|
05 apr 2018 |
07:41 |
|
Besluit Vlaamse Regering wat betreft bodemsaneringsorganisaties VLAREBO
DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op het Bodemdecreet van 27 oktober 2006, artikel 95, § 1, en § 2, tweede lid, artikel 97, § 1, gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008, artikel 98, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 28 maart 2014, en artikel 100;
Gelet op het VLAREBO-besluit van 14 december 2007;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister van Begroting, gegeven op 6 februari 2018;
|
Gelet op advies 62.981/1 van de Raad van State, gegeven op 8 maart 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging,
Besluit :
Artikel 1. In titel III, hoofdstuk VII, afdeling I, van het VLAREBO-besluit van 14 december 2007, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 september 2012 en 23 oktober 2015, wordt voor onderafdeling I, die onderafdeling I/1 wordt, een nieuwe onderafdeling I, die bestaat uit artikel 125/1, ingevoegd, die luidt als volgt:
"Onderafdeling I. Aanduiding van activiteiten waarvoor een bodemsaneringsorganisatie kan worden opgericht
Art. 125/1. Voor de volgende activiteiten kan een bodemsaneringsorganisatie als vermeld in artikel 95, § 1, van het Bodemdecreet, worden opgericht:
1° de chemische reiniging van textiel, alsook alle industriële of commerciële activiteiten waarbij VOS worden gebruikt in een installatie voor het schoonmaken van kleren, meubelstoffen en soortgelijke consumptiegoederen, met uitzondering van het handmatig verwijderen van vlekken in de textiel- en de kledingindustrie;
2° constructie-, herstel- en onderhoudswerkzaamheden die garage-, koetswerk- en aanverwante bedrijven uitvoeren aan motorvoertuigen in de ruimste zin zoals auto's, moto's, vrachtwagens, bestelwagens, landbouwmachines, bussen en aanhangwagens.".
Art. 2. In artikel 127 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "bij aangetekende brief tegen ontvangstbewijs" opgeheven;
2° in paragraaf 1 wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° de wijze waarop aan het algemeen bodempreventieplan invulling wordt gegeven;";
3° in paragraaf 2 worden de woorden "opnieuw bij aangetekende brief tegen ontvangstbewijs" opgeheven.
Art. 3. In artikel 128 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2012, wordt het vijfde lid opgeheven.
Art. 4. In artikel 129 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° het beschikken over een algemeen bodempreventieplan en het jaarlijks voor 31 december aan de OVAM voorleggen van een omstandig verslag over de implementatie van het algemeen bodempreventieplan in het afgelopen jaar en de geplande uitvoering ervan in het komende jaar;";
2° in punt 8° worden de woorden "bij aangetekende brief tegen ontvangstbewijs" opgeheven.
Art. 5. In artikel 132 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° paragraaf 1 wordt opgeheven;
2° in paragraaf 2 worden punt 5° en punt 8° opgeheven;
3° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "3° en" opgeheven;
4° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. De erkende bodemsaneringsorganisatie kan bij de minister altijd een verzoek indienen tot wijziging van het model, vermeld in paragraaf 2. De minister neemt daarover, op voorstel van de OVAM, een beslissing binnen negentig dagen nadat hij het verzoek heeft ontvangen.".
Art. 6. In artikel 133, § 2, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", in het bijzonder haar bodemsaneringsverplichting" opgeheven.
Art. 7. In artikel 134 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 september 2012 en 23 oktober 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zin "Overeenkomstig artikel 98 van het Bodemdecreet kan de Vlaamse Regering binnen de daartoe in de begroting van het Vlaamse Gewest vastgelegde kredieten, bijdragen in de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 97 van het Bodemdecreet, evenals in de werkingskosten noodzakelijk om die taken uit te kunnen voeren." opgeheven;
2° in het eerste lid worden de woorden "Die bijdrage" vervangen door de zinsnede "De subsidie, vermeld in artikel 98 van het Bodemdecreet,";
3° het tweede lid wordt opgeheven;
4° het derde lid wordt vervangen door wat volgt:
"Voor de evaluatie van de door derden gemaakte en door de erkende bodemsaneringsorganisatie aanvaarde kosten, vermeld in artikel 98 van het Bodemdecreet, moet de erkende bodemsaneringsorganisatie een beoordelingskader aan de OVAM voorleggen. Binnen zestig dagen nadat ze het beoordelingskader ontvangen heeft, keurt de OVAM het goed of legt ze aanvullingen of wijzigingen op. Als de OVAM aanvullingen of wijzigingen oplegt, wordt het aangepaste beoordelingskader aan de OVAM bezorgd binnen een termijn die de OVAM bepaalt. Binnen zestig dagen nadat ze het aangepaste beoordelingskader ontvangen heeft, spreekt de OVAM zich erover uit. Op eenvoudig verzoek van de OVAM moet de erkende bodemsaneringsorganisatie het beoordelingskader aanpassen.".
Art. 8. In artikel 135, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het daaropvolgende jaar" vervangen door de woorden "de daaropvolgende drie jaren".
Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 maart 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
J. SCHAUVLIEGE
|
|
|
|