De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Goeiemorgen, voorzitter. Het voelt alvast fijn om weer eventjes in de warme stal van de commissie Landbouw te mogen vertoeven. Ik zou het vandaag graag hebben over het aspect dierenwelzijn. Een recente literatuurstudie van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) toont immers aan dat vrijloopkraamhokken, mits correct ingericht en ook mits het nestmateriaal correct is, significante voordelen kunnen bieden voor het welzijn van de zeug en haar toom. Als varkenshouders vandaag moet beslissen, is het nog een beetje koffiedik kijken welke richtlijnen er mogelijk zullen komen en welke ondersteuning daarvoor voorzien zal zijn. Varkenshouders die vandaag investeren in die vrijloopkraamhokken, staan daardoor dus voor een bijzonder moeilijke keuze. De wetgeving blijft voorlopig vaag, er is geen garantie op rentabiliteit en de meerkosten voor deze diervriendelijke huisvestingssystemen worden niet altijd gecompenseerd door een meerprijs vanuit de consument. Ook uit het recente Triple F-project (feasibility of free farrowing) blijkt dat de omschakeling veel knopen vereist die in onzekere tijden doorgehakt moeten worden. Toch kiezen heel wat pioniers in Vlaanderen voor die vrijloopkraamhokken.
Minister, ik had u dan ook graag de volgende vragen gesteld.
Ten eerste: erkent u dat varkenshouders die vandaag willen investeren in een kraamhuisvestingssysteem, geconfronteerd worden met een gebrek aan rechtszekerheid en informatie, en zich daardoor ook blootstellen aan financiële risico’s?
Ten tweede: hoe evalueert u de conclusies uit het ILVO-rapport en het Triple F-project over vrijloopkraamhokken? Daar staan voordelen in. Daar staan knelpunten in. Hoe zal de Vlaamse overheid inzetten op verdere kennisontwikkeling, monitoring en vertaling qua beleidsmaatregelen voor ondersteuning, risicobeheersing en kennisdeling?
Ten derde: ziet u mogelijkheden om varkenshouders die de omschakeling maken, te ondersteunen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
Dank u wel, collega. Het klopt dat varkenshouders die vandaag willen investeren in vrijloopkraamhokken, vaak geconfronteerd worden met een vorm van onzekerheid. Varkenshouders die investeringen plannen in vrijloopkraamhokken bij een nieuwbouw of verbouwing, hebben bij gebrek aan definitieve en concrete wetgeving en normen vaak te maken met een zekere vorm van rechtsonzekerheid als zij willen anticiperen op mogelijke wettelijke of marktinitiatieven om een einde te maken aan kooihuisvesting. De financiële risico’s die daarbij genomen worden, kunnen groot zijn. Daarom is het belangrijk om bij de onderhandelingen die leiden tot Europese regelgeving, te blijven pleiten voor een voldoende lange overgangstermijn.
Daarbij is er via oproepen steun voorzien voor bedrijven die willen omschakelen van het houderijsysteem. Er zijn vanuit het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) in het verleden bij voorlopers al diverse investeringsprojecten gesubsidieerd met een subsidie van 40 procent in de vorm van VLIF-steun voor innovatieve investeringen. De meerkosten voor vrijloopkraamhokken worden momenteel in het kader van de maatregel van de VLIF-steun voor productieve investeringen ook met het oog op verhoogd dierenwelzijn gesubsidieerd voor 30 procent, verhoogd met 10 procent voor jonge landbouwers.
Ook vandaag nog kunnen investeerders een beroep doen op het VLIF voor innovatieve investeringen als het vrijloopkraamhok voldoende innovatieve elementen bevat die nog niet in Vlaanderen geïmplementeerd zijn. In dat geval is 50 procent steun voorzien. Ook de begeleidingskost bij het implementeren van de innovatieve investeringen is subsidiabel. Voor meetkosten is zelfs 65 procent steun voorzien, verhoogd naar 80 procent voor meetkosten voor milieu- en klimaatparameters.
Wie een nieuw bedrijfsplan kan kaderen in een nieuw verdienmodel waarbij een verhoogd dierenwelzijn ook kan worden vermarkt, kan forfaitaire steun aanvragen binnen de VLIF-maatregel ‘Opstart van of omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf’. Varkenshouders die begeleiding wensen, kunnen zich ook omringen met onderzoekers, voorlichters en leveranciers om een project in te dienen binnen EIP-innovatie (European innovation partnership).
Bovendien wordt in onze eigen provincie Limburg sterk geïnvesteerd in de nieuwe zeugenstal met vrijloopkraamhokken die momenteel wordt gebouwd door het Proef- en Vormingscentrum voor de Landbouw in Bocholt. Op die manier willen we de landbouwers van de toekomst ook meteen in aanraking brengen met de houderijsystemen van de toekomst.
Het Triple F-project waar u in uw vragen naar verwijst, heeft vooral praktijkvoorbeelden verzameld. Er is ook heel wat informatie beschikbaar uit andere Europese landen waar vrijloop al sterk wordt gestimuleerd. Er is consensus over het feit dat de prestaties in vrijloopkraamhokken kunnen wedijveren met die in de klassieke kraamhokken, nadat voldoende ervaring is opgebouwd en mits de lay-out goed is gekozen. De kost is dan wel hoger, en dat is op dit ogenblik in feite nog het grootste knelpunt.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Dank u wel voor uw reactie, minister. Ik denk dat dierenwelzijn een aspect is dat de komende jaren zeker nog aan belang zal winnen voor onze sector, en uit uw antwoord begrijp ik dat u dat ook erkent. De maatschappij evolueert, dierenwelzijnsnormen evolueren, en dus zullen ook de Europese normen in de nabije toekomst evolueren. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we onze Vlaamse landbouwers daarin meenemen, dat we hen voorbereiden, begeleiden en advies verlenen. Dat is een taak die de Vlaamse overheid heeft, denk ik, en dus ook u als minister. Meer dierenwelzijn kan uiteraard ook voordelen bieden voor de sector. We focussen vaak op de negatieve aspecten, op de hindernissen en de nadelen die er zijn, maar dit kan zeker ook voordelen hebben. Er is een markt voor producten die met respect voor dierenwelzijnsnormen worden geproduceerd. Heel wat consumenten zijn ook bereid om daar in de toekomst meer voor te betalen, en supermarkten zijn ook bereid om die producten meer in de kijker te zetten. Het is dus een dubbel verhaal, denk ik.
De proefstallen die gerealiseerd worden, zijn natuurlijk heel positief. Praktijkervaringen, praktijkkennis ter beschikking stellen van onze landbouwers, is heel belangrijk. Als landbouwers kunnen zien hoe zoiets in de praktijk in zijn werk gaat, neemt dat al heel wat bezorgdheden en hindernissen weg. Dat delen van goede praktijken steun ik dus zeker.
Vorige week las ik in de krant een artikeltje over de kip van de toekomst. De zes oude ILVO-proefstallen in Melle maken plaats voor één hoogtechnologisch pluimvee- en innovatiecentrum. Innovaties kunnen daar uitgetest worden. Dat kan gaan over dierenwelzijn, maar ook bijvoorbeeld over het klimaat. Bij de eerstesteenlegging hebt u ook verwezen naar een aspect dat daarjuist eventjes aan bod kwam. We zien vaak dat wat goed is voor het dier, niet altijd goed is voor het milieu. Ik zou daar nog een derde aspect tegenover willen stellen: wat goed is voor het dier en wat goed is voor het milieu, wordt niet altijd vertaald in rentabiliteit voor de landbouwer. Dat zijn dus zeker aspecten die altijd in een goed evenwicht met elkaar heel zorgvuldig bekeken moeten worden. Dat er VLIF-ondersteuning geboden kan worden, is uiteraard erg positief.
Ik heb nog een bijkomende vraag. U hebt verwezen naar het Europese traject. In 2018 is er inderdaad een burgerinitiatief opgestart, End the Cage Age, waarmee burgers aan de Europese Commissie vragen om een einde te maken aan kooihuisvesting in de veehouderij. De Europese Commissie heeft daar intussen positief op gereageerd. Minister, is er een zicht op de timing en de concrete inhoud van mogelijke voorstellen? Waar zit dat momenteel? Kunt u daar iets over vertellen?
De voorzitter
Minister Brouns heeft het woord.
Minister Jo Brouns
We hadden het daarnet over de eengemaakte markt en de Europese normen. Het initiatief daarvoor ligt bij Europa. We volgen dat nauwgezet op. Ik heb geen actuele stand van zaken, maar het is logisch dat wij dat ook in Vlaanderen implementeren.
De voorzitter
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Sofie Joosen (N-VA)
Ik denk dat de evolutie naar meer dierenwelzijn zeker een feit zal zijn. Het is wel belangrijk om te benadrukken dat onze landbouw al heel wat inspanningen heeft geleverd op het vlak van dierenwelzijn en dierenwelzijnsnormen, maar ik denk dat we ook moeten erkennen dat er in de toekomst nog meer van die inspanningen nodig zullen zijn. Europa zal met strengere normen komen. Het is alleen een beetje koffiedik kijken wanneer en hoe de overgangstermijnen dan ingepland zullen worden. Ik denk dus dat het heel belangrijk is dat we onze Vlaamse landbouwer weerbaar en klaar voor die toekomst maken.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.