De organisatie stelt dat de eutrofiëring van het oppervlaktewater deels wordt veroorzaakt door de landbouw, maar ook andere bronnen zoals rioolwaterzuiveringsinstallaties, atmosferische depositie, riooloverstorten, kwel, inlaatwater, waterbodems en industrie. De NAV pleit voor de actualisatie van metingen, bronnen, normen en modellen. Ook ziet de organisatie graag een reductie in het aantal beheerders en een aansturing vanuit één ministerie opdat een eenduidig beheer en aansturing tot stand komt.
De NAV meent dat met name bronnen buiten de landbouw een grotere invloed moeten hebben op de waterkwaliteit dan nu wordt verondersteld. De bijdrage van bronnen buiten de landbouw wordt niet specifiek gemeten. Onderzoek heeft uitgewezen dat de oppervlaktewaterkwaliteit oppervlaktewaterkwaliteit gedurende deze lange periode niet is verbeterd ondanks dat de landbouw aanzienlijk minder mest en kunstmest heeft aangewend. Andere bronnen moeten dus een een hogere bijdrage hebben geleverd waardoor er geen daling is opgetreden.
Er wordt op dit moment een grote variatie aan modellen toegepast. Het is onduidelijk in hoeverre de modellen die gebruikt worden om beleidsmaatregelen door te rekenen voldoende worden geactualiseerd en gevalideerd. De NAV pleit voor actualisatie van alle modellen waarmee nutriëntenemissie naar de bodem, het water en de lucht worden bepaald en ook actualisatie van de uitkomsten van eerdere modelberekeningen. Om de akkerbouwers een kans te geven de landbouwemissies te reduceren stelt de NAV dat, alvorens een invulling kan worden gegeven aan het 6e actieprogramma, eerst duidelijkheid moet worden verschaft ten aanzien van de actualisatie om daarna het vertrekpunt te definiëren.
bron: NAV