Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 26 okt 2022 11:53 

De blauwe economie


Vraag om uitleg over de blauwe economie
van Ludwig Vandenhove aan minister Hilde Crevits

De voorzitter

Het antwoord wordt gegeven door minister Brouns.

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, nu u deze vragen mag beantwoorden, moeten we misschien bekijken of we vanuit Limburg geen slag kunnen slaan in West-Vlaanderen. Wie weet.

Bedrijven uit de blauwe economie, zoals dat heet, zien steeds meer mogelijkheden om het stukje Belgische Noordzee intensiever te exploiteren en te commercialiseren. Dat is op zich natuurlijk een goede zaak, maar daar zijn ook een aantal schaduwkanten aan. Colruyt, bijvoorbeeld, plant in de eerste van de vijf nieuwe economische en commerciële zones voor de kust van Nieuwpoort een zeeboerderij van 5 hectare. Daarnaast gaat de Noordzee van een naar vier zones voor windenergie en komen er meer mogelijkheden om zand en grind te winnen of baggerspecie te dumpen. Het tweede marien ruimtelijk plan (MRP), dat alle activiteiten op zee moet organiseren, lijst alle mogelijkheden op. Een deel van de Noordzee is daarenboven afgebakend voor militaire oefeningen of om oorlogsmunitie of scheepswrakken op de bodem van de zee te laten rusten.

De toegevoegde waarde van alle economische activiteiten die hieraan zijn verbonden en de kostprijs worden geraamd op 13,5 miljard euro. Het zou gaan om 154.000 jobs. Dat is dus alleszins een belangrijke economische activiteit. Dat kan niet worden ontkend.

De groei van deze zogenaamde blauwe industrieën brengt het mariene ecosysteem echter in gevaar. In artikels, vooral dan artikels in milieutijdschriften, wordt dan ook de alarmbel geluid. Er wordt een afweging gemaakt: in welke mate brengen deze activiteiten het belang van natuurbehoud en -ontwikkeling op de Noordzee in gevaar, maar ook en vooral, in welke mate heeft die blauwe economie gevolgen voor de visserij op de Noordzee? De visserij is immers ook een economisch belangrijke sector. We moeten dus een afweging maken en keuzes maken, zoals dat altijd het geval is als het over economie gaat: wat willen we eigenlijk? De steeds toenemende bedrijvigheid, zoals ik die daarnet heb opgesomd, maakt het de vissers steeds moeilijker om hun job te blijven uitoefenen.

Minister, daarom heb ik de volgende vragen. Hoe staat u tegenover de groei van de blauwe economie, en vooral tegenover het evenwicht dat we zouden moeten kunnen vinden tussen die blauwe economie enerzijds en de traditionele activiteiten op of rond de zee anderzijds? Welke gevolgen heeft de opgang van de blauwe economie voor het visserijbeleid op de Noordzee? Welke maatregelen zult u daaraan koppelen? Met andere woorden: hoe zult u ervoor zorgen dat de traditionele visserijsector zijn activiteiten kan behouden, en vooral, hoe kan er naar een goed evenwicht worden gestreefd?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Vandenhove, dank u wel. De groei van de blauwe economie stelt de visserijsector en bij uitbreiding alle actoren op zee voor een aantal uitdagingen, maar biedt tegelijk ook een aantal kansen. Het gaat dan concreet om uitdagingen op het vlak van een verhoogd ruimtegebruik door de uitbreiding van activiteiten op zee met maricultuur, hetgeen voornamelijk samenhangt met het MRP, dat een federale bevoegdheid is. Dat brengt op het vlak van milieu-impact voor het mariene ecosysteem en op het vlak van veiligheid op zee inderdaad een heel aantal uitdagingen met zich mee. Voor de visserij betekent het minder gebieden waar kan worden gevist, maar het kan ook een hoger brandstofverbruik voor de zeevissersvloot met zich meebrengen, aangezien bepaalde gebieden zullen worden afgesloten en men daarmee rekening moet houden bij de vaarroute.

Daarnaast zijn er dus ook opportuniteiten. Er kunnen zones worden afgesloten die zich kunnen ontwikkelen tot paaigebieden. Er zijn misschien ook mogelijkheden voor de visserijsector om in te zetten op een verbreding van zijn activiteiten. De ontwikkeling van zones voor meervoudig ruimtegebruik kan ook een stimulans zijn voor de ontwikkeling van de passieve visserij. De economische haalbaarheid van deze vorm van visserij is echter nog onzeker.

De ontwikkeling van de blauwe economie is dus een genuanceerd verhaal, waarbij het belangrijk is om ook te luisteren naar noden van de vissers en met de belangen en specifieke eigenschappen van de Vlaamse zeevisserij rekening te houden bij de verdere ontwikkeling van die blauwe economie. Het is inderdaad belangrijk om dat te onderstrepen.

Wat uw tweede vraag betreft: in eerste instantie geloof ik dat vooral op twee punten moet worden ingezet in het belang van de Vlaamse zeevisserij. Ten eerste: een degelijke mariene ruimtelijke planning, met aandacht voor meervoudig ruimtegebruik, die is afgestemd op de eigenschappen en de noden van de Vlaamse visserijvloot, dus met voldoende mogelijkheden om efficiënt te kunnen vissen in de belangrijke visgebieden. Ten tweede: een gedegen onderzoek van de effecten op project- en planbasis om de negatieve impact op het mariene ecosysteem en de visbestanden te beperken.

Vanuit haar rol heeft minister Crevits een aantal mogelijkheden om de vissers binnen dit specifieke thema verder te ondersteunen bij het uitoefenen van hun job, aangezien de voornaamste wetgeving die een impact vormt, zich op federaal niveau bevindt. Ik geef enkele voorbeelden. Onze administratie, het Departement Landbouw en Visserij, is lid van de raadgevende commissie die een advies uitbrengt over het MRP en aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning voor het gebruik van zones voor commerciële en industriële activiteiten in de zeegebieden onder Belgische rechtsbevoegdheid. Vanuit het Belgisch operationeel programma inzake visserij zijn er onder andere ook steunmogelijkheden voor de visserijsector aangaande investeringen, onderzoek en innovatie, kennisdeling en de passieve verzameling van marien zwerfvuil door vissersvaartuigen. Deze financiële ondersteuning moet de economische weerbaarheid en de ecologische en sociale duurzaamheid van de sector verder verhogen. Daarnaast wordt ook ingezet op uitvoerige datacollectie met betrekking tot de zeevisserijsector. Deze rijke informatie kan op haar beurt een meerwaarde bieden om de effecten van de mariene ruimtelijke planning en van project- en planinitiatieven op de visserij in te schatten en te beoordelen.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het lijkt me inderdaad belangrijk dat we daar een genuanceerd en evenwichtig verhaal van maken en dat het beleid daar natuurlijk ook op wordt afgestemd. Dat was ook zo’n beetje de draagwijdte van mijn vraag. Wat het natuurlijk niet gemakkelijker maakt, is dat het inderdaad een kwestie is van federale bevoegdheid en Vlaamse bevoegdheid samen. Dat maakt het afstemmen qua beleid zeker niet gemakkelijk voor minister Crevits.

Ik heb een aantal activiteiten opgesomd die daar plaatsvinden. Ik denk dat het belangrijk is dat men goed afweegt welke sectoren voorrang krijgen op andere. Vandaar natuurlijk vooral mijn pleidooi om de windenergie, die natuurlijk heel belangrijk is in heel de transformatie qua energievoorziening die nu bezig is, daarin zeker als een heel belangrijke sector te beschouwen. Als wij van Vooruit een van die sectoren moeten vooropstellen, dan gaat het daar zeker en vast over.

De voorzitter

De heer Coel heeft het woord;

Arnout Coel (N-VA)

Wat we op het land zagen, namelijk dat de ruimte er beperkt is en er verschillende ruimtegebruikers zijn, zodat je de discussie krijgt wie welke activiteit kan ontwikkelen en welk effect dat heeft op het leefmilieu, zien we nu ook op zee tot stand komen. Er zijn steeds meer spelers die daar actief willen zijn en dan met elkaar in concurrentie gaan, en ook druk op het mariene leefmilieu genereren. Niet voor niks heeft minister Crevits in haar beleidsnota gesteld dat ze de groei van de productie van aquacultuur zowel op land als in zee gaat stimuleren en onderzoeken met het oog op “de ontwikkeling van een sterke, innovatieve en duurzame Vlaams aquacultuursector”. Ik denk dat we vooral in dat woordje ‘duurzaam’ ook het respect voor het leefmilieu vervat moeten zien. Mijn collega Cathy Coudyser heeft de minister al meermaals ondervraagd over de knelpunten of hindernissen die een bloeiende maricultuur in Vlaanderen momenteel nog sterk bemoeilijken. Die zijn in kaart gebracht door De Blauwe Cluster. De collega heeft toen gevraagd naar concrete initiatieven of acties die minister Crevits zou ondernemen om die weg te werken. Recent antwoordde de minister ook op een schriftelijke vraag van collega Coudyser dat er is voorzien in mogelijkheden van financiële steun voor de maricultuursector vanuit het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EFMZA), en dat die steun mee een antwoord zou kunnen bieden op bepaalde noden en knelpunten aangehaald door De Blauwe Cluster. Voor het wegwerken van die administratieve knelpunten verwijst de minister eigenlijk vooral naar de federale overheid. Ik denk dat we toch ook moeten bekijken hoe we vanuit Vlaanderen meer kunnen doen op dat vlak.

Collega Vandenhove maakt een beetje een opdeling: enerzijds visserij en anderzijds de blauwe economie. Ik denk dat we naar een win-winsituatie moeten gaan, naar opportuniteiten voor beide. Ze kunnen of moeten naast elkaar kunnen bestaan, met respect voor onze vissers, natuurlijk. Minister Crevits kondigde in het verleden het onderzoeksproject SYMAPA aan, dat mogelijke synergieën tussen de maricultuur en de passieve visserij bestudeert en het potentieel qua samenwerking tussen de visserijsector en de maricultuursector in kaart tracht te brengen. Ze kunnen dan profiteren van elkaars waardevolle kennis, zodat beide er beter van worden. Dat onderzoeksproject loopt nog tot eind dit jaar, als ik goed ben geïnformeerd. Minister, mijn vraag komt dus mogelijk iets te vroeg, maar hebt u al een zicht op de grote lijnen van de bevindingen uit dat onderzoeksproject, en op welke opportuniteiten daaruit naar voren komen om het beleid de komende jaren verder te versterken?

De voorzitter

Minister Brouns heeft het woord.

Minister Jo Brouns

Collega Vandenhove, wat uw bezorgdheid of opmerking of bijkomende vraag betreft: ik denk dat zowel op het water als op het land meervoudig ruimtegebruik een uitdaging is, zoals collega Coel zei. Wat ons betreft, is offshore windenergie, windenergie op zee een belangrijk onderdeel van het meervoudig ruimtegebruik op zee.

Collega Coel, dat onderzoek loopt nog. Ik denk dat het project SYMAPA eind dit jaar zijn beslag zal krijgen. Recent werd er ook een volledig nieuw Vlaams strategisch plan voor aquacultuur opgemaakt. Ik denk dus dat u die vraag binnenkort nog een keer mag herhalen.

De voorzitter

De heer Vandenhove heeft het woord.

Ludwig Vandenhove (Vooruit)

Dank u wel voor uw antwoord.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.

 


  Nieuwsflash
 
Overstromingen van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen dossierLees meer
 
 
Het versterken van de productiviteitsgroei Lees meer
 
 
Pesticiden vanaf 2025 in Brusselse privétuinen verbodenLees meer
 
 
Oproep onderzoeksprojecten biolandbouw 2024 Lees meer
 
 
Half mei start veldkeuringen vermeerderingspercelen zaaizaden van landbouwgewassen Lees meer
 
 
Gezondheidsrisico's bij Basilicumplanten door irrigatie met vervuild (oppervlakte)water Lees meer
 
 
Aanvulling lijsten van oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen in de landbouwLees meer
 
 
hittegolven én bosbranden zullen 9 keer vaker voorkomen in Oost-Afrika Lees meer
 
 
Tien nieuwe suikerbietrassen op de Belgische rassenlijst Lees meer