Na een erg droog voorjaar volgde in juli en augustus gelukkig normaal zomerweer. Toch is in sommige regio’s het neerslagtekort nog niet volledig weggewerkt. De droogte lijkt echter geen impact te hebben gehad op de opbrengst. Voor de suikerbieten en de aardappelen ligt de verwachte opbrengst zelfs hoger dan het gemiddelde van de voorbije 5 jaren. Het ras Bintje vertoont wel wat kwaliteitsproblemen. Voor de maïs worden gemiddelde opbrengsten voorspeld.
Doelstelling en methodiek
Deze berichten geven een overzicht van de weersgesteldheid in de voorbije periode. Vanaf juni gebeurt ook een oogstraming voor de voornaamste landbouwgewassen op regionaal en nationaal vlak. Naast de normale trend afgeleid uit de officieel gerapporteerde opbrengsten van de voorbije 15 jaren, worden voor elke combinatie (teelt/gebied) drie indicatoren berekend op basis van de weersgegevens, de simulaties van het B-CGMS gewasgroeimodel en de satellietbeelden van SPOT-VEGETATION en PROBA-V (tiendaagse composieten met een spatiale resolutie van 1 km). Daarbij wordt enkel de informatie benut die momenteel al beschikbaar is (januari-heden). Met de data van de voorbije jaren wordt het regressieverband opgespoord tussen de finale oogstopbrengst (Y) en de indicatoren (Xi). De gevonden relaties worden dan, per landbouwregio en teelt, toegepast op de indicatoren van het huidige jaar, ter schatting van de oogstopbrengst. De nationale cijfers zijn afgeleid uit de regionale ramingen met de arealen als wegingsfactor.