De voorzitter
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, consumenten vragen steeds meer informatie over  de omstandigheden waarin hun dierlijke producten gemaakt worden en zijn  daar ook steeds kritischer over. Behalve voor eieren zijn de meeste  dierenwelzijnslabels op voeding vrijwillig. Die labels zijn dan ook niet  gebaseerd op wettelijke criteria. Er bestaat ook geen geharmoniseerd  systeem voor binnen de Europese Unie. Consumenten kunnen dus niet zeker  weten of hun voeding ethisch geproduceerd is, onder andere als het over  de aspecten van dierenwelzijn gaat. In het kader van de  farm-to-forkstrategie zal de mogelijkheid van etikettering van  dierenwelzijn worden onderzocht, om beter de toegevoegde waarde door te  geven aan de volgende schakels in de voedselvoorzieningsketen. Die  studie begint in de eerste helft van 2021.
Duitsland  kreeg vorig jaar de lidstaten achter het principe van zo’n Europees  dierenwelzijnslabel en stelt nu ook voor om de voedingsproducten waarin  eieren zijn verwerkt, te etiketteren met het huisvestingssysteem van de  betrokken legkippen, naar analogie met verpakte eieren.
Minister,  staat u achter het voorstel van die etikettering? Wanneer voorziet u  eventueel een toepassing daarvan in Vlaanderen? Is er een fasering  voorzien, afhankelijk van de sector? Wat is de volgorde? Wat vindt u van  het concrete Duitse voorstel met betrekking tot voeding waarin eieren  worden verwerkt?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Bedankt voor uw vraag, collega. Wij leggen, in eerste  instantie vanuit het Europese niveau, wetten en regels op aan al onze  voedselproducenten, die de consument een kwaliteit op een aantal  facetten verzekert. Die verwachtingen en regels kunnen doorheen de tijd  vanzelfsprekend evolueren, zoals ze dat ook de voorbije decennia gedaan  hebben. Maar de consument is dus wel zeker dat het eten, alvast het deel  dat in Europa geproduceerd wordt, voldoet aan de ethische vereisten van  dat moment.
Bijkomende etikettering dient vooral om  bovenwettelijke inspanningen, die dus verder gaan dan de Europese  regels, te communiceren. Dat moet dan gebeuren in duidelijkheid voor de  consument en appreciatie, hopelijk ook financieel, voor de producent.
Het  recente Duitse voorstel om het houderijsysteem ook te vermelden op  etiketten van producten waarin eieren en eierproducten verwerkt zijn,  werd op 26 april jongstleden besproken tijdens een informele  videoconferentie van de ministers van Landbouw. Het Duitse voorstel komt  eigenlijk wel tegemoet aan de vraag van de consument naar meer  transparantie in de voedselketen. Het voorstel is ook volledig in  overeenstemming met de doelstellingen uit de van-boer-tot-bordstrategie.
Wij  steunen het Duitse voorstel dan ook volledig, met die kanttekening dat  de praktische uitvoerbaarheid zorgvuldig moet worden bekeken en dat die  praktische uitvoerbaarheid ook door de Europese Commissie moet worden  bekeken. We moeten daar transparant over zijn. Het gaat dan om elementen  zoals de kostprijs voor de pluimveehouder, de verwerker en de  consument. De vermelding zal namelijk ook gepaard gaan met een aantal  extra traceringsverplichtingen en werkt dus mogelijk wat  kostprijsverhogend voor de hele keten, inclusief de voedingsindustrie.  Mijn zorg in dezen is dat dat niet zomaar op de pluimveehouder kan  worden afgewenteld.
De vraag is ook wat er zal  gebeuren met producten die worden ingevoerd van buiten Europa. Er zijn  maar vier houderijsystemen toegelaten die aan de strenge voorwaarden  voldoen, maar buiten Europa worden er zelfs nog altijd leghennen  gehouden in de klassieke batterijkooien. Er moet dus ook bekeken worden  of die nieuwe etiketteringsregels ook opgelegd zouden kunnen worden aan  geïmporteerde voedingswaren uit derde landen.
Voor  Vlaanderen is het zo dat we de bespreking op Europees niveau volgen.  Weet dus ook dat ik het initiatief steun. In de beleidsnota  Dierenwelzijn is ook voorzien dat wij een dierenwelzijnslabel  ontwikkelen in Vlaanderen, uiteraard in samenwerking met minister Weyts.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het lijkt mij  inderdaad vrij logisch dat er duidelijkheid komt over de randvoorwaarden  vooraleer het wordt ingevoerd.
Hebt u zicht op de  timing voor dit concrete gebeuren? Hebt u zicht op de timing voor het  welzijnslabel dat u samen met de minister van Dierenwelzijn zult  uitwerken?
De voorzitter
Minister Crevits heeft het woord.
Minister Hilde Crevits
Voor het ene zijn we afhankelijk van het verdere gevolg  dat eraan wordt gegeven. De Commissie moet duidelijkheid scheppen over  op welke manier er praktisch geïmplementeerd zal worden. 
Het  dierenwelzijnslabel is in handen van minister Weyts. Ik werk daar met  enthousiasme aan mee. Voor beide is de timing ‘zo snel mogelijk’ op  voorwaarde dat alle randbemerkingen die ik maakte, opgehelderd zijn.
De voorzitter
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ludwig Vandenhove (Vooruit)
Ik zal de vraag over de timing ook nog eens aan minister Weyts stellen.
De voorzitter
De vraag om uitleg is afgehandeld.