Maar naast ons gezond boerenverstand stuurt ook de wetgeving aan op het sneller en meer inzaaien van vanggewassen. Na vroege aardappelen twijfelen we hier meestal niet aan, maar na late aardappelen stellen we het nut van een vanggewas wel vaker in vraag.
Aardappelen laten soms meer stikstof in de bodem na dan we zouden willen. Dit kunnen we beperken met een beredeneerde bemesting. Daarnaast kan een vanggewas heel wat van de stikstof die achtergebleven is, of die vrijkomt na de teelt van aardappelen, opnemen en behoeden voor uitspoeling. De stikstofopname door het vanggewas hangt in grote mate af van het zaaitijdstip (hoe vroeger, hoe warmer en dus meer kans op een goed ontwikkeld vanggewas), het type vanggewas (grasachtige, bladrijke of vlinderbloemige) en de bodemomstandigheden (o.a. voldoende vocht).
Na het rooien van vroege aardappelen kan je steeds een vanggewas inzaaien, ook als je in het najaar nog van plan bent om granen of gras in te zaaien. Een beperkte tussentijd van minstens zes weken is immers voldoende om een succesvol vanggewas te telen! Als er voldoende vocht is voor de kieming en voor de ontwikkeling van je vanggewas, kan er heel wat biomassa worden aangemaakt en stikstof uit de bodem opgenomen worden. Hierbij raden we aan om voor bladrijke vanggewassen te kiezen, want die maken op deze korte teeltduur het meeste biomassa aan en nemen het meeste stikstof op. Komt er na de aardappelen geen teelt meer, dan kan je naast bladrijke ook andere vanggewassen inzaaien maar weet dat bladrijke de meeste biomassa aanmaken.
Praktijkervaring opgedaan binnen de B3W werking
Na het rooien van vroege aardappelen liet Andy (melkveehouder uit Oostkamp) zijn perceel meestal enkele weken braak liggen. Dit doet hij om het gras dat hij daarna zaait niet te lang de winter in te laten gaan. De TUM ‘Een vanggewas tussen hoofd- en nateelt, zijn 6 weken voldoende?’ inspireerde Andy om een vanggewas als tussenteelt te proberen. Zo zaaide hij in de droge zomer van 2022 (na een bui van 16 liter regen) op 18 augustus gele mosterd en Japanse haver in, na het rooien van de aardappelen. Het gewas ontwikkelde goed. Op 29 september werd dit vanggewas ingewerkt om direct erna gras in te zaaien. Andy was tevreden over zijn vanggewas als tussenzaai! De relatief korte teeltperiode had meer biomassa aangebracht dan verwacht. Het gras werd vlot ingezaaid en het ontwikkelde zeer goed. Zo werd de stikstof die vrijgesteld werd uit het vanggewas optimaal doorgegeven aan het gras dat opkwam.
Ook dit jaar organiseert B3W enkele uitwisselingsmomenten rond tussenvanggewassen. Meer informatie hierover vind je op onze evenementenpagina.
Maar wat doen we nu het beste na het rooien van late aardappelen? Het is ondertussen duidelijk gebleken dat het belangrijk is om het vanggewas zo snel mogelijk in te zaaien. Iedere dag dat er vroeger gezaaid kan worden, is zeer positief naar plantontwikkeling toe. Hoe later je zaait (oktober- november), hoe kleiner het positief effect is van het inzaaien van een vanggewas of wintergraan t.o.v. een braakliggend perceel. Voor eenzelfde inzaaidatum (vanaf oktober) zien we weinig tot geen verschil in stikstofopname tussen raaigras, snijrogge en wintergranen. We zien altijd dat de N-opname pas goed op gang komt als er bovengronds meer biomassa te zien is.
Welk vanggewas je het beste inzaait na aardappelen hangt in de eerste plaats af van:
· Het oogsttijdstip van de aardappelen
o Eind juli-begin augustus
o Eind Augustus-begin september
o Eind september-eind oktober
· Het zaaitijdstip
o Voor september: elk vanggewas komt in aanmerking,
o Begin september: Japanse haver of gele mosterd,
o Na 15 september: enkel nog raaigras, wintertarwe, wintergerst of snijrogge.
· De teeltrotatie
o Gele mosterd is af te raden als er koolgewassen in de teeltrotatie zitten,
o Facelia heeft het voordeel dat er geen verwantschap is met cultuurgewassen
Meer info over het kiezen van het juiste vanggewas kan je hier terugvinden: https://b3w.vlaanderen.be/system/files/2023-01/Infofiche%20vanggewas%20kiezen_v1.pdf