Vragen over extra middelen voor natuur

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

In het regeerakkoord staat dat er deze legislatuur 20.000 hectare natuur in natuurbeheer zal worden gerealiseerd. Wij zijn uiteraard heel blij met de ambities van het regeerakkoord op het vlak van natuur. Er staan heel inspirerende dingen in. We zijn zeker blij met die 20.000 hectare. Maar in de begrotingstabellen hebben wij niet gevonden in hoeveel extra budget is voorzien om die 20.000 hectare natuur in natuurbeheer te realiseren. We lazen wel dat er middelen zijn voor de watergevoelige openruimtegebieden en voor bosuitbreiding. Maar er staat nergens expliciet vermeld dat er extra budget voor natuur is.

Minister, ik heb opgezocht over welke natuur die 20.000 hectare in beheer gaan. Volgens de indicator van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) gaat het om alle types 2, 3 en 4 van het Natuurdecreet.

In welke budgetten werd voorzien voor natuur in natuurbeheer in de komende legislatuur?

Hoeveel extra middelen zijn dat ten opzichte van de middelen van de vorige legislatuur?

De heer Tobback heeft het woord.

Voorzitter, mijn vraag sluit hier wonderbaarlijk naadloos bij aan. Mevrouw Schauvliege heeft het over het feit dat er wel middelen zijn voor bijkomend bos maar niet voor al de rest. Ik ben zo vrij om even te kijken naar de begrotingstabel die is ingediend en de ambities met betrekking tot bijkomend bos. Voor alle duidelijkheid: ik ondersteun ten volle die ambitie voor bijkomend bos. Dat is een van de beste, meest gedragen, minst gecontesteerde maatregelen die we kunnen nemen, met het oog op zowel de levenskwaliteit als de grote vraag van de burger als het klimaatbeleid. We zijn allemaal voor 10.000 hectare bos. Alleen zeggen we dat al tien jaar. Dat stond ook al in het vorige regeerakkoord. In de vorige legislatuur is er 0 hectare bijkomend bos gekomen. Er is nog altijd discussie hoe we dat nu juist moeten meten, maar dat er geen is bijgekomen, daarover zijn we het, denk ik, allemaal eens.

Ik was dus heel blij dat het erin stond en dat in de begroting daarvoor zelfs in middelen was voorzien. Voor deze legislatuur is er, alles bij elkaar opgeteld, namelijk 50 miljoen euro voorzien voor 10.000 hectare bos.

Ik herinner mij dat we hier ooit het Rekenhof over de vloer hebben gehad met de kosten en de uitgaven voor boscompensatie. Ik ben dat eens gaan opzoeken.

Wanneer Vlaanderen kapvergunningen geeft, moeten de eigenaars die kappen storten in het fonds om dat te compenseren. Zij moeten 1,98 euro per vierkante meter storten, wat het aanplanten van nieuw bos mogelijk zou moeten maken. Ik heb dat eens omgerekend per hectare en per 10.000 hectare. Zo zou er 200 miljoen euro nodig zijn om 10.000 hectare bos te realiseren, dat komt ongeveer overeen met de vaste prijs voor bosgrond in Vlaanderen, namelijk 200 euro per hectare. Met andere woorden, het budget dat u hebt om in deze legislatuur – de minister-president had het over 2030 maar dat zijn twee legislaturen - die mooie ambitie waar te maken, is welgeteld genoeg voor een vierde daarvan. Zelfs als u zou spreiden over twee legislaturen, dan hebt u nog maar de helft gedaan van wat u zou moeten doen als u minstens de helft zou willen realiseren tijdens deze legislatuur.

Minister, ik heb heel erg het gevoel dat er grote woorden zijn, veel bomen in de lucht, maar bijzonder weinig met hun wortels in de grond. Ik kan mijn vraag samenvatten in een aantal historische woorden: minister, show me the money. En als u de money niet hebt, show me the trees. Maar ik vrees dat u ze geen van beide hebt.

Minister Demir heeft het woord.

Ik heb de vraag van mevrouw Tine Van den Brande vorige week ook gekregen. Ik kan duizend keer zeggen dat ik dat plan nog samen met de diensten moet opmaken en zal dat hier herhalen. Ik zal me vooral niet laten opjagen want in tegenstelling tot wat u beweert, mijnheer Tobback, was de doelstelling vorige legislatuur niet expliciet opgenomen in het regeerakkoord. Wel is die doelstelling onderdeel van het richtinggevend gedeelte van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV).

Mevrouw Schauvliege, u kunt me nu van alles verwijten maar ik ben nog maar twee weken minister en kan die bomen en dat bos hier dus niet toveren. Ik zou dat heel graag willen maar u begrijpt dat dat niet gaat. Ik stel dan ook voor dat de parlementsleden zich opnieuw redelijk opstellen en dat wij samen bekijken hoe we dat zullen doen. Dat is essentieel. Mijnheer Tobback, u zit al jaren in het parlement maar nu wordt het tijd dat we zaken realiseren op het terrein. Ik hoop dat u mee aan die kar zult trekken. Dat is een moeilijke oefening maar ik heb de ambitie om daarin te slagen, niet alleen voor mij maar voor de toekomst.

Mevrouw Schauvliege, het is van essentieel belang dat de terreinen onder effectief natuurbeheer worden gebracht om zowel de Europese als de Vlaamse biodiversiteitsdoelstellingen te realiseren. Vandaar dat we in de vorige legislatuur de juridische grondslag hebben gelegd waardoor iedereen die wil bijdragen aan de realisatie van het Vlaams natuur- en bosbeleid daartoe op gelijke voet wordt gestimuleerd. In 2019 werd voor terreinen in beheer 26 miljoen euro uitgetrokken voor het beheer. In 2020 trek ik 5 miljoen euro extra uit voor het realiseren van de doelstelling met betrekking tot 20.000 hectare natuur onder natuurbeheer. Deze middelen zullen worden ingezet voor het onder beheer brengen van zowel bestaande als nieuwe natuur. De Europese klimaat- en natuurdoelen staan hierbij centraal. Zonder op de zaken vooruit te lopen kan ik alvast zeggen dat ik vandaag, twee weken nadat ik de eed heb afgelegd, niet uitsluit dat ik daarvoor nog bijkomende middelen zal uittrekken.

U weet ook dat binnen mijn beleidsdomeinen een aantal fondsen aanwezig zijn, waaronder ook het Klimaatfonds. Uiteraard zal ik bij de verdere uitwerking van mijn beleidsaccenten alle mogelijkheden bekijken ten einde de doelstellingen te halen.

Wat het bos betreft, hebben we in het regeerakkoord de doelstelling opgenomen om tegen 2030 10.000 hectare bijkomend bos te realiseren. Het is heel belangrijk dat dit in het regeerakkoord staat, maar het is nog belangrijker dat we het zullen realiseren. In deze legislatuur willen we de realisatie van deze doelstelling op kruissnelheid brengen. We stellen in het regeerakkoord ook een tussentijds doel van 4000 hectare voor. Ik heb vorige week geantwoord dat ik, het kabinet en de administratie bezig zijn met een plan van aanpak. Zodra het klaar is, zal ik het hier met jullie bespreken. Het spreekt voor zich dat ik het parlement daarbij zal betrekken. Jullie mogen zelfs meekomen wanneer ik bomen ga planten. Ik wil jullie daar zelfs voor uitnodigen.

De Vlaamse overheid zal die bijkomende bossen niet alleen planten. Ik hoop dat u dat ook begrijpt. U gaat er in uw vraagstelling van uit dat de Vlaamse overheid alle nodige gronden aankoopt en bebost, maar dat is niet de weg die ik ga bewandelen. Zo gaat dat niet. Ik hoop dat jullie realistisch genoeg zijn om in te zien dat dit niet alleen met de Vlaamse overheid gaat.

De vraag naar meer bos is maatschappelijk breed gedragen. Ik zal dan ook alle belanghebbenden en geïnteresseerden nauw betrekken en mobiliseren om die doelstellingen te halen. Ik denk spontaan aan bijvoorbeeld bosgroepen, regionale landschappen, terreineigenaars, bos- en natuurverenigingen, maar ook burgers. Ik kreeg onlangs nog een mail van iemand die zei dat hij 5 hectare grond had gekocht en daar een bos op wou zetten. Bedrijven zullen erbij betrokken worden, maar zeker ook de lokale besturen, die de komende vijf jaren extra middelen zullen ontvangen. Mijnheer Tobback, u zult gezien hebben dat het regeerakkoord voorziet in een financieringslijn om de inspanningen van de gemeenten voor het beheren van de open ruimte te valoriseren en om de open ruimte te vrijwaren. Dat is het zogenaamde Openruimtefonds. Dat is een van de fondsen. Ik ben alvast van mening dat de bijkomende middelen door de gemeenten effectief moeten worden gebruikt om inspanningen te leveren en acties te ondernemen voor het versterken van de open ruimte, acties die bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen van de strategische visie met betrekking tot de open ruimte, de blauwe en groene netwerken, en het verminderen van het dagelijkse bijkomende ruimtebeslag.

Ik wil lokaal tot stand gekomen, waardevolle en gedragen bosuitbreidingsinitiatieven alle kansen geven om op korte termijn gerealiseerd te worden. Ik zal nagaan hoe de slaagkans van dergelijke lokale initiatieven optimaal gefaciliteerd kan worden. Wat mij betreft zijn daar geen taboes bij. Dat kan zowel gaan over het wegnemen van obstakels en belemmeringen als over het voorzien in bijkomende of nieuwe stimuli.

U zult moeten wachten tot het plan van aanpak klaar is, mijnheer Tobback. Ik heb twintig jaar moeten wachten op u, u zal nu ook wel even moeten wachten op mij.

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Minister, hartelijk dank voor uw antwoord. Ik leer eruit dat we in 2019 26 miljoen euro hadden om effectief natuur in natuurbeheer te organiseren of te realiseren, en dat we daar in 2020 5 miljoen euro extra bijdoen, dat is dus 31 miljoen euro. Ik heb de cijfers van de voorbije legislatuur erbij gehaald. In 2017 hadden we 32,3 miljoen euro ter beschikking om natuur in natuurbeheer te brengen. Dat betekent, zoals ik heb gezien in de cijfers, dat er niet veel middelen extra zijn. Maar soit, daarover gaat het misschien wat minder. Jullie hebben in het regeerakkoord heel mooie ambities omschreven. Ik maak mij er ernstig zorgen over dat jullie heel veel ambities hebben maar dat daar geen middelen tegenover staan. Ik hoop voor u dat u vindt wat u zoekt, namelijk extra middelen, maar ook extra mensen om dat te realiseren. Heel veel van uw doelstellingen hebben te maken met op het terrein actief zijn en met het zoeken van andere partners om dingen te realiseren.

Dit gaat niet alleen over middelen maar ook over de mensen die ervoor moeten zorgen dat die afspraken gerealiseerd worden. Ik zou graag willen weten of u extra mensen hebt om de nodige afspraken op het terrein te maken, om effectief die natuur en dat bos te realiseren. Ik heb begrepen dat er op dit moment nauwelijks extra middelen zijn, dat u deze nog zult zoeken. Plaatsen we daar extra mensen tegenover? Als dat niet het geval is, vrees ik dat u nog veel mooie plannen mag voorleggen, maar dat ze zeer moeilijk realiseerbaar zullen zijn. Hoe zult u dat realiseren?

De heer Tobback heeft het woord.

Minister, ik ben een beetje verwonderd. Ik zie het misschien verkeerd, maar ik dacht toch dat ik vrij constructief was begonnen? Ik steunde uw doelstelling. Als ik mij vergist heb en ze deze keer wel duidelijk in het regeerakkoord staat, zoveel te blijer ben ik daarmee. Ik ben blij dat ze in het regeerakkoord staat. Daar was ik, dacht ik toch, mee begonnen. U schudt van neen?(Opmerkingen van minister Demir)

Dank u. Ik zou dan ook graag hebben dat ze wordt gerealiseerd. In dezen steun ik dus de uitvoering van het regeerakkoord ten volle. U hebt niet geantwoord op mijn vraag over het budget en over hoe u dat gaat invullen. U zegt dat u een plan gaat maken voor een tussentijdse doelstelling van 4000 hectare. Maar ik maak de berekening en zie dat u genoeg hebt voor 2500 hectare. Punt. Dat is het. U kunt dus hopen dat burgers nog een paar duizend hectare in uw plaats gaan doen. U gaat er nu van uit dat drie vierden van de inspanning zal worden geleverd door burgers, in uw plaats. Of door gemeentebesturen met geld dat u hun geeft, maar waarvan ik niet heb begrepen dat het bedoeld is om bossen mee aan te planten. Als dat wel zo is, hoor ik het graag. Maar dan wil ik graag weten hoe het u zal lukken om gemeentebesturen met het geld dat u hun gaat bezorgen – en dat zal ook geen 150 miljoen euro zijn – parken en bossen te laten aanplanten. We weten allemaal – en dat is het voordeel van al even mee te gaan, maar het volstond daarvoor ook al om de vorige vijf jaar in deze commissie te zitten – dat het bijzonder moeilijk is om zelfs maar te behouden wat er is. Van de plattelandsmiddelen die u nu aan de gemeenten hebt gegeven hoor ik nu al jaren dat ze deze nodig hebben om ervoor te zorgen dat het bos blijft staan. Om te vermijden dat ze bossen moeten laten kappen, om te verkavelen, om zo veel geld binnen te halen. Dus, minister, de middelen die u gaat geven zullen niet helpen om bossen aan te planten. In het beste geval – en dat hopen wij allemaal – zullen ze ertoe bijdragen dat er minder bossen verdwijnen. Want er verdwijnen er nog altijd elke dag. Dat is dus geen antwoord op mijn vraag.

Minister, ik ben dan ook nog extra teleurgesteld door de stijl. Dat u niet kunt antwoorden, fair enough, u kunt inderdaad nog wat geduld vragen. U zou kunnen inpikken op de vaststelling die we samen maken: dat er eigenlijk geen geld genoeg voor is. U kunt oplossingen toveren, want dat belooft u blijkbaar. U kunt daar geduld voor vragen. Maar als u als de minister met lege handen, lege zakken en naar alle waarschijnlijkheid ook te korte beentjes naar de commissie moet komen, zal het echt niet helpen om die vaststelling te verstoppen door op parlementsleden te beginnen schelden, en al helemaal niet over uw pensioen. U bent nog veel te jong om zelfs maar aan uw pensioen te denken. Als u denkt dat u met dat soort van scheldpartijen zult ontkomen aan het nemen van de verantwoordelijkheid, die u moet nemen… Als u denkt dat u zich gaat verstoppen achter anderen, leer dat dan maar snel af. Het is uw job. Ik ben inderdaad bereid om u tijd te geven. U hebt het recht om die tijd te vragen. We zullen die 4000 hectare die u hebt beloofd de komende jaren tellen. Dat is uw job. Uw job, niet die van de oppositie. Het is uw job en uw verantwoordelijkheid. Ik hoop dat u met enige stijl minstens die twee zult waarmaken.

De heer Vandaele heeft het woord.

Voorzitter, ik heb een paar belangrijke dingen genoteerd. De minister zegt dat het met betrekking tot de 20.000 hectare natuur onder natuurbeheer enerzijds gaat om bestaande natuur, die onder natuurbeheer wordt gebracht, en anderzijds om extra, nieuwe natuur. Dat is een belangrijke mededeling, ook in het licht van dingen die we de voorbije tijd in de pers hebben gelezen.

Mijnheer Tobback, u hebt overschot van gelijk als u zegt dat er veel geld nodig zal zijn om die oefening te doen. Ik maak alleen een technische correctie.

Mijnheer Tobback, u hebt nog de oude cijfers gebruikt. U had het over 1,98 euro per vierkante meter, maar we hebben dat bedrag enkele jaren geleden al verhoogd. Met de indexering erbij zitten we nu al aan 3,62 euro per vierkante meter. Voor waardevolle inheemse bossen gaan we naar een factor van 1,5, 2 of 3.

We willen niet dat er bomen worden gekapt. Dat moet liefst zo weinig mogelijk gebeuren, maar als ze dan worden gekapt, moeten er in elk geval voldoende middelen zijn om ze effectief weer aan te planten. Dat was in het verleden een probleem en we bleven met een gat zitten.

Minister, u hebt er kort op gealludeerd dat we iets van de private sector verwachten. Er staat 1,2 of 1,21 euro per vierkante meter ter beschikking voor particulieren die een grondwaardeverlies noteren omdat er wordt bebost. Dit is natuurlijk minder dan de bedragen van de boscompensatie. Misschien valt er winst te halen indien we dat een beetje op elkaar kunnen afstemmen.

Mijnheer Tobback, als die particulieren, met de steun van de Vlaamse overheid, ook meewerken, geraken we misschien aan 4000 hectare. Ik hoop het met u. Ik denk dat we op dat gebied dezelfde strijd voeren. We hopen dat die 10.000 hectare tijdens deze legislatuur eindelijk, want dat komt nog uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen van 1997, kan worden gerealiseerd.

De heer Steenwegen heeft het woord.

Minister, u hebt verklaard dat het niet enkel om bestaande natuur, maar ook om nieuwe natuur gaat. Uw collega, minister Crevits, heeft de boeren nochtans kort na haar eedaflegging verteld dat het enkel om bestaande natuur gaat. U moet dat eens uitklaren. Ik begrijp dat het volgens u om nieuwe natuur gaat. Het doet me plezier te horen dat het niet enkel om bestaande natuur gaat.

Ik heb u ook horen zeggen dat u zult werken aan de obstakels om nieuwe bossen te realiseren. Het is niet alleen een budgettaire zaak. Beplantingen moeten ook kunnen, en ik denk dat er daar heel wat uitdagingen zijn. We weten dat heel veel bebossingsplannen nu onder meer vanuit de landbouwsector worden tegengehouden. Ik denk dat we een grondige discussie moeten voeren over hoe we dat zien en over de mogelijkheden die we kunnen creëren. Als eigenaars en openbare besturen ergens echt wensen te bebossen, moet die mogelijkheid op het terrein ook kunnen worden gerealiseerd. U zult zoeken naar manieren om de bestaande obstakels weg te nemen. We zullen elkaar zeker kunnen vinden om hier samen over na te denken en om oplossingen te vinden.

Mevrouw Rombouts heeft het woord.

Mijnheer Steenwegen, ik wil nog even terugkomen op uw citaat. Volgens u zou minister Crevits hebben verklaard dat het enkel en alleen om de bestaande natuur gaat. Ik was aanwezig en heb haar letterlijke woorden gehoord. Ze heeft daar correct gesteld dat het om bijkomende natuur en dus niet enkel om nieuwe natuur gaat. Dit moet onder het natuurbeheer komen en het gaat dus niet enkel om nieuwe natuur. Dat is een belangrijke nuance die hier correct moet worden weergegeven. Dat is de correcte lezing van de tekst.

Wat de doelstellingen in verband met de bossen betreft, is het heel duidelijk dat we allemaal dezelfde doelstelling voor ogen hebben. We weten dat het een hele uitdaging is. Het is niet zo evident om hiervoor de nodige mensen, middelen en locaties te vinden. Dit is heel duidelijk in het Vlaams regeerakkoord opgenomen. Ik ben dan ook blij dat u hier hebt aangehaald dat u wilt overleggen met eenieder die een rol kan spelen om de effectief aangeduide locaties effectief te bebossen. Dit is een heel belangrijke doelstelling die we niet uit de weg moeten gaan. We moeten ook niet met de beschuldigende vinger naar een of andere groepering, bedrijf, mensen of bestuurders wijzen. Daar gaan we niet mee vooruit. We moeten de uitgestoken hand aannemen om in overleg te treden en goed te kijken waar het, ook op ruimtelijk vlak, wenselijk is bijkomende bossen te realiseren. We kunnen dan effectief tot realisaties overgaan.

Minister Demir heeft het woord.

Mijnheer Tobback, overal waar ik in de samenleving kom en in alle mails die ik lees, zie ik veel draagvlak. U gaat ervan uit dat ik die gronden met mijn 50 miljoen euro allemaal zelf zal aankopen. Dat is het verschil. Dat zal het geval niet zijn. Er zijn in onze samenleving heel wat bosgroepen, natuurverenigingen, burgers en lokale besturen die gronden hebben en ons vragen ze te bebossen. Ik zal die oefening maken. De vraag is hoog en mensen vertellen we dat ze die ambitie delen. De positiviteit is er en ik zal u dat niet laten verbrodden. Ik merk dat er positiviteit is en ik zal daar als bevoegd minister mee aan de slag gaan.

Ik heb heel wat doelstellingen, ook op andere domeinen, maar als er één doelstelling is die iedereen, links en rechts, jong en oud, deelt, is het meer natuur. Ik denk dat dit over de partijgrenzen heen geldt. Groen heeft geen ideologie. Ik heb het dan niet over de partij, maar over natuur en bos. Ik denk dat we het erover eens zijn dat er hiervoor een draagvlak is.

Mijnheer Tobback, ik zal het bestaande momentum de komende vijf jaar benutten. Of u dat fijn vindt of niet, interesseert me niet. U hebt gezegd dat u het fijn vindt en dat u dar heel blij mee bent. Ik hoop dat u dit mee zult ondersteunen en dat u, zoals die verenigingen, positief zult zijn. Ik ken iemand die een hectare grond heeft en ons vraagt die grond te bebossen. Ik zal dat doen. Dat is het verschil. U denkt dat ik al die gronden nog zelf zal moeten kopen. Dat zal misschien gedeeltelijk gebeuren, maar dat moet nog blijken uit het plan van aanpak dat ik moet hebben.

U moet begrijpen dat ik dit plan na twee weken nog niet heb. De diensten moeten hiermee nog aan de slag. U mag me hier geregeld over ondervragen, maar best niet volgende week, want dan zal ik die bomen ook nog niet hebben. Wat deze ambitie betreft, verzeker ik u dat ik wil slagen, of u dat nu wilt of niet. Ik wil dat absoluut doen en ik heb de middelen. Heb ik 50 miljoen euro of niet?

Minister, bij mijn weten, is de begroting nog niet goedgekeurd en hebt u dat eigenlijk nog niet, maar ik hoop dat u het geld hebt.

Mijnheer Tobback, u weet dat het antwoord ‘ja’ is. Er is al 50 miljoen euro. Ik heb heel veel andere bevoegdheden en fondsen. Ik zal kijken wat er, bijvoorbeeld, in het Klimaatfonds zit. U had dat misschien ook moeten doen toen u minister van Pensioenen was. Dat is spijtig.

Ik zal de komende weken en maanden aan dat plan van aanpak werken en ermee naar het Vlaams Parlement komen. Er is al een draagvlak in de samenleving en ik wil ook in deze commissie een draagvlak creëren.

Mevrouw Schauvliege heeft het woord.

Minister, ik hoor veel ambitie om uw doelstelling inzake bos en natuur te realiseren. We zitten nu aan 89.202 hectare natuur in natuurbeheer. Op het einde van deze legislatuur zullen we afkloppen op 110.000 hectare natuur in natuurbeheer. Ik heb nog steeds de bezorgdheid dat hier heel weinig middelen tegenover staan, maar u garandeert me dat u dat zult oplossen.

Ik heb geen antwoord gehoord op de vraag hoe u dit zult doen. Zult u hiervoor in meer mensen voorzien? Zoals daarnet is opgemerkt, zijn er heel wat obstakels die we niet vanzelf kunnen oplossen. Ik hoop dat u hierover nadenkt. Als we die ambitie echt willen halen, zijn middelen een belangrijk element, maar de mensen om dit te realiseren, zijn ook belangrijk. U kunt de lasten niet enkel bij de lokale besturen, de bosgroepen en private burgers leggen. U zult ook mensen nodig hebben om die verschillende actoren bij elkaar te zetten. Het is nu eenmaal geen evidente zaak. Ik denk dat we daar met zijn allen hard aan zullen moeten timmeren. U zult, naast de middelen, ook in de nodige middelen moeten voorzien.

Minister, ik wens u veel succes. U kunt alvast op ons rekenen om dit mee te verdedigen. We zullen echter ook zeer nauwgezet opvolgen dat we die doelstelling op het einde van de legislatuur halen.

De heer Tobback heeft het woord.

Minister, ik respecteer uw enthousiasme. Ik hoop dat u niet zo ver gaat dat u geld voor de pensioenen zult gebruiken om er bomen mee te planten. Mensen zouden dat niet appreciëren, en terecht. Ik mag ook hopen dat u zich ervan bewust bent dat al die fondsen, ook dat voor buitengemeenten, ook het Klimaatfonds, middelen hebben voor een bepaald doel en dat die doorgaans ook geld te weinig hebben. Wanneer u dus denkt het ene lege vat met het andere te vullen, dan bent u al a priori verkeerd bezig, ook zonder een begroting.

Laat ons afspreken dat ik u zeer binnenkort, over twee weken, opnieuw vraag hoe het daar nu mee staat, want minister, u moet zichzelf ook niets wijsmaken en al helemaal niet in één beweging proberen de hele bevolking iets wijs te maken. Ook wanneer private eigenaars bos willen aanplanten, doen zij dat niet gratis. Ook wanneer gemeenten bos willen aanplanten, doen zij dat niet gratis. De reden waarom het vandaag niet gebeurt, is precies omdat er nog geen middelen tegenover staan. Die vraag om daar middelen voor uit te trekken, voor de bosgroepen en voor andere, leeft al heel lang en is ook door de vorige minister nooit beantwoord. Daar zult u geld voor nodig hebben.

En eigenlijk ben ik nog heel vriendelijk geweest in mijn berekening. Ik heb de prijs genomen van een aantal jaren geleden. Als ik de cijfers zou gebruiken die de heer Vandaele noemt om de berekening te maken, dan komt u geen 150 maar wel 250 miljoen euro te kort om uw doelstelling te halen. (Opmerkingen van Wilfried Vandaele)

Mijnheer Vandaele, die inkomsten zijn in verhouding tot de kostprijs voor de aanplanting van dat nieuwe bos ter compensatie. 3,5 euro per vierkante meter is nog altijd te weinig. Met andere woorden, in uw rekening komt u er nog veel minder dan met wat ik in al mijn vriendelijkheid voor de minister heb berekend.

De volgende vraag die ik misschien moet stellen, maar ik zal ze voor een volgende zitting houden, is op welke basis men die begroting heeft gemaakt. Als u zo goed weet dat het 3,5 euro per vierkante meter had moeten zijn en de minister grote ambities heeft om alle fondsen te gebruiken om bomen te planten en als we dan vaststellen dat geen van die ambities terugkomt in wat er als begroting is neergelegd, dan vraag ik me af wie in godsnaam dat regeerakkoord heeft onderhandeld. Maar ook dat is voor een volgende vraag, minister.

De vragen om uitleg zijn afgehandeld.