Cgo voor wintertarwe, zomergerst en zomertarwe

Onderzoek voor wintertarwe uitgebreid
Dankzij medefinanciering vanuit de Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw zijn aan het pakket voor de cgo van wintertarwe twee proefvelden zonder ziektebestrijding toegevoegd. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van de cijfers. Martin Robaard, voorzitter van de Gewasgroep Granen van Plantum zegt: “De extra aandacht voor de gevoeligheid van rassen voor een aantal ziekten komt voort uit de wens om tot steeds betere rassen te komen, die minder afhankelijk zijn van gewasbescherming. Om de weerbaarheid te vergroten is een goed aanbod van rassen essentieel”. 
 
Cgo granen
Opbrengstcijfers en landbouwkundige eigenschappen alsook diverse ziekteresistenties vormen de basis van het cgo. Lubbert van den Brink, onderzoeker bij WUR Open Teelten, verklaart: “Voor wintertarwe, het grootste gewas, is vanaf 1980 een stijging in genetisch opbrengstpotentieel van ongeveer 1% per jaar inzichtelijk gemaakt door het cgo. Deze objectieve cijfers laten zien dat er sprake is van een mooie genetische vooruitgang”. 
De resultaten van het onderzoek worden opgenomen in de Aanbevelende Rassenlijst zodat akkerbouwers de voor hen meest geschikte rassen in beeld krijgen. Ook speciale eigenschappen zoals bakkwaliteit voor wintertarwe en brouwkwaliteit voor zomergerst worden in de Aanbevelende Rassenlijst weergegeven. De Commissie voor Samenstellen van de Aanbevelende Rassenlijst (CSAR) is verantwoordelijk voor de juiste weergave van resultaten van het cgo. De Raad voor Plantenrassen kijkt mee, stelt minimumnormen voor markttoegang en borgt de kwaliteit.