermee bij mij kwamen, moest ik eventjes lachen. Er was een artikel verschenen: ‘Kunnen zonneparken een plek vormen voor bijen en gewassen?’ Daar stond dan een fotootje bij van een bij op een zonnepaneel. Achteraf dacht ik: bijen slaan wél aan bij de mensen. Als u beide kunt combineren in uw communicatie, zou u twee vliegen in één klap kunnen slaan, ook al bent u niet de minister van Natuur.

De voorzitter

De heer Danen heeft het woord.

Johan Danen (Groen)

Ik ben blij met deze vraag. Ik dacht dat de heer Gryffroy het licht had gezien. Maar blijkbaar zijn het zijn medewerkers die het licht hebben gezien. Dat is op zich ook goed. Zij kunnen u ook inspireren, mijnheer Gryffroy.

Ik ben heel erg bezorgd om de biodiversiteit. Soms, en zeker in energiekringen, wordt daar wat neerbuigend over gedaan omdat de belangen tegenstrijdig lijken. Er moet een goed afwegingskader zijn. Soms heb ik het gevoel dat men biodiversiteit inroept als een schijnargument om goede projecten niet te laten doorgaan. Dat wil niet zeggen dat er soms echte, terechte bezwaren zijn. Er is nog heel wat ruimte om hernieuwbare energie en biodiversiteit te combineren. Ik ben vragende partij om daarin verder initiatieven te nemen. Ik steek mijn hand uit om daar eventueel samen verder werk van te maken.

De voorzitter

De heer Vandaele heeft het woord.

Wilfried Vandaele (N-VA)

We hebben in de sfeer van natuur en milieu veel dergelijke voorbeelden waarbij je met meerdere compartimenten zit die al eens met elkaar conflicteren. We zijn uiteraard allemaal een groot voorstander van groene energie, maar we zijn ook voorstander van open ruimte. Wat en hoe kies je hier? De heer Gryffroy vraagt zich af hoe je beide eventueel kunt combineren. Persoonlijk vind ik, als het over zonnepanelen gaat, dat we eerst de daken moeten vullen. We hebben nog daken genoeg, ook heel grote, industriële daken. Mij lijkt het belangrijker om eerst die vol te leggen dan om hectaren open ruimte vol te leggen. Deze afweging van hoe we daarmee omgaan, moet constant worden gemaakt. Hoe belangrijk groene energie ook is, natuur en milieu zijn dat ook. Je moet die twee met elkaar verzoenen. Wat mij betreft: eerst de daken vol en dan de open ruimte.

De voorzitter

Minister Tommelein heeft het woord.

Minister Bart Tommelein

Mijnheer Gryffroy, ik dacht dat deze vraag vanuit de diepste vezels van uw lichaam kwam, maar blijkbaar heeft uw medewerker u toch moeten overtuigen om hem te stellen, zo te horen. Ik heb er wel begrip voor. Ik ben absoluut voor sensibilisering voor de omgeving, de natuur en het feit dat er daar opportuniteiten zijn. Ik heb trouwens die ervaring al gehad met mijn vorige bevoegdheid, met de windmolenparken op zee. Op dat vlak zijn de resultaten daar zeer bemoedigend. De biodiversiteit is in die windmolenparken alleen maar toegenomen omdat er bijvoorbeeld geen scheepvaartverkeer mogelijk is. Nieuwe vissoorten hebben zich daar gevestigd en zijn zich daar nu volop aan het voortplanten. De natuur doet er haar werk.

Hernieuwbare-energie-installaties zijn dus niet, zoals sommigen denken, altijd een nadeel. Ze kunnen ook een voordeel zijn.

Mijnheer Vandaele, ik geef u 100 procent gelijk. Sommige criticasters zeggen dat we een aantal zaken niet kunnen ontwikkelen omdat we geen plaats genoeg hebben. Het is een kwestie van gezond verstand. Wij hebben inderdaad weinig plaats om hernieuwbare-energie-installaties te plaatsen omdat wij een zeer dichtbevolkt land zijn. Maar er zijn weinig regio’s in Vlaanderen die zoveel daken hebben. Wij hebben een ongelooflijk potentieel aan daken. Die daken zouden meer en optimaler moeten worden benut.

Mijnheer Gryffroy, dan hebben wij zonnedelen nodig, en alle drempels dit dat zonnedelen bemoeilijken, moeten weg. Mijnheer Vandaele, wij moeten dus inderdaad de beschikbare ruimte niet automatisch beginnen in te nemen. In sommige gevallen kan het niet anders. Het windmolenpark in het Kristalpark in Lommel wordt het grootste van de Benelux. Die molens kun je niet zomaar op daken plaatsen, zeker als je daarbij rekening houdt met de afname.

Het is belangrijk dat wij die zaken stimuleren. Maar ook hier heb ik als liberaal dezelfde overtuiging, mijnheer Gryffroy: ik houd niet van verplichten. Ik ga dus niet zeggen dat er in een fonds moet worden gestort en dat er van alles moet worden verplicht. Het is een kwestie van stimuleren en motiveren.

Mijnheer Danen, wij moeten inderdaad stoppen met de biodiversiteit neerbuigend te behandelen wanneer het over energie gaat. Er zijn inderdaad soms heel terechte bezwaren. We moeten die bezwaren ernstig nemen. Maar het enige probleem is dat een aantal mensen soms terechte bezwaren verkrachten – als ik het woord mag gebruiken – door belachelijke argumenten aan te halen om toch maar geen windmolens in de buurt of in een bepaald gebied te hebben. Meestal heeft het te maken met andere redenen, maar ze misbruiken het argument biodiversiteit. Het stond vorige week nog in de krant, en ik zie het regelmatig passeren: de gemeentebesturen halen meestal niet het negatieve advies aan omwille van de biodiversiteit. Het is meestal omdat de huizen minder waard zouden kunnen zijn en omdat de burgers eventueel zouden kunnen protesteren. Daar hebben we toch wel ervaring mee.

Ik vind het een goede suggestie van uw medewerker, mijnheer Gryffroy. Ik sta er zeker voor open.

De voorzitter

De heer Gryffroy heeft het woord.

Andries Gryffroy (N-VA)

Als het niet vanuit het diepste van mijn eigen vezels komt, mag ik toch wel eens luisteren naar de ideeën van anderen?

Mijnheer Vandaele, uiteraard is de volgorde: eerst de daken en dan de open ruimte. Maar we hebben ook open ruimte die we daar eventueel voor kunnen gebruiken. Denk aan de spoorwegbermen van de NMBS. Open ruimte of niet, je kunt daar op de grond zonnepanelen plaatsen. Daar zijn geen daken. De vraag is dan of je, wanneer je dat doet, rekening kunt houden met biodiversiteit.

Ik ben ook niet voor verplichtingen en voor het storten in een fonds. Dat wou indertijd een blauwe gedeputeerde in Oost-Vlaanderen doen. Hij werd toen – gelukkig – teruggefloten door onze minister-president. Maar het kan wel een vorm van sensibilisering zijn als je aan de mensen kunt vertellen dat je met bepaalde mogelijkheden inzake biodiversiteit een project niet enkel op hernieuwbare energie focust maar op de combinatie van hernieuwbare energie en natuur.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
Wijziging van diverse decreten over het landbouw- en visserijbeleid Lees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer