De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Met de laatste cijfers van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) waarbij in 2019 11 procent meer zwerfvuil werd opgehaald dan in 2017, lijkt de doelstelling om tegen 2020 20 procent minder zwerfvuil te hebben ten opzichte van 2015 niet meteen in zicht. Daarbij is dan nog geen rekening gehouden met het meer ‘out-of-home’-leven in coronatijd.
Minister, daarom nam u al enkele maatregelen. Begin 2021 riep u lokale besturen samen omdat zij centraal staan als het om handhaving gaat. U zou meer opleiding voor lokale toezichthouders voorzien op het gebied van zachte en harde handhaving en u vroeg aan federaal minister Verlinden om de GAS-boetes op te trekken van 350 naar 500 euro.
Aangezien de doelstellingen niet in het verschiet liggen, heb ik u enkele maanden geleden gevraagd om in overleg te gaan met de sector met de vraag welke bijkomende acties er zullen worden genomen om alsnog de doelstellingen te halen. Eveneens heb ik u gevraagd om al voorbereidende acties te ondernemen voor de invoering van statiegeld of een alternatief beloningssysteem, aangezien het er momenteel naar uitziet dat dit nodig zal zijn.
In de commissie sprak u het engagement uit om niet af te wachten, maar actie te ondernemen. Ik citeer: “Ik zal mij houden aan het regeerakkoord, maar ik ga sowieso een tussentijdse evaluatie opmaken eind 2022 en de nodige voorbereidingen treffen, zodat we in 2023 niet opeens worden geconfronteerd met iets wat we al wisten op basis van cijfers die we nu kennen.”
Daarbij gaf u aan begin 2021 de producenten rond de tafel te zetten om hen aan te sporen bijkomende initiatieven te nemen. Bij de bespreking van het ontwerp van decreet rond materiaalkringlopen en afvalstoffen op 24 februari in de plenaire vergadering, voegde u daaraan toe: “Ik verwacht van de sector dat hij deze week bijkomende inspanningen qua budget en maatregelen op tafel zal leggen om die vervolgens dan ook door te voeren.”
Op 31 december 2022 zal Nederland overgaan tot het invoeren van statiegeld op blikjes. Volgens de Nederlandse staatssecretaris van Milieu voert men de maatregel in omdat er nog te veel blikjes als zwerfvuil in het milieu belanden. Vanaf 1 juli 2021 komt er al statiegeld op kleine plastic flesjes van minder dan 1 liter. Staatssecretaris van Veldhoven uit Nederland geeft aan dat het een grote operatie is, maar dat er ongeveer een jaar tijd nodig is om de nodige voorbereidingen te treffen met producenten, horeca en andere partners.
Minister, in opvolging van de voorgaande discussies en besprekingen wil ik u enkele vragen stellen. Welke bijkomende acties zijn er genomen na het overleg met de lokale besturen? Op welke manier zult u concreet de lokale besturen extra bijstaan in de strijd tegen zwerfvuil? Welke mogelijke acties zijn besproken en/of worden de komende maanden uitgerold? Welke winst hoopt u daarmee te boeken?
Welke bijkomende initiatieven en maatregelen hebben de producenten voorgesteld voor de verschillende zwerfvuilfracties? Welke budgettaire afspraken zijn hierover gemaakt en op welke termijn worden deze acties uitgerold? Welke winst hoopt u of de sector daarmee te boeken? Bent u overtuigd dat hiermee de doelstellingen zullen worden bereikt?
Het invoeren van een statiegeldsysteem of alternatief beloningssysteem is een grote operatie die gepaard moet gaan met de nodige onderzoeken, overleg en flankerend beleid. In welke mate hebt u hierover reeds overlegd met Nederland of onze andere buurlanden en de andere gewesten? Welke andere voorbereidingen hebt u hiervoor al ondernomen en/of plant u op korte en middellange termijn? Welke bijkomende acties staan nog op uw planning de komende maanden om een kentering te krijgen in de zwerfvuilcijfers om alsnog de vooropgestelde doelstellingen te bereiken?
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Minister, het pad naar het eventueel invoeren van statiegeld staat in het regeerakkoord en er zijn al een aantal stappen gezet, en een aantal procedures en afspraken gevolgd. Ik heb daarover twee vragen, een over sensibiliseren en een over motiveren.
Vandaag hebben heel wat mensen landelijke wegen gevonden om een wandeling te maken, en er zijn veel mensen die aan de kust gaan wandelen en consumeren. De horeca is in deze coronatijden niet open en ook niet beschikbaar. Er blijft dus dikwijls heel wat vuil achter wanneer de toeristen terug huiswaarts keren.
Mijn eerste vraag, minister: welke mogelijkheden ziet u – vanuit uw belangrijke bijkomende bevoegdheid, Toerisme – om eventueel extra in te zetten op de sensibilisering van toeristen, vooral aan de kust, maar ook elders doorheen het Vlaamse land, in het bijzonder het platteland.
Ten tweede is er de motivering. Het motiveren van mensen die het zwerfvuil opruimen, is belangrijk, bijvoorbeeld door het vergoeden via een vrijwilligersvergoeding. Maar misschien kan ook het extra inzetten van jobstudenten een opportuniteit zijn. Vandaar mijn vraag ter ondersteuning van de lokale besturen: is het mogelijk om verhaal van de MiNa-werkers (Milieu en Natuur) eventueel uit te breiden en ook aan jobstudenten de mogelijkheid te geven om ingezet te worden in het kader van het verwijderen van zwerfvuil?
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dank u wel, collega’s. De rondetafels met zowel de private als de publieke sector vonden intussen plaats. Hieruit kwamen een aantal voorstellen van acties en engagementen die voor mij – maar ook voor de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) denk ik – niet afdoende waren. Daarom heb ik op de plenaire terugkoppeling op 11 juli opgeroepen tot extra engagementen van alle sectoren. Voor de lokale besturen werd hiervoor onderhandeld met de VVSG.
Momenteel zitten we in de afrondingsfase van de engagementen die voortkwamen uit de rondetafels en de plenaire vergadering. Op de bijkomende engagementen ga ik voorlopig nog niet op vooruitlopen, want dat moet nog allemaal afgehandeld worden. Maar ik kan u wel één ding vertellen: het was niet simpel. We zitten nu in de afrondingsfase, en ik hoop dat we dat in de komende weken kunnen doen.
Zoals de collega’s reeds aangaven, is zwerfvuil een groeiend probleem, zeker in enkele steden. Samen met de VVSG en Fost Plus zullen de OVAM en Mooimakers, specifiek rond de on-the-go problematiek, een aantal projecten opstarten, waarbij we de integrale aanpak op basis van de 6 pijlers zullen uitwerken.
Tevens worden de volgende maanden bij 10 lokale besturen nieuwe trajecten opgestart, naast de trajecten die momenteel in 59 gemeenten lopende zijn. Hierin worden de gemeenten begeleid in de aanpak van hun lokale zwerfvuil- en sluikstortbeleid. Daarnaast wordt onderzocht hoe het handhavingsapparaat bij de lokale besturen kan geoptimaliseerd worden.
Mooimakers zal alle kennis en expertise die beschikbaar is inzetten om de lokale besturen en bedrijven te begeleiden bij de integrale aanpak van het probleem.
Naast deze nieuwe acties wordt ook volop verder ingezet op de reeds bestaande acties. Denk maar aan de projectsubsidies voor lokale besturen, de vormingen, gratis opruim- en communicatiemateriaal, steun voor scholen, steun aan de lokale besturen om de vrijwilligers te belonen, handhavingsopleidingen, enzovoort.
Elk jaar lanceert Mooimakers een aantal grootschalige communicatiecampagnes om gedragsverandering teweeg te brengen. Deze campagnes worden in overleg met de VVSG vorm gegeven. In de voorbereiding van deze jaarlijks terugkomende campagnes bekijkt Mooimakers hoe de lokale besturen op de best mogelijke manier ondersteund kunnen worden in hun aanpak van zwerfvuil en sluikstort.
Tijdens de zomermaanden richt Mooimakers zich heel specifiek op het jongerenpubliek van 16 tot 24 jaar. Mooimakers wil hierbij streven naar een zwerfvuilvrije generatie waarbij echt iedereen ervan overtuigd is dat zwerfvuil niet meer van deze tijd is en dat afval niet op de grond hoort. We gaan ons dus in de zomermaanden heel specifiek richten tot die jongerencategorie, alhoewel ik van mening ben dat dit eigenlijk behoort tot de opvoeding van elk kind. Ik denk dat wij allemaal nog zijn opgevoed met de strengheid dat je niets op de grond mag gooien, of anders een tik op de vingers.
Maar goed, we gaan daar met de lokale besturen dus ook heel specifiek een campagne over voeren. Vanaf september leggen we de focus op de handhaving. Dat zal natuurlijk ook in overleg met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn. Het is net de bedoeling om de extra budgetten die ik vraag, in te zetten op handhaving, het sluitstuk van de zwerfvuil- en sluikstortaanpak. Wie vuilnis op de grond gooit, moet echt wel gaan beseffen dat de tijd van vrijheid, blijheid voorbij is, dat niemand dat aanvaardt en dat dat wel degelijk leidt tot heel strenge geldboetes of iets alternatiefs, voor mijn part meelopen met onze vrijwilligers van Mooimakers om dat dan op te ruimen. Dat lijkt me heel belangrijk. We moeten dat echt wel gaan bewerkstelligen, maar we zijn nog in onderhandeling daarover. We zetten ter zake alles op de rails voor het najaar.
Naast de ondersteuning van de acties van de lokale besturen op het terrein wordt er ook een grootschalige handhavingscampagne gelanceerd om al die acties kracht bij te zetten. Die grote handhavingscampagne kan misschien wel choquerend overkomen bij sommigen, maar ik denk dat je soms moet choqueren om het effect te bereiken. Mooimakers heeft ook steeds een structureel communicatieaanbod voor de lokale besturen, dat los van campagnes kan worden ingezet om de burgers te sensibiliseren.
De subsidie voor de gemeenten voor de inzet van doelgroepwerknemers voor milieugerelateerde taken wordt inderdaad eind dit jaar beëindigd. De subsidie heeft geen stimulerende werking meer. Dat is ook gebleken uit de evaluatie die het departement had gemaakt. Zoals ik net uitvoerig beschreef, ondersteunt Mooimakers lokale besturen maximaal in de aanpak van de zwerfvuilproblematiek. Het is dus niet de bedoeling om een nieuwe oproep te lanceren.
Ik kom dan tot de vraag over statiegeld of een alternatief beloningssysteem. Er is een studie gemaakt, weliswaar in 2015. We zijn die volop aan het actualiseren op basis van recente inzichten. Dat bestaat onder meer uit het verzamelen van informatie over welke landen in Europa ondertussen zijn overgegaan op een alternatief systeem of een statiegeldsysteem. We gaan ook na welke bijkomende gegevens beschikbaar zijn over de samenstelling van zwerfvuil in landen waar statiegeld is ingevoerd. Het is heel raar, maar wij vinden op dit moment ook geen cijfers over wat het effect is geweest op het zwerfvuil in landen waar men bijvoorbeeld dat statiegeld of een ander systeem heeft ingevoerd. Dat is natuurlijk ook wel van belang. Laten we eerlijk zijn: wij recycleren ons huishoudelijk afval heel goed. De Vlaming is koploper binnen Europa. Ik denk dat de Duitsers het net iets beter doen, maar wij doen het eigenlijk allemaal heel goed. Het gaat eigenlijk heel specifiek over zwerfvuil. De vraag is dan natuurlijk of je heel het systeem op zijn kop gaat zetten om je te focussen op dat zwerfvuil. Ik wil ook weten wat het effect is op de cijfers als je dat doet. Is er dan minder zwerfvuil? Dat zou zo wel moeten zijn, vind ik. Ik heb die opdracht over al die zaken dus gegeven aan de administratie. Die oefening is bezig. Er zijn ook contacten met Nederland om meer informatie te krijgen over hun ervaringen tot nu toe en hun beweegreden om het systeem van statiegeld op drankverpakkingen uit te breiden. Met de andere gewesten is overleg gestart over een gezamenlijke aanpak van de zwerfvuilproblematiek. Dat loopt dus. Dat zit ook goed. De OVAM bereidt ook gesprekken voor met de distributiesector en Fost Plus om na te gaan welk systeem het beste is. Dat kan ook een alternatief systeem zijn, een alternatief beloningssysteem misschien.
Want de focus moet natuurlijk liggen op het zwerfvuil. Dat is nu echt wel de hoofdfocus: hoe kunnen we ervoor zorgen dat het zwerfvuil halveert of vermindert? We kijken naar verschillende systemen, ook systemen die in andere Europese landen al ingevoerd zijn, en wat het effect daarvan is. Die oefening loopt. Ook de studie van de OVAM van 2015 wordt geüpdatet en geactualiseerd. Maar dat betekent natuurlijk niet dat we gaan stilzitten. We gaan lokale besturen verder blijven ondersteunen in de komende maanden, ook met een aantal extra projecten en grote campagnes. Maar ook handhaving vind ik van groot belang. Dan kunnen we daar in het najaar grondig mee starten.
Dat zal natuurlijk ook wel pijn doen, collega's. Een boete krijgen, zeker een boete van zoveel honderden euro's, is niet leuk, maar ik vind dat we daar in het verleden veel te weinig op hebben ingezet. Het is natuurlijk een lokale bevoegdheid, maar ik ben alles op alles aan het zetten om daar in het najaar, vanaf september-oktober, vanuit Vlaanderen extra op in te zetten om de handhaving de komende jaren echt in de praktijk om te zetten.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik had natuurlijk gehoopt, na zoveel overleg en ook meerdere vragen naar overleg met de sector en met elke partner die hier een rol in te spelen heeft, om van u heel concrete acties en afspraken te horen, die bij wijze van spreken morgen al – en zelfs liever gisteren – kunnen worden uitgerold.
U zegt dat u begin dit jaar opnieuw samen hebt gezeten, maar dat de voorstellen die werden gedaan, onvoldoende waren. Anderzijds geeft u aan dat er wel een positieve evolutie is en dat u in een afrondingsfase zit. Sta mij dan toe, minister, dat ik wil weten welke voorstellen er waren en vooral welke voorstellen er nu in de pijplijn zitten die ons effectief de garantie geven dat we de doelstellingen zullen kunnen bereiken. Niemand kan ontkennen dat we echt de verkeerde richting aan het uitlopen waren en dat met andere woorden de uitdaging bijzonder groot is. Ondertussen zijn we weer bijna een half jaar later en moeten we ook acties op het terrein hebben. Kunt u een inkijk geven in de acties die u vooropstelt en die in de afrondingsfase zitten, en die effectief het verschil gaan maken, zodat we weer op de goede weg zitten om de doelstellingen te bereiken?
U geeft aan dat u zult blijven sensibiliseren. Er is ook de integrale aanpak met de zes pijlers. Het is ondertussen voldoende bewezen dat dat inderdaad blijvend moet worden volgehouden. Maar daarmee alleen bereiken we het niet. De vraag is dus waar die kentering zal gebeuren.
U stipt aan dat handhaving ook een belangrijk luik is. Dat klopt. Dat is een van de zes pijlers. Ik denk dat heel veel lokale besturen echt wel alles op alles zetten. Als ze de kans hebben om daar echt werk van te maken, doen ze die handhaving ook. Maar de vraag is natuurlijk hoe we tot het vatten van de veroorzaker komen. Dat is de uitdaging. Ik begrijp dat u daarover nog onderzoek voert. Kunt u mij iets meer informatie geven over dat onderzoek naar de optimalisatie van de handhaving? Wanneer verwacht u daar de resultaten van? In welke richting denkt u suggesties te krijgen rond die optimalisatie?
Dan is er het specifieke element van het statiegeld. Ik begrijp dat er heel wat voorbereiding is om in overleg te gaan met heel wat partners, met buurlanden, met andere gewesten en ook met de bedrijfswereld. Ik begrijp dat er nog geen concrete afspraken daaromtrent gemaakt zijn, maar dat wel de voorbereidingen voor het overleg worden getroffen.
U geeft aan dat u de optimalisatie van de cijfers aan het doen bent, maar begrijp ik het goed dat er twijfel is over de effecten van het invoeren van statiegeld op zwerfvuil en over het bereiken van de resultaten? En of dat eigenlijk wel een positief effect zou hebben op onze zwervuilfractie? We weten dat we in Vlaanderen zelfs een redelijk hoog blikgebruik hebben in vergelijking met buurlanden en we weten dat dat best wel een grote fractie is in ons zwerfvuil. Ik begrijp dat u op zoek bent naar cijfers, naar de concretisering. Maar omgekeerd is er deze vraag: is er twijfel bij u of op het terrein over het te bereiken resultaat en de impact van statiegeld op de zwerfvuilfractie?
Als laatste, minister, heb ik nog een bijkomende vraag. U stelt dat er inderdaad een statiegeldsysteem of eventueel andere beloningssystemen zijn – het is ook vrij om daar een keuze in te maken als er betere alternatieve systemen zijn – die we inderdaad ook kunnen inzetten. Zijn die alternatieve systemen al geconcretiseerd? Kunt u hier een inkijk geven aan welke concrete systemen men dan denkt en momenteel in onderzoek zijn?
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord;
Bart Dochy (CD&V)
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik heb twee dingen begrepen. Een, u zet inderdaad verder in op de sensibilisering. Er gebeuren inderdaad heel belangrijke inspanningen via Mooimakers en er is de lokale sensibilisering via de afvalcommunales. Dat is goed. Dat helpt ook allemaal voor een stukje aan de oplossing. Maar een globale campagne – ik durf het u nog een keer te suggereren – die misschien gekoppeld wordt aan het beleid in het kader van het toerisme, kan nog een andere insteek zijn. Ik zie een kustburgemeester in deze vergadering zitten en denk dan vooral ook aan de kust waar heel wat ergernissen zijn in het kader van dat zwerfvuil, zoals op veel andere plaatsen.
Twee, ik meen te hebben begrepen dat de subsidiëring van de doelgroepwerknemers volgend jaar definitief zal worden afgeschaft. Of heb ik u verkeerd begrepen?
De voorzitter
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mieke Schauvliege (Groen)
Hartelijk dank aan collega Rombouts en collega Dochy voor het stellen van de vraag, want zoals jullie weten zijn wij ook zeer bezorgd over deze problematiek en we hebben al meerdere keren gepleit voor het invoeren van statiegeld. Ik begrijp, collega Rombouts, dat u heel ongerust en bezorgd bent over het antwoord dat we hier net te horen kregen. Want het ziet er toch naar uit dat we voortdurend aan het dansen zijn rond die hete brij die we eigenlijk voor ons uit aan het schuiven zijn.
Minister, wat mij het meeste zorgen maakt, is dat u al uw pijlen inzet op handhaving rond zwerfvuil. Wij weten allemaal dat handhaving het sluitstuk van het milieubeleid is. Daarover ben ik het helemaal met u eens, maar in het geval van zwerfvuil – en dat is nog moeilijker dan sluikstort – is handhaving geen evidente opdracht en is het succes van de handhaving absoluut niet gegarandeerd. Hoe zult u in hemelsnaam met handhaving impact hebben op die hoeveelheid zwerfvuil? Bij wijze van spreken, moet je dan op elke vierkante millimeter waar er zwerfvuil te vinden is, een handhaver zetten om het effectief te laten zijn. Dat lijkt me absoluut niet haalbaar. Wij zien veel meer heil in preventieve maatregelen in plaats van in een end-of-pipebenadering.
Vandaar ook mijn vraag, minister: in welke mate zal er niet alleen gesensibiliseerd, maar ook preventief gewerkt worden? U kondigde reeds eerder een charter aan. Zal daarin voldoende aandacht besteed worden aan preventieve maatregelen? U hebt al aangekondigd dat u in 2022 in plaats van in 2023 een evaluatie zult maken en eventueel statiegeld zult invoeren. Zult u in 2022 die evaluatie maken en zult u dan ook onmiddellijk starten met de voorbereiding van de invoering van statiegeld of een alternatief systeem?
Minister, ik stel me een vraag over dat alternatief systeem. U betwijfelt nu of het statiegeld een impact op het zwerfvuil heeft. We hebben echter helemaal geen aanwijzingen dat een alternatief systeem een impact zou hebben, terwijl we weten dat 40 procent van het zwerfvuil uit blikjes en flesjes bestaat. Dat is een enorme fractie. In het verleden is al aangetoond dat de impact enorm is. Dat is ook in onze buurlanden aangetoond. De vraag is, met andere woorden, wanneer u zult starten met de voorbereiding van de invoering van het statiegeld.
De voorzitter
De heer Vandaele heeft het woord.
Wilfried Vandaele (N-VA)
Voorzitter, deze discussie is natuurlijk niet nieuw. We waren het er tijdens de vorige legislatuur en tijdens de voorbereidingen van het Vlaams regeerakkoord allemaal over eens dat we meer willen inzamelen, meer willen recycleren en minder zwerfvuil willen. De discussie gaat over het middel. Ook vandaag is het een discussie over het middel, namelijk statiegeld of een andere manier.
Wij waren van oordeel dat we de sector in de eerste plaats tijd moeten geven om het zelf op te lossen. Dat is de lijn die we hebben gekozen. Om die reden heeft de Vlaamse Regering in het verpakkingsplan 2.0 gesteld dat de sector de situatie het best kent. De sector produceert de verpakkingen en moet nu zelf voor een oplossing zorgen. Die moeten worden ingezameld en de sector moet dezelfde of betere resultaten halen dan in landen met het meest verregaande statiegeld. Dat is de deal die we met Fost Plus en met de industrie hebben gemaakt.
Dat was en is een zeer goed standpunt, maar dan komt de vraag hoe lang we hen geven om dit te realiseren. Ik vind dat we hen in elk geval een kans moeten geven. Op een bepaald moment moeten we Fost Plus en de industrie vragen of ze erin geslaagd zijn te doen wat ze hebben verklaard te zullen doen. Dat staat ook in het Vlaams regeerakkoord. Ze hebben altijd gesteld dat ze die resultaten zonder statiegeld konden behalen. Nu moeten ze dat maar eens bewijzen.
Minister, het is goed dat u hebt aangekondigd tot eind 2023 te zullen wachten, maar dat u in 2022 al een tussentijdse evaluatie zou uitvoeren. We moeten de spelregels natuurlijk niet veranderen terwijl het spel wordt gespeeld. Ik zou ze de kans willen geven om aan te tonen dat ze het kunnen. Indien ze het niet kunnen, zullen we vanuit het beleid het geweer van schouder moeten veranderen. Dat staat ook in het Vlaams regeerakkoord. Als ze er niet in slagen, zullen we met een ander systeem werken.
Zoals al is aangehaald, is het moeilijk. De covidtijden hebben ons niet bepaald geholpen. Dit is niet het moment om veel vergelijkend materiaal te verzamelen. Het is een atypische periode met meer zwerfvuil dan anders. Er is raamverkoop en takeaway. Mensen nemen zelf spullen mee om te picknicken. Het is mijn ervaring dat er waar ik woon meer zwerfvuil dan vroeger is. Het is moeilijk te stellen dat het is verslechterd.
We hebben ondertussen de verruimde pmd-zak. Dat was ook een deel van de afspraak. We hebben Fost Plus verteld dat alle verpakkingsafval in de pmd-zak moest worden opgenomen. Fost Plus is daar uiteindelijk met lange tanden in meegegaan. Dat maakt deel uit van het verhaal over het wachten met het statiegeld.
Ik denk dat we het eens zijn over het doel en dat we de middelen moeten evalueren. We moeten die mensen in de commissie nog eens aan het woord laten, zodat ze kunnen vertellen hoe ver ze staan.
Voorzitter, ik wil nog een zijsprongetje naar een van mijn stokpaardjes maken. Ik heb tijdens de voorjaarsklassiekers met plezier vastgesteld dat de wielrennerij eindelijk een tandje heeft bijgestoken. Ik heb er jaren voor geijverd die drankbussen niet meer weg te gooien. Ik heb destijds met die organisatoren gepraat. Dat was allemaal moeilijk, maar mondjesmaat zijn er die wegwerpzones gekomen. Nu merk ik dat hierop wordt doorgegaan en dat zelfs straffen worden opgelegd. De verzamelaars hebben dan weer kritiek omdat ze niet meer aan die bussen geraken, maar ik kan me voorstellen dat er andere manieren zijn om die verzamelaars te plezieren.
Maar ik heb het jarenlang echt ongelooflijk gevonden dat wij als overheid altijd weer de mensen proberen te sensibiliseren om niets weg te gooien, en dan kijk je naar tv en zie je alle rommel zomaar het bos in gegooid worden. Als het over sensibilisering gaat, dan hebben we hier een stap vooruitgezet.
De voorzitter
De heer Pieters heeft het woord.
Leo Pieters (Vlaams Belang)
Minister, is er cijfermateriaal over de lockdownperiodes? We zitten nu toch in een atypisch jaar. Als we de cijfers daarvan vergelijken, gaan we er sowieso niet komen.
Als de vraagsteller het had over over de grens kijken, dan hebben we al eerder aangegeven dat we dan ook moeten kijken naar de prijzen. Daar moet de producent ook rekening mee houden. Met de extra toelage is de prijs nog lager dan hier zonder statiegeld. Er mag geen meerprijs zijn voor de consument.
Uiteraard is handhaving cruciaal. Minister, is er cijfermateriaal voorhanden inzake handhaving over het aantal vaststellingen, aanmaningen en boetes? We zeggen wel: handhaving, maar die moet er ook effectief zijn. Er moet controle zijn op hoe efficiënt de handhaving is.
Met de invoering van de verruimde pmd-zak van Fost Plus zit er toch meer in die zakken. In de gewone grijze zak zit er dan weer minder afval. Dat wil nog niets zeggen over het zwerfvuil, maar het geeft wel aan dat er een mentaliteitsverandering op gang komt en dat kunnen we alleen maar toejuichen.
Gwenny De Vroe (Open Vld)
Minister, het zwerfvuilbeleid houdt ons allen bezig. We ergeren ons allemaal mateloos aan de zwerfvuilproblematiek, u ook. Heel veel lokale besturen hebben in de voorbije maanden actief deelgenomen aan zwerfvuilacties. In veel lokale Facebookgroepen zien we aankondigingen van mensen die net een straat hebben schoongemaakt, en een paar uur later ligt er opnieuw vuil. Dat irriteert ons en daar moet het beleid op focussen.
Minister, ik weet dat u daarmee bezig bent en de commissie zal nog een extra zitting houden over deze problematiek. Het houdt ons allemaal wakker en de lokale besturen zitten met de handen in het haar.
Minister, u zegt terecht dat we moeten focussen op extra handhaving. Ik heb u al eerder gezegd dat we dat in mijn gemeente effectief doen met grote spandoeken en met camera's. Toch moet er nog een extra tandje worden bijgestoken op het Vlaamse niveau op het vlak van communicatief beleid, op het vlak van informatie van de OVAM aan lokale besturen. De OVAM kan daar zeker nog iets extra’s doen. Een tiental gemeenten springt nu op de kar, maar alle gemeenten zouden proactief meer moeten inzetten op die handhaving en moeten eventueel extra ondersteuning kunnen krijgen vanuit het Vlaamse niveau. We moeten daar dus echt nog een tandje bijsteken.
De collega’s hebben verder al heel goed verwezen naar de globale problematiek. Heel veel gemeenten zijn nu net gestart met de verruiming van de pmd-zak. Ik kijk er echt wel naar uit wat de resultaten daarvan gaan zijn. Het gaat sowieso een positieve invloed hebben op de recyclagegraad enzovoort. Maar ik denk dat we dat, als commissieleden, heel graag zouden evalueren met cijfermateriaal, met meer informatie over hoe dat in het buitenland verlopen is.
Ik kijk ook uit naar het onderzoek waar u naar verwezen hebt, wat betreft het invoeren van statiegeld en andere systemen. Laat ons hopen, zoals collega Vandaele ook gezegd heeft, dat de sector zijn producentenverantwoordelijkheid volledig neemt, en dat ze hun doelstellingen kunnen behalen. Maar laat ons eerlijk zijn, als we de laatste cijfers bekijken: die waren helemaal niet hoopgevend. We gaan het goed verder moeten bekijken.
Ik heb ook begrepen dat er extra fractietellingen zitten aan te komen eind dit jaar. Ik kijk ernaar uit om dat samen met jullie allen te evalueren, en ik ben ook blij dat de minister kort op de bal speelt wat dit betreft. Maar ik hoop, minister, dat u naar de lokale besturen toe nog extra kort op de bal zult spelen om het handhavingsbeleid op het lokale niveau sneller en beter te kunnen uitrollen met camerasystemen.
Tot daar mijn extra vraag.
De voorzitter
Minister Demir heeft het woord.
Minister Zuhal Demir
Dank u wel, collega’s. Het is duidelijk dat vele tussenkomsten toch wel hetzelfde beklemtonen als ikzelf, namelijk het komaf maken met zwerfvuil.
Wat de laatste tussenkomst betreft, collega De Vroe, in verband met de lokale besturen, moet ik toch zeggen dat ik kan blijven oproepen, en brieven schrijven naar de lokale besturen dat ze een beroep kunnen doen op die camera’s enzovoort, maar u weet ook dat het principe van de autonomie van de lokale besturen een heilig principe is in dit land. Ik kan veel doen, maar ik kan hen helaas niet verplichten. Ik kan het aanbod doen, ik kan blijven schrijven – ik heb ondertussen niet normaal veel pennenvrienden moet ik toegeven, want we schrijven natuurlijk over en weer –, maar als ze ‘neen’ zeggen, ondanks de financiële ondersteuning die we ook geven voor die camera’s, dan blijft het natuurlijk zoals het is.
Ik wil ook nog eens benadrukken dat alles wat met handhaving te maken heeft, eigenlijk een lokale aangelegenheid is. Zwerfvuil is in de eerste plaats lokaal: men kan daar heel veel mensen op inzetten, met allerlei lokale initiatieven als men wil, om zo het goede voorbeeld te geven. Lokale besturen zijn natuurlijk ook een grote partner om het probleem te verhelpen.
Collega Rombouts zegt dat er nog altijd niets uit de bus gekomen is wat betreft het overleg met de verschillende partners. Maar sta me toe dit te zeggen: iedereen die denkt dat hij beter kan onderhandelen met al die partners, die moet dat maar doen. Ik ben eens benieuwd met welk resultaat ze naar huis komen. Ik hoef u niet te vertellen dat dat heel moeizaam verloopt. Het klopt ook dat ik niet snel tevreden ben.
Ik kan wel al zeggen waar we extra gaan versterken. Dat is niet alleen op handhaving, want men doet alsof we alleen op de pijlers voor handhaving versterkt gaan inzetten. Handhaving is er natuurlijk één van, maar er zijn nog twee extra pijlers. Ik kan nog niet in detail gaan, maar er is ten eerste de sensibilisering – daar blijven we de komende jaren op inzetten en dat gaan we de komende maanden en jaren ook versterken – en er is de preventie, ook een belangrijke pijler. We willen een green deal gaan afsluiten met de distributie, om anders te gaan verpakken. Het oogpunt van die green deal zal effectief preventie zijn. Preventie is dus ook een belangrijke pijler die we zullen versterken de komende maanden.
Mevrouw Schauvliege, ik wil ten aanzien van u bevestigen dat ik geen enkel probleem voor mij uit schuif. Ik wil graag problemen oplossen, maar op een goede manier en definitief, niet halfhalf. Je kunt natuurlijk zeer gericht handhaven op doelplaatsen, plaatsen waarvan wij weten dat daar enorm veel zwerfvuil ligt, dat er heel veel wordt weggegooid. Heel wat van die routes kennen we. Uiteraard zullen we dat niet doen zoals u voorstelt, door een handhaver ergens op de hoek van de straat te zetten. Neen, zo werkt dat niet. Ik hoop dat u als expert dat toch ook wel heel goed weet. Er zijn bepaalde routes. Er kan ook met camera’s worden gewerkt. Dat doen we vandaag ook. Dat zal dus zeer gericht zijn, zeker op de plaatsen en de routes waarvan geweten is dat er heel veel zwerfvuil ligt.
Natuurlijk is het regeerakkoord duidelijk. Mijn voorgangster heeft met de sector afgesproken dat men de tijd krijgt tot 2023 om schoon schip te maken. Ik ben er heel duidelijk over geweest, ook in de commissie, dat ik sowieso de evaluatie zal vervroegen. Ook nu blijf ik niet stilzitten. We zullen sowieso de sensibilisering, de preventie en de handhaving versterken, drie extra zaken die we de komende weken dus nog moeten afkloppen. Dat het niet gemakkelijk is om met al die stakeholders tot een overeenkomst te komen, hoef ik jullie allemaal echter niet te vertellen. Ik hoop echter toch dat we daar de volgende weken uit geraken.
Voor het overige ben ik allerlei systemen aan het bekijken. Je hebt statiegeldsystemen, maar je hebt ook nog andere systemen. De datum in het regeerakkoord is zeer gericht. Die is ook afgesloten door alle meerderheidspartijen. Ik zal de komende jaren natuurlijk alles op alles zetten om goede voorbereidingen te treffen. Voorzitter, er is ook nog een hoorzitting, als ik me niet vergis. Het lijkt me heel goed dat men vanuit het parlement de nodige vragen zal stellen, zeker qua inzichten in de cijfers. U kunt echter sowieso op mij rekenen als het gaat over de voorbereidingen op eender welk systeem. Het moet wel een goed en een effectief systeem zijn. Dat wil ik wel nog eens benadrukken. We zullen die voorbereidingen sowieso treffen, en daarnaast zullen we de komende maanden ook nog versterkt inzetten op die drie pijlers.
De voorzitter
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Tinne Rombouts (CD&V)
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben het er volkomen met u over eens dat we inderdaad moeten blijven inzetten op die zes pijlers. Dat heb ik daarnet ook aangegeven. Dat u dus ook nog extra aandacht heeft voor sensibilisering, dat dat ook met grootschalige campagnes kan gebeuren, ook in samenwerking met de gemeenten, dat lijkt me dus een voortzetting van het beleid. Het is zeker interessant om daarop te blijven inzetten. U hebt daarnet verwezen naar de optimalisatie van de handhaving. Ik denk dat het gericht inzetten van camera’s vandaag reeds een praktijk is die ook veelvuldig door gemeenten wordt ingezet. Ik ben dus zeer benieuwd naar de eventuele resultaten van dat onderzoek, maar, zoals aangegeven, dat is één van de zes pijlers. U geeft ook aan dat er aandacht kan zijn voor preventie bij verpakkingsmateriaal, ook wat de Green Deal betreft. Ook wat dat betreft, hebt u onze volle steun, omdat ik er van overtuigd ben dat dat een positief effect zal hebben op het algemene afvalbeleid, zelfs los van de zwerfvuilproblematiek.
Maar ik blijf toch op mijn honger zitten wat betreft bijsturing en extra maatregelen voor het zwerfvuil. U geeft aan dat u er inderdaad nog niet bent en dat u vandaag niet de extra maatregelen hebt waarmee u de zekerheid hebt dat we de doelstellingen gaan bereiken. In die zin blijf ik op mijn honger zitten. U hebt aangegeven – en collega Vandaele verwees er ook naar – dat er ruimte is gegeven aan de sector om schoon schip te maken tegen 2023. Ik ben het er volkomen mee eens dat we in samenwerking met de sector moeten werken. Zij hebben hier een belangrijke rol in te spelen. Maar ik verwacht dan ook dat van daaruit acties naar voren worden geschoven en dat u met hen in overleg gaat om effectief tot concrete zaken te komen.
Ik wil toch even verwijzen naar de data die zijn afgesproken. Er is afgesproken dat tegen 2022 de doelstellingen zouden worden bereikt. En anders zou er in 2023 statiegeld worden ingevoerd. U neemt het engagement op om dat te versnellen. Ik ga er dus van uit dat wij eind 2021, begin 2022 effectief die evaluatie gaan doen, want anders gaan we die tijdswinst van één jaar, zoals u zelf vooropstelt, niet kunnen bereiken.
Ik ben wel wat verbaasd dat een aantal collega's aangeven dat de cijfers nu een beetje atypisch zijn omdat we in coronatijd zitten en dat we die misschien niet moeten gebruiken. Ik ga er wel van uit dat we eind 2021 of begin 2022 niet zullen zeggen dat we niet over mogelijk inzetbaar materiaal beschikken om een evaluatie te kunnen doen. Ik ga er niet van uit dat dat de bedoeling is van de collega's, om op die manier een aantal zaken weg te masseren. Er kan wel degelijk rekening gehouden worden met de impact van corona, maar dan moeten we nog vaststellen dat de doelstellingen niet bereikt worden. Bovendien zijn er meer mensen op het terrein. Er zijn dus nog meer mensen die zich nog meer storen aan het aanwezige zwerfvuil.
Ik blijf momenteel dus een beetje op mijn honger zitten, maar ik heb van de minister begrepen dat ze over een paar weken wel doorbraken verwacht. Ik hoop daar ook op te kunnen rekenen. Op het vlak van statiegeld en eventuele andere systemen denk ik dat er een tandje bij moet worden gestoken om daar concreet werk van te maken.
Wat de hoorzittingen betreft: dat is altijd interessant in een parlement, maar in dezen denk ik dat de minister in eerste instantie aan zet is om met voorstellen en bijkomende acties te komen.
De voorzitter
De heer Dochy heeft het woord.
Bart Dochy (CD&V)
Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat we hier met een heel belangrijke problematiek zitten, die zeer veel mensen ergert. Het leidt voor een stuk ook tot verzuring bij mensen: ‘Hoe is dat in godsnaam mogelijk?’ Natuurlijk zijn er ook altijd mensen die de vervuiling uitvoeren.
Ik ben bijzonder benieuwd, minister, waar we zullen landen. U mag de timing van het regeerakkoord versnellen. Dat is natuurlijk het minimum van timing en scenario. Het zou goed zijn als het sneller kan, maar in de planning van het regeerakkoord is voorzien tegen wanneer er moet worden geland. Ik ben echt benieuwd waar we naartoe zullen gaan.
Ik vind het positief dat u overleg pleegt met andere gewesten en eventueel ook met buurlanden, om ook daar te leren en eventueel de aanpak op elkaar af te stemmen. In elk geval: veel succes met dit belangrijke probleem.
De voorzitter
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.