Consumenten zijn steeds kritischer bij het maken van keuzes in verband met hun voeding. Bij een fris glas melk komen vandaag vaak tal van vragen kijken: Is dit een duurzaam product? Past dit in een gezond voedingspatroon? Kies ik beter voor alternatieven? Mag ik genieten van melk zonder schuldgevoel?
De Melkbeloftes zijn in het leven geroepen als eenduidige en samenvattende bron aan informatie voor consumenten die graag meer weten over de duurzaamheid en het gezonde karakter van zuivel. Enkele experten geven hun mening.
Belang van het totaalplaatje
Hoewel men er niet omheen kan dat zuivel een zekere impact heeft op het klimaat, is het geen zwart-wit verhaal. Tal van duurzaamheidsinitiatieven in de sector en wetenschappelijke omkadering zijn, hoewel niet altijd zichtbaar voor de consument, van groot belang.
“Bij dat totaalplaatje van de impact van zuivel worden de gezondheidsvoordelen ervan te vaak buiten beschouwing gelaten. Zuivel bevat essentiële voedingsstoffen zoals hoogwaardige eiwitten en calcium, die wij als mens nodig hebben en die alternatieven en andere voedingsmiddelen niet altijd kunnen bieden”, aldus Inge Coene, voedingsdeskundige bij NICE. “Ook zijn de gezondheidseffecten van zuivelproducten in hun geheel anders dan de optelsom van de individuele componenten, zoals het voedselmatrixeffect ons leert. De afzonderlijke componenten hebben een versterkende werking op elkaar en dus een positief effect op de gezondheid”, vult Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder bij BCZ, aan.
“Mensen denken soms dat ze geen glas melk meer mogen drinken, maar melk hoort – terecht – in een gezond en gebalanceerd dieet. Het is voor niets nodig om een schuldgevoel te hebben wanneer je een glas melk drinkt of een potje yoghurt eet. We hoeven ons eetpatroon niet drastisch te beperken, maar ons huidig dieet vervangen door een flexitarisch dieet zou al een grote sprong voorwaarts zijn. Bovendien investeren Vlaamse melkveehouders enorm in de verduurzaming van hun processen om de milieudruk zoveel mogelijk te beperken”, zegt Tessa Avermaete, projectmanager bij SFERE (KUL).
“De zuivelsector doet er inderdaad alles aan om de uitstoot van de broeikasgassen te beperken. De koolstofvoetafdruk van zuivel is de afgelopen 20 jaar met 30% verminderd. De sector is ook gestart met het berekenen van die koolstofvoetafdruk per individuele melkveehouder. Op die manier kan elke melkveehouder zich vergelijken met het algemeen gemiddelde en kan de sector aanbevelingen doen per individueel bedrijf”, besluit Renaat Debergh.
Meer informatie en duiding bij de melkbeloftes vind je op allesoverzuivel.be.